De Verenigde Naties willen dat Spanje een onderzoek instelt naar de 114.000 verdwijningen tijdens de Spaanse Burgeroorlog en de dictatuur van generaal Franco.
De VN betreurt het dat deze misdaden onbestraft zijn gebleven en wil dus dat Spanje de verdwijningen alsnog gaat onderzoeken. Een groep VN-deskundigen presenteerde maandag een rapport aan de Spaanse regering. De deskundigen spraken met honderden familieleden van vermisten en stellen dat Spanje tot op heden nog heel weinig aan de zaken heeft gedaan.
Als het aan de VN ligt neemt Spanje een onderzoek naar de verdwijningen op in een ‘nationaal mensenrechtenplan’. Het land werkt al enige tijd aan zo’n plan. Onderzoek naar verdwijningen zou moeilijk zijn omdat wetten die toegang tot informatie moeten regelen ontbreken. De VN stelt daarom dat de Spaanse wetgeving moet worden aangepast. Ook vindt de VN dat een amnestiewet uit 1977 niet goed wordt geïnterpreteerd.
Na de burgeroorlog kwam generaal Francisco Franco met de hulp van Adolf Hitler en Benito Mussolini in 1939 in Spanje aan de macht. Franco regeerde zeer autoritair. Onder zijn bewind werden tegenstanders op grote schaal vermoord, gemarteld en opgesloten in kampen.
Monument
Onlangs werd bekend dat in Málaga een groot herdenkingsmonument komt voor de tienduizenden slachtoffers van de dictatuur. Dit marmeren monument, dat de vorm van een piramide heeft, wordt geplaatst op een begraafplaats waar zich ooit het grootste massagraf van de burgeroorlog en de dictatuur van Franco bevond. Volgens verschillende documenten zouden hier tot de jaren vijftig 4471 mensen zijn gefusilleerd omdat ze tot het republikeinse kamp behoorden.
Lees ook: Francisco Franco (1892-1975) – Uitgebreide biografie van de dictator