Begin 1918 hield de Amerikaanse president Woodrow Wilson een rede waarin hij zijn programma voor wereldvrede formuleerde. Dit programma, bekend als de Veertien Punten, speelde een bijzondere rol in het beëindigen van de Eerste Wereldoorlog.
Het jaar 1918 begon in een merkbaar andere stemming dan de voorafgaande oorlogsjaren. Elk van de drie vorige jaren was begonnen met sombere perspectieven. De strijd duurde onverminderd voort, zonder dat er veel veranderde. Het leek wel of er geen einde aan die gruwelijke oorlog kon komen.
Begin 1918 was het nog altijd oorlog, maar er leek iets fundamenteels te zijn veranderd, wat de hoop op een einde van het conflict realistischer maakte.
In de loop van 1917 waren de Verenigde Staten aan de oorlog gaan deelnemen. Dat wijzigde niet meteen de militaire situatie, want de Amerikanen moesten eerst nog een volwaardig leger op de been brengen en naar Europa transporteren. Maar de Geallieerden rekenden erop dat de komst van de Amerikaanse troepen in de loop van 1918 de balans definitief in hun voordeel zou doen keren. Bovendien konden ze intussen profiteren van grote hoeveelheden geld die de Verenigde Staten hen leenden.
Anderzijds werd begin 1918 voor het eerst echt over vrede onderhandeld. Nadat de zeer linkse bolsjewieken in november 1917 de macht hadden overgenomen in Rusland, hadden ze snel een wapenstilstand gesloten met Duitsland en zijn bondgenoten en waren ze er vredesbesprekingen mee begonnen in Brest-Litovsk, aan de grens tussen wat nu Wit-Rusland en Polen is. De bolsjewieken hadden voorgesteld dat alle oorlogvoerende landen hieraan zouden deelnemen, maar de andere Geallieerde mogendheden, Frankrijk en Groot-Brittannië op kop, wezen dit af. Ze wilden geen vredesbesprekingen op een moment dat Duitsland duidelijk in het voordeel was. Ze beseften uiteraard dat de Duitse regering en legerleiding ten volle van die positie wilden profiteren.
Hoe dan ook werd er begin 1918 minder gevochten dan een jaar daarvoor: de wapens aan het Oostelijk Front zwegen. Elders, aan het Westelijk Front, in Italië, op de Balkan en in het Nabije Oosten, woedde de strijd voort (en zou later nog heviger worden), maar de pogingen om de oorlog te beëindigen kregen nu volop aandacht.
Langs beide zijden werd nog altijd op een militaire overwinning gehoopt. Tegelijk werd de roep om een compromisvrede luider, zeker bij linkse partijen en vakbonden. In dat perspectief hield de president van de Verenigde Staten op 8 januari een rede waarin hij veertien punten formuleerde die voor hem een noodzakelijke basis vormden voor een wereldvrede.
President Woodrow Wilson koesterde al eerder dat voornemen. Begin 1917, toen de Verenigde Staten nog neutraal waren, had hij een voorstel voor een “vrede zonder overwinning” gedaan, wat beide kampen weinig kon bekoren. En ook nadat hij de oorlog had verklaard, nam hij een aparte positie in. De Verenigde Staten namen wel aan de oorlog deel, maar zonder een echte bondgenoot te worden. De Geallieerde mogendheden waren eerder overeengekomen geen afzonderlijke vrede te sluiten, maar Wilson behield zich het recht voor om zelf vredesvoorwaarden te stellen. Omdat de Geallieerden zeer afhankelijk waren van Amerikaanse steun, betekende dit in feite dat hij hen die voorwaarden kon opleggen.
Wilson had de timing van zijn Veertien Punten goed gekozen. Zijn rede viel op de dag waarop de onderhandelingen in Brest-Litovsk na een pauze werden hervat. De Russische bolsjewieken stelden openlijk een “vrede zonder annexaties of schadevergoedingen” voor. Bovendien hadden ze afstand gedaan van geheime diplomatie. Daarom hadden ze de eerder gemaakte geheime afspraken tussen de Geallieerden gepubliceerd. Die houding kon in andere landen op sympathie rekenen voor iedereen die geen oorlog tot het uiterste wenste.
Wilson wilde zulke principes lanceren als de basis voor een toekomstige vrede. Hij had kort voor nieuwjaar zijn persoonlijke adviseur, kolonel Edward House, naar Europa gestuurd om de Geallieerde regeringen te vragen af te zien van geheime diplomatie. House (geen militair: de benaming kolonel was een eretitel) was een persoonlijke vriend van Wilson die geen officiële functie bekleedde, maar als vertrouwensman van de president (hij mocht zelfs in het Witte Huis wonen) grote invloed had. Hij zou dan ook een bijzondere rol spelen bij de komende vredesonderhandelingen.
Maar grote principes formuleren zou niet voldoende zijn. Dat besefte ook Wilson. Een echte vredesregeling moest rekening houden met de toekomst van omstreden gebieden als Elzas-Lotharingen, Italiaanssprekende delen van Oostenrijk-Hongarije en van de vele volkeren van Midden- en Oost-Europa en de Balkan. Het was bijzonder delicaat om daarover voorstellen te doen, maar wel noodzakelijk.
