Al ongeveer tien jaar reist de in Keulen woonachtige fotograaf en blogger Christian Hermann door Oost-Europa om sporen van verdwenen Joodse gemeenschappen te fotograferen. Op zijn blog Vanished World is een groot deel van zijn werk te bekijken, maar in 2018 verscheen daarnaast het fotoboek ‘In schwindendem Licht – In Fading Light’.
In dit boek zijn foto’s te zien van ruïnes van synagogen, verwaarloosde Joodse begraafplaatsen en andere bouwwerken en locaties van Joodse oorsprong. De Joden zelf zijn er meestal niet meer; ze zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog vermoord door de nazi’s en de overlevenden zijn vanuit de communistische staten geëmigreerd naar Israël, de Verenigde staten en andere landen waar ze zich veiliger voelden dan in hun geboorteland. Daarmee ging een eeuwenoude Joodse beschaving grotendeels verloren.
Joodse gemeenschappen
Gedurende het einde van de twaalfde eeuw en het begin van der dertiende eeuw ontwikkelden zich in Oost-Europa de eerste Joodse gemeenschappen. Het waren veelal kooplieden die de handel tussen Oost en West organiseerden. Tijdens de Middeleeuwen zouden vele Joden zich vestigen in onder andere Polen en Oekraïne, omdat de vestigingsvoorwaarden gunstig waren of omdat ze vanuit elders verdreven waren. Zo mochten Joden vanaf 1492 en 1497 niet langer wonen in respectievelijk Spanje en Portugal, tenzij ze zich bekeerden tot het christendom. Joden vestigden zich in het Oosten onder andere op het platteland in hun eigen nederzettingen, sjetls genaamd, of in steden waar ze vaak in hun eigen stadsdelen leefden. Onder meer in Warschau, Krakau, Lublin, Lemberg, Minsk en Vilnius ontstonden grote Joodse gemeenschappen met hun eigen cultuur. Meestal vormden Joden in steden een beduidende minderheid die een groot stempel drukte op de sociale en economische ontwikkeling.
Tweede Wereldoorlog
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog leefden meer dan zes miljoen Joden in het Oosten. Met de Duitse inval in Polen in september 1939 en de daaropvolgende aanval op de Sovjet-Unie in 1941 sloeg het noodlot voor hen toe. Executiepelotons van de Duitse politie en SS richtten massaslachtingen aan onder de Joodse bevolking en daarnaast werden vele honderdduizenden Joden afgevoerd naar de vernietigingskampen in Polen. De overlevenden verkozen na de oorlog emigratie boven het blijven leven in de omgeving waar het bloed van hun familieleden, vrienden en buurtgenoten vergoten was. Als gevolg van armoede, desinteresse en antisemitisme gedurende het communistische tijdperk werden Joodse bouwwerken en begraafplaatsen genegeerd of in gebruik genomen voor andere, niet-religieuze doeleinden.
In zijn boek toont Christian Hermann 110 door hem gemaakte foto’s van Joods erfgoed in 57 steden en dorpen in Oekraïne, Moldavië, Polen, Hongarije en Roemenië. De foto’s hebben vrijwel allemaal een sombere uitstraling en tonen verval, verwaarlozing en leegte. Op een foto genomen op de locatie van de voormalige sjetl Trochenbrod in Oekraïne is slechts een met sneeuw en ijs bedekt terrein met daarboven elektriciteitskabels te zien. Erop is niets meer te herkennen dat duidt op het Joodse verleden. Op andere foto’s zijn voormalige synagogen herkenbaar die ofwel verwaarloosd ofwel voor niet-religieuze doeleinden in gebruik zijn genomen. Zo is de voormalige grote synagoge in Sambir in Oekraïne tegenwoordig een fitnesscentrum en de vroegere synagoge van Câmpulung in Roemenië een bar. Op de locatie van de voormalige Joodse begraafplaats in Berdytsjiv in Oekraïne staat een gedateerde kermisattractie en elders in hetzelfde land is eenzelfde plek veranderd in een armzalige speeltuin.
