1 augustus 1939, dinsdag
John F. Kennedy reist in deze woelige zomer door Europa. Hij benut de contacten van zijn vader en de bekendheid van zijn familie. Af en toe verblijft hij enkele weken in de residenties van de VS-ambassadeurs. Daarbij komt Kennedy heel wat meer over de politieke situatie te weten dan veel van zijn landgenoten – en hij weet ook meer dan de meeste Duitsers.
De koppen van de gelijkgeschakelde kranten in Berlijn, Hamburg, München of Wenen klinken heel anders dan die van de vrije pers in Londen, Parijs en Washington. De Duitse journalisten schrijven over aanvallen op de Duitse minderheid in Polen, over agressie vanuit het buurland. Hun collega’s in Groot-Brittannië, Frankrijk en de Verenigde Staten schrijven over Hitlers greep naar het volgende vrije land, over Duitse provocaties en intimidatiepogingen. Kennedy geeft de voorkeur aan informatie uit eerste hand. Zijn scriptie mag niet alleen gebaseerd zijn op secundaire literatuur. Nee, zijn werk moet overtuigend aantonen hoe de bewapening overal volop aan de gang is en deze zomer zelfs in een hogere versnelling is geschakeld, terwijl tegelijkertijd de toon tussen de regeringen harder wordt.
De burgers van Europa hopen intussen op een zomer zonder verdere escalaties, waarin ze met familie en vrienden kunnen genieten van het mooie weer. In Danzig meten meteorologen op 1 augustus de warmste dag van het jaar. Dagjesmensen verdringen zich op de stranden aan de Oostzee. Het is een goede zomer voor de toeristische industrie. De badplaats Heubude telt op één enkele dag 5538 badgasten. Sommige stranden zijn zo vol dat je de indruk krijgt dat de hele stad op zoek is naar verpozing in deze gespannen situatie.
Sir Neville Henderson
Sir Neville Henderson heeft geen tijd om te zonnebaden, laat staan om uitgebreid met vakantie te gaan. De Britse ambassadeur in Berlijn probeert de vrede te bewaren. En ondanks de oorlogszuchtige uitspraken van sommige politici blijft hij optimistisch. Henderson is een slanke man, met snor, een messcherpe haarscheiding en de houding van een aristocraat. Aan zijn schrijftafel in de Britse missie schrijft hij rapporten voor de minister van Buitenlandse Zaken in Londen. Hij adviseert om verder te onderhandelen met Hitler. Terwijl veel journalisten met hun artikelen de oorlog dichterbij brengen, probeert Henderson de gemoederen aan het thuisfront te sussen. Volgens hem is de situatie ernstig, maar nog niet meteen gevaarlijk.
‘Als we op de juiste manier met hem omgaan, geloof ik dat hij geleidelijk aan vredelievender zal worden…’
…heeft hij in februari nog over Hitler naar het ministerie van Buitenlandse Zaken in Londen geschreven. Maar wat betekent ‘op de juiste manier omgaan’ in deze zomerdagen? De gesprekken overal in Europa die tot doel hebben de vrede te bewaren, slepen eindeloos aan. Maar nog altijd heeft niemand de oorlog verklaard. Dat is toch al iets! Waarom zou het zo niet kunnen blijven?
De Britse ambassade bevindt zich in de oude regeringswijk van de Duitse Rijkshoofdstad. Henderson woont in Palais Strousberg, een paleisachtig gebouw van twee verdiepingen met vier Korinthische zandstenen zuilen voor het indrukwekkende portaal. Het adres luidt Wilhelmstraße 70-71. De Rijksdag, de Rijkskanselarij en vele ministeries liggen op een steenworp afstand. Maar dat betekent niet per se dat de Britse ambassadeur toegang tot de macht heeft. Dat komt omdat Adolf Hitler de afgelopen jaren nieuwe regeervormen heeft ingevoerd in Duitsland. Hij reist het land af als een middeleeuwse prins, en is liever ver van de hoofdstad, op de Obersalzberg bij Berchtesgaden of in München, zijn zelfgekozen heimatstad. Wie iets van de Führer wil, moet zelf naar hem komen.
Henderson heeft geprobeerd Hitler tijdens deze crisis achterna te reizen. Een paar dagen geleden is hij naar Bayreuth getrokken. Hij hoopte Hitler daar op de Wagner-Festspiele te ontmoeten. Bij het luisteren naar overdonderende aria’s de spanningen afbouwen, dat was zijn plan, en hij had daarbij de steun van Winifred Wagner, de intendante van het festival. Er werd toch beweerd dat Wagners muziek een heuse gedaanteverwisseling bij de Führer teweegbrengt en van hem een kalm, evenwichtig en tevreden man maakt? Precies de juiste stemming om hem van een aanval op Polen te doen afzien.
Maar Hitler is de diplomaat gewoon uit de weg gegaan. En evenwichtig leek hij ook niet echt. Het voorstel van Winifred Wagner om Henderson te ontmoeten wees hij bars van de hand. De ambassadeur kreeg Hitