Het mooi uitgegeven boek Graven van Vlaanderen bevat ruim 30 biografieën van de belangrijkste Vlaamse vorsten die van 862 tot 1795 aan de macht waren.
‘Verdronken land’
De historische inleiding van het boek behandelt in kort bestek de geschiedenis van Vlaanderen. Deze naam komt van pagus Flandrensis (‘de gouw Vlaanderen’), waarbij Flandrensis ‘verdronken land’ betekent, omdat het een drassig en nat gebied betrof. Het gebied was ongeschikt voor graanverbouw, waardoor zich in de Middeleeuwen een wijdverbreide schapenteelt ontwikkelde beoogd op de productie van wol.
Het graafschap Vlaanderen ontstond in Noordwest-Gallië, dat een aantal decennia voor de jaartelling door Julius Caesar (100-44 v.Chr.) werd veroverd. Naast verwoesting leidde deze verovering ook tot ontwikkeling: de Romeinen legden heerwegen aan, introduceerden het schrift en diverse landbouwtechnieken, terwijl ook de handel opbloeide. Rond het jaar 400 na Christus trokken ‘barbaren’ de regio in, wat leidde tot chaos en economische neergang.
Verdun
Dit duurde totdat de Franken, met name onder Karel de Grote veel macht verwierven en het Karolingische Rijk stichtten. Karel de Grote liet in het hele rijk kastelen bouwen (paltsen) en verdeelde het Frankische Rijk in honderden gouwen (onder meer pagus Flandrensis) waar hij gouwgraven aanstelde.
Na de dood van Karel in 814 brak een machtsstrijd los tussen zijn opvolgers. Dit leidde tot een driedeling die in 843 in het Verdrag van Verdun bekrachtigd werd. Een Oost-Frankisch Rijk, verder Lotharingen in het midden van Europa en een West-Frankisch Rijk dat de enorme regio van Vlaanderen tot Barcelona besloeg.
Boudewijn I en anderen
Tussen ongeveer 880 en 1070 ontwikkelde Vlaanderen zich tot een belangrijk graafschap. Het boek begint iets voor deze periode met een beschrijving van de eerste graaf Boudewijn I, die regeerde van 862 tot 879. Boudewijn I was vazal (leenman) van Karel de Dikke (823-877) en getrouwd met diens dochter. Onder Boudewijns regering was er rust in Vlaanderen waardoor het stadje Brugge kon opbloeien als handelsstad. Uiteindelijk ontwikkelde Brugge zich in de veertiende eeuw met 45.000 inwoners tot een van de grootste steden van Noordwest-Europa.
De biografietjes van de graven beslaan gemiddeld 4 à 5 pagina’s en raken de kern van de zaak. Andere graven en gravinnen die behandeld worden – van de Karolingers tot de Habsburgers – zijn onder meer Karel de Goede (1119-1127), Margaretha van Constantinopel (1244-1278), Robrecht III (1305-1322) en Filips de Schone (1494-1506). We komen alle soorten graven tegen: onhandige bestuurders, geldverspillers, charlatans, maar ook heiligen en goede graven.
Uiteindelijk maakte de Franse generaal en keizer Napoleon Bonaparte (1769-1821) in 1795 een einde aan het bestuurssysteem van hertogdommen en graafschappen, en kwam er een einde aan dit bestuurssysteem uit het ancien regime. Vandaar ook dat de beschrijvingen in dit boek tot 1795 lopen.
Slot
De biografietjes zijn goed geschreven, en zowel afzonderlijk goed leesbaar als binnen de grote lijn van het complete verhaal. Het boek Graven van Vlaanderen bevat naast gedegen beschrijvingen ook talloze fraaie afbeeldingen, schilderijen en plattegronden in kleur, zodat ook het oog aan zijn trekken komt. De beknopte literatuurlijst is nuttig voor diegenen die verder in de materie willen duiken.
Boek: Graven van Vlaanderen – Vlaamse vorsten in woord en beeld
Lees ook de voorpublicatie: Graven van Vlaanderen, van Boudewijn de IJzere tot Frans II