Mezoeza’s
Een andere droevig stemmende foto is van een verpauperde Joodse begraafplaats in Gura Humorului. Een waakhond in zijn hok en lege waslijnen ogen beschamend misplaatst op een plek als deze. Ook de meer gedetailleerde foto’s in het boek tonen de teloorgang van Joodse beschaving in het Oosten. Zo laten sommige foto’s Joodse grafstenen zien die in gebruik zijn als muur- of stoeptegels. Op andere foto’s zijn opschriften van vroegere Joodse winkels te zien. Bijzonder zijn de door Christian Hermann gefotografeerde sporen van mezoeza’s op deurposten. Mezoeza’s zijn tekstkokertjes waar Joden volgens traditioneel Joods gebruik een gebed op perkament uit de Thora in bewaren. Met het aanbrengen ervan op deurposten wordt een huis ingewijd. Bij binnenkomst is het steeds de bedoeling dat je bij wijze van religieuze devotie de mezoeza aanraakt en vervolgens je vingers naar je lippen brengt.
De foto’s bekijkend bekruipt je het gevoel dat veel van de sporen van het Joodse verleden niet lang meer meegaan. Hoewel ook enkele hoopvolle voorbeelden van conservering worden getoond – tot stand gekomen met Europese geld – zijn veel bouwwerken rijp voor de sloop of staan ze verdere ontwikkeling in de weg. “Deze regio’s zijn geen zwarte dozen waarin historische sporen voor altijd bewaard worden”, schrijft historicus Adam Kerpel-Fronius hierover in het voorwoord.
“Integendeel, de landschappen veranderen voortdurend in deze regio’s en ondergaan een periode van intense modernisatie en verandering.”
Een goed voorbeeld hiervan is dat deurposten met de sporen van mezoeza’s verdwijnen zodra de huiseigenaren geld genoeg hebben om een nieuwe deur te plaatsen. Dat maakt het werk van Christian Hermann een race tegen de klok.
Aanklacht tegen verwaarlozing
De fotograaf geeft aan het begin van zijn boek aan de hand van een citaat van de Duitse filosoof Walter Benjamin aan dat zijn foto’s geen toelichting nodig hebben: “Ich habe nichts zu sagen. Nur zu zeigen.” Onder elke foto staat zowel in het Duits als Engels alleen de locatie, de datum en een zeer beknopte beschrijving van wat we zien. Het is jammer dat nadere informatie ontbreekt, want zeker de minder goed geïnformeerde lezer komt aan de hand van de foto’s weinig concreets van de geschiedenis te weten. Een uitgebreidere inleiding zou veel toegevoegd kunnen hebben. Al hebben de foto’s voor de beter geïnformeerde lezer meer zeggingskracht en stimuleren ze om nadere informatie op te zoeken.
‘In schwindendem Licht – In Fading Light’ bevat intrigerende, aangrijpende foto’s die een verwaarloosd aspect van de Holocaust tonen. Denken we aan de uitroeiing van de Joden, dan zien we vooral de vernietigingskampen voor ons, maar niet de locaties waarvandaan de slachtoffers voorgoed verdwenen. “Terwijl Auschwitz een locatie van de dood is, is het even belangrijk om zorg te dragen voor de locaties waar de slachtoffers leefden”, zo lezen we in het voorwoord. Door het documenteren van deze plaatsen door middel van fotografie wordt respect betoond aan de slachtoffers. Volgens Adam Kerpel-Fronius kan Christian Hermann “de doden niet terugbrengen”, maar doet hij “zijn best om hun geesten op te roepen”. Tegelijk is zijn werk een aanklacht tegen de verwaarlozing en het oneerbiedige hergebruik dat veel van deze locaties ten deel is gevallen.
Boek: In schwindendem Licht – In Fading Light
Ook interessant: Joodse begraafplaats Weissensee doorstond nazi-tijdperk