Geheime adviesgroep
Voor die territoriale kwesties vroeg Wilson het advies van een geheime groep onafhankelijke deskundigen. Deze groep, die bekend zou worden onder de naam ‘The Inquiry’, stond los van de politieke en diplomatieke milieus en was in september 1917 samengesteld door kolonel House.
De groep bestond uit geleerden en intellectuelen, zoals de directeur van de National Geographical Society. Vanwege de geheimhouding vergaderde de groep in New York en niet in de hoofdstad Washington.
Drijvende kracht achter ‘The Inquiry’ was Walter Lippmann, de stichter en hoofdredacteur van het (nog steeds bestaande) progressieve tijdschrift New Republic. Lippmann wordt beschouwd als een van de invloedrijkste journalisten die Amerika ooit gekend heeft. Hij was een zoon van Duits-joodse immigranten, kende Europa goed en sprak meerdere talen. Hij was een overtuigd socialist en had goede contacten met Britse linkse intellectuelen als Sidney Webb, H.G. Wells en G.B. Shaw.
Lippmann had ook grote aandacht voor de vredesvoorstellen die de socialistische partijen in de voorbije maanden bij ontmoetingen in Stockholm hadden geformuleerd.
In de laatste dagen van 1917 werkte de groep rond Lippmann bijzonder hard aan een tekst, die op 2 januari 1918 aan House werd overhandigd. De volgende dagen nam Wilson de voorstellen door met House. Hij nam ze voor het grootste deel ongewijzigd over.
Zo ontstond het Veertienpuntenprogramma. De punten 6 tot 13 kwamen van ‘The Inquiry’, de overige werden door Wilson zelf opgesteld.
Wilsons uiteindelijk programma
De Veertien Punten, zoals Wilson ze uiteindelijk presenteerde aan het Amerikaanse Congres, waren de volgende, hier bondig weergegeven (cursieve tekst is commentaar):
- Afschaffing van de geheime diplomatie. De vredesverdragen moeten op een open wijze tot stand komen.
- Absolute vrijheid van scheepvaart op zee.
- Zoveel mogelijk afschaffing van alle economische barrières. Vrijhandel.
- Garanties voor een ontwapening van alle legers tot een minimum dat nodig is voor de binnenlandse veiligheid.
- Een onpartijdige regeling van de koloniale aanspraken. Daarbij moet evenzeer rekening worden gehouden met de belangen van de bevolkingen van de kolonies als met de rechten van de regeringen.
Dit verwees vooral naar de toekomst van de Duitse kolonies, die intussen veroverd waren door hun vijanden. Het was duidelijk dat de veroveraars die gebieden voor zichzelf wilden houden, maar de Verenigde Staten – zelf een vroegere kolonie – wilden daar voorwaarden aan koppelen.
- De evacuatie van het gehele Russische grondgebied. Rusland moet onafhankelijk zijn politieke toekomst kunnen bepalen.
Dit punt bevatte een indirecte waarschuwing om zich niet te bemoeien met de ontwikkelingen in Rusland (de Geallieerden waren van plan om antibolsjewistische rebellen te steunen). Het weerspiegelt de positieve houding van Lippmann tegenover het revolutionaire Rusland. Ook Wilson zelf wilde toen (nog) niet dat er gewapend in Rusland werd ingegrepen.
- België moet worden ontruimd en heropgebouwd, om opnieuw een soeverein land te worden.
“Iedereen zou het daarover eens moeten zijn”, voegde Wilson eraan toe. Het sloot de Duitse eis uit dat België een soort Duitse vazalstaat zou worden en dat bepaalde delen van het land onder Duitse controle zouden blijven.
- De bezette gebieden in Frankrijk moeten worden ontruimd en heropgebouwd. Het onrecht dat Frankrijk in 1871 is aangedaan inzake Elzas-Lotharingen moet worden goedgemaakt.
Dat betekende dat Frankrijk Elzas-Lotharingen – dat het na een oorlog in 1871 aan Duitsland had moeten afstaan – zou terugkrijgen, wat de Fransen altijd geëist hadden. ‘The Inquiry’ had daarover lang nagedacht. De uiteindelijke tekst had het alleen over Elzas-Lotharingen en zweeg over andere Franse aanspraken op Duits grondgebied (in het bijzonder het Saarbekken).
- Een herziening van de grenzen van Italië moet gebeuren volgens een duidelijk herkenbare scheiding van nationaliteiten.
Dit was een antwoord op de Italiaanse aanspraken op delen van Oostenrijk, zoals het zuiden van Tirol, Istrië en Dalmatië. ‘The Inquiry’ wilde die niet zomaar aanvaarden en stelde dat alleen gebieden met een duidelijk Italiaanse bevolking naar Italië zouden gaan.
- De volkeren van Oostenrijk-Hongarije moeten de meest vrije mogelijkheid tot autonome ontwikkeling krijgen.
