Valladolid, ooit de hoofdstad van het Spaanse wereldrijk, herbergt in haar musea pareltjes van missionaire verzamelwoede. Het was in deze stad dat Filips II een van de Spaanse architectonische hoogstandjes introduceerde: de voor veel steden zo karakteristieke Plaza Mayor.
Stad van het Castellano
Volgens de inwoners van Valladolid wordt in hun stad het mooiste Spaans (Castellano) gesproken. Daarbij grijpt men terug op een relaas van de Franse schrijfster Marie d’Aulnoy die in haar reisbeschrijving over Spanje uit 1690 de puurheid van het Castellano prijst zoals dat in Valladolid werd gesproken. De stad is er trots op dat de icoon van de Spaanse literatuur, Miguel Cervantes er gewoond heeft en daar werkte aan zijn meesterwerk Don Quichot van la Mancha dat in 1605 werd gepubliceerd. Zijn woning, Casa de Cervantes, is ingericht als museum. Zich bewust van haar rol in de ontwikkeling van de Spaanse taal, organiseerde de stad in 2001 het tweede internationale congres van de Spaanse taal, ter gelegenheid waarvan de 22e editie van het eentalige woordenboek van de Real Academia werd gepresenteerd. Vanaf 2005 is dit omvangrijke en gezaghebbende woordenboek voor iedereen kosteloos online te raadplegen. De voor smartphones ontwikkelde app van het woordenboek is een handig hulpmiddel voor elke reiziger.
Archeologie
Er zijn archeologische aanwijzingen voor het bestaan van een nederzetting in de prehistorie op de plek waar nu Valladolid ligt en ook zijn overblijfselen gevonden van Romeinse bouwwerken. Lang heeft men in de veronderstelling geleefd dat Valladolid gebouwd is op de resten van de pre-Romeinse stad Pincia, gevestigd door de Vaccaei, een stam van Iberiërs die al vanaf de vierde eeuw voor Christus de noordelijke meseta (Spaanse hoogvlakte) bevolkte, maar gebleken is dat Pincia op een andere plaats lag.
Over de oorsprong van de naam van Valladolid bestaan diverse theorieën. De eerste verwijst naar de naam van Walid, de kalief onder wiens gezag Spanje door de Moren werd veroverd en naar wie de streek werd vernoemd als Balad al-Walid. Andere theorieën gaan ervan uit dat Valladolid is afgeleid van oude benamingen als Valle olivetum (vallei van de olijven), Vallis tolitum (vallei van het water) of als samentrekking van valle de lid (vlakte waar pre-Romeinse stammen zich verzamelden). Waarschijnlijker is echter dat Valladolid is afgeleid van de term vallisoletano waarmee de bewoners werden aangeduid van de valle del sol (vallei van de zon). Inwoners van Valladolid worden nog altijd zo genoemd.
Kunst uit de Oriënt
In het Convento de los Agustinos Filipinos is een bijzonder museum ondergebracht: het Museo Oriental, dat de mooiste verzameling van Oost-Aziatische kunst in bezit heeft van heel Spanje. Het zijn kunstschatten die door missionarissen zijn verzameld op hun tochten naar China, de Filipijnen en Japan. Dat deze verzameling zo groot is dankt het museum aan het feit dat Valladolid destijds de zetel was van de Filipijnse augustijnen. De afdeling over de Filipijnen laat veel zien over de lokale etnografie, terwijl uit China en Japen adembenemende staaltjes van porseleinkunst, lakwerk en beschilderingen te zien zijn zoals Chinese reukflesjes die van binnenuit zijn beschilderd, ivoorsnijwerk en prachtige Japanse borden.
De tentoongestelde kunstwerken beslaan de enorme tijdsspanne van de tweede tot aan de negentiende eeuw. De bouw van het convent begon in 1759 en werd pas na 172 jaar afgerond. Het ontbreken van elke vorm van decoratie geeft de omvangrijke kloostergalerij van 30 bij 30 meter een sober, maar imposant karakter.
Afrikaanse beeldjes
Het Palacio de Santa Cruz herbergde het in 1479 door kardinaal Mendoza opgerichte Colegio Mayor. Dit colegio vormde een belangrijk onderdeel van de universiteit en stond slechts open voor de meest getalenteerde ouderejaarsstudenten. Het paleis is het eerste in renaissancestijl opgetrokken gebouw van Spanje en werd in 1491 ingewijd. Het is een gebouw van drie verdiepingen met een schitterende patio en een daarachter gelegen tuin. Momenteel is het de zetel van het rectoraat van de universiteit en is er de Fundación Alberto Jiménez-Arellano Alonso in gevestigd, een instituut dat dateert uit 2004 en de kunstcollectie beheert van deze familie. Het is een verzameling van Afrikaanse kunst, in ouderdom variërend van honderden jaren voor Christus tot aan de twintigste eeuw.
Bijzonder zijn de beeldjes bestaande uit gebakken klei uit de Nokcultuur (ontstaan in Nigeria rond 900 v.Chr.) waarvan de missionarissen dachten dat die nooit door de inheemse bevolking zouden kunnen zijn vervaardigd en die zij een Griekse herkomst toedichtten. In de etnografische afdeling van het museum zijn maskers en gewaden te zien, behorend bij rituelen en dansen die worden weergegeven in diverse levensgrote en sfeervolle opstellingen en video’s.
Plazas
In 1561 brak een enorme brand uit in Valladolid die een deel van het centrum in de as legde. Koning Filips II besloot tot nieuwbouw waardoor voor het eerst in Spanje een echt Plaza Mayor ontstond, naar ontwerp van de architect Francisco de Salamanca. Een rechthoekig plein voorzien van arcaden en waarop zeven straten samenkwamen. Dit Plaza Mayor heeft vervolgens model gestaan voor soortgelijke pleinen in Spanje (Madrid, Salamanca) en Zuid-Amerika.
Vlakbij het museum van Valladolid, enigszins verborgen tussen de bebouwing, ligt het bescheiden Plaza del Viejo Coso met in het midden een plantsoen. Oorspronkelijk (rond 1830) was dit de eerste arena van de stad die plaats bood aan 8.000 bezoekers. Waar vroeger de welgestelden vanaf tribunes de stierengevechten bewonderden, bevinden zich nu appartementen. Het is misschien wel het meest unieke en minst bekende plekje van de stad.
Overzicht van boeken over de geschiedenis van Spanje