Het Ferhaleboek. Ferhaal van Fryslân is een uitgave van het Fries Museum over ruim 100 verschillende voorwerpen die iets vertellen over de Friese geschiedenis of over Friese personen. Het caleidoscopische boek laat zien wat er typisch Fries is, of wat niet. Korte, prikkelende verhalen van 2 à 3 pagina’s laten zien dat Friesland meer is dan skûtsjesilen, de Elfstedentocht, SC Heerenveen en kaatsen.
De ‘allerberoemdste Fries’, die meteen in het eerste verhaal wordt geïntroduceerd, is Sir Lawrence Alma-Tadema (1836-1912). Via een liefdesrelatie belandde hij in Londen, waar hij als tekenaar en schilder ontdekt werd door het grote publiek. Daar ontpopte hij zich als een van de bekendste en best betaalde kunstenaars ter wereld. Na zijn dood vergat de kunstwereld hem snel, maar de afgelopen jaren lijkt hij herontdekt te worden, getuige ook zijn vermelding in het Ferhalenboek.
Aardig is ook het verhaal over Leeuwarden, dat tweeduizend jaar geleden aan de zee – de zogenoemde Middelzee – lag. Deze zee werd stukje bij beetje ingepolderd en is uiteindelijk helemaal verdwenen. We maken verder kennis met een schitterende kandelaar uit een middeleeuws klooster, een van de oudste klooster-artefacten uit Friesland en tegenwoordig hét topstuk uit het Fries Museum.
Echte Friezen zijn Drenten
Het verhaaltje over de keramiekfabriek uit Bolsward leert dat Fries aardewerk wereldwijd ging. De Bolswardse fabriek bestond tussen 1737 en 1793 en produceerde in die tijd meer dan 25 miljoen aardewerken, met name tegls en schotels. Het materiaal was vooral bedoeld voor de regionale markten, maar vond ook zijn weg naar de export. Met name in Noordwest-Duitsland vonden de Friese tegels gretig aftrek.
Dat rechtgeaarde Friezen ook over relativeringsvermogen beschikken, bewijst een artikeltje over zogenoemd ‘Ruinen-Wommels aardewerk’. Dit aardewerk uit 600 voor Christus toont aan dat het aardewerk door Drentse boeren uit Ruinen – waar hetzelfde materiaal is gevonden – meegenomen werd naar Friesland. De echte wortels van deze Friezen lagen dus in Drenthe.
Ook leren we dat het Friese ‘kaatsen’ oorspronkelijk afkomstig is uit Dordrecht. Waar in andere delen van Nederland de vooruitgang doorging en het kaatsen werd verrijkt met een racket en zo het tennis tot ontwikkeling kwam, bleven de eigengereide Friezen doorgaan met de originele beoefening.
Rijkgeschakeerd beeld
Het Ferhaleboek biedt een rijk gevarieerd beeld van de herkomst van Friese culturele tradities. De verhalen zijn kort, krachtig en voorzien van prachtig fotomateriaal. Natuurlijk is een avonturenboek als dit boek nooit helemaal compleet. Zo mis ik een stuk over Eise Eisinga’s planetarium.
Tevens mag – mijns inziens – een artikel over de relatie van Friesland met de Verenigde Staten niet ontbreken. Het waren de Friezen die als een van de eersten de Verenigde Staten als soevereine natie erkenden, en met name Friesen kozen er in de negentiende en twintigste eeuw voor naar Amerika te emigreren. Dit leverde een aantal beroemdheden op, onder wie Peter Stuyvesant, Ford-directeur John Dykstra of Albert Kuiper die in 1896 het grootse warenhuis bouwde van New York: Siegel & Cooper.
Ondanks deze omissies is het Ferhaleboek een prachtig kijk- en leesboek. Het geeft niet alleen een rijkgeschakeerd beeld van de prachtige collectie van het Fries Museum, maar laat tevens zien dat de Friezen tegenwoordig over een gezonde dosis relativeringsvermogen beschikken.