Dit was een antwoord op de eisen van vooral de Slavische volkeren binnen de Donaumonarchie (Tsjechen, Kroaten, Serven…). De tekst wil voor hen een zo groot mogelijke autonomie, maar zwijgt over onafhankelijke staten. ‘The Inquiry’ was daartegen, vanwege de vrees om Oostenrijk-Hongarije op te delen in een hoop zwakke staatjes (de “balkanisering” van Midden-Europa), wat gevaarlijke gevolgen zou kunnen hebben.
- Roemenië, Servië en Montenegro moeten worden ontruimd. Servië moet een vrije toegang krijgen tot de zee. Er moeten garanties komen voor een politieke en economische onafhankelijkheid en de territoriale onschendbaarheid van de Balkanlanden.
Wilson bleef hier vager dan wat ‘The Inquiry’ had voorgesteld, die duidelijke grenzen voor Servië en Bulgarije had aanbevolen.
- De Turkse delen van het Ottomaanse Rijk moeten ervan verzekerd zijn dat ze als soevereine staat blijven bestaan, maar de andere nationaliteiten onder Turks bewind moeten de verzekering krijgen van een veilig leven en een ongehinderde mogelijkheid tot zelfstandige ontwikkeling. De Dardanellen moeten open zijn voor vrije toegang van koopvaardijschepen van alle landen.
De Turken konden dus een eigen staat behouden, maar de andere volkeren binnen het Ottomaanse Rijk (Arabieren, Grieken, Armeniërs, Koerden…) hoefden daar niet meer toe te behoren. De garantie op een “veilig leven” verwijst naar de vervolging van de Armeniërs tijdens de oorlog.
- Er moet een onafhankelijke Poolse staat worden opgericht, die de gebieden omvat die bewoond worden door een onbetwistbaar Poolse bevolking. Die zou verzekerd moeten zijn van een vrije toegang tot de zee.
‘The Inquiry’ had na veel discussie geoordeeld dat er een Poolse staat mocht komen, maar als autonoom onderdeel van Rusland of Oostenrijk-Hongarije. Wilson verkoos een onafhankelijk Polen. De uitdrukking “onbetwistbaar Poolse bevolking” was er om de Poolse aanspraken op delen van Litouwen en Oekraïne af te wijzen. Zoiets was echter in tegenspraak met de eis voor een toegang tot de zee (ook een idee van Wilson). Deze “Poolse corridor” naar zee zou onvermijdelijk gebieden bevatten met een overwegend Duitse bevolking. De geschiedenis zou aantonen dat dit tot een volgende oorlog zou leiden…
- Een algemene vereniging van volkeren moet worden opgericht om grote en kleine staten wederzijdse waarborgen te verstrekken van hun politieke onafhankelijkheid en territoriale onschendbaarheid.
Het voorstel tot oprichting van de Volkenbond. Dat idee was niet nieuw: sinds het begin van de oorlog waren er al regelmatig voorstellen geweest voor een internationale organisatie ter vrijwaring van de vrede. Wilson zou echter de absolute kampioen van het idee worden. Uiteindelijk zou hij de Volkenbond belangrijker vinden dan om het even welke andere vredesbepaling.
Reacties
Vooral de linkse partijen reageerden enthousiast. In Rusland verspreidden de Amerikanen miljoenen pamfletten en posters met de Veertien Punten en de bolsjewistische kranten drukten de integrale tekst af. De stakingen die dezelfde maand in Duitsland en Oostenrijk uitbraken, waren voor een deel aangezet door de hoop die Wilson had gegeven.
De Geallieerde regeringen reageerden formeel positief, maar hadden toch bedenkingen. De Fransen en Belgen rekenden erop dat de Duitsers zouden opdraaien voor de wederopbouw van hun land, maar de tekst zweeg daarover. Groot-Brittannië kon als sterkste zeemacht ter wereld niet akkoord gaan met de vrijheid op zee.
De Duitse regering en zeker de Duitse legerleiding zagen aanvankelijk geen reden om op het voorstel in te gaan. Ze wilden Elzas-Lotharingen en ook België niet opgeven. Generaal Ludendorff, de sterke man van de legerleiding, zei dat een bevrijd België een bedreiging voor de Duitse veiligheid zou zijn. Voor hem waren de kansen voor een Duitse overwinning op dat moment groter dan ooit, dus moest er zo snel mogelijk een groot Duits offensief komen.
Enkele maanden later, toen bleek dat dit Duitse eindoffensief mislukt was, zou Duitsland de Veertien Punten inroepen om vredesgesprekken te vragen.
In die zin vormden Wilsons voorstellen het begin van het einde van de oorlog. Later, toen de Amerikaanse president deelnam aan de vredesgesprekken in Parijs, zou hij de Veertien Punten voor een groot deel toepassen, maar niet altijd met evenveel succes. Maar het maakte hem intussen tot een held, een apostel van de vrede. Bij zijn komst naar Europa werd hij dan ook massaal toegejuicht. De teleurstelling achteraf zou des te groter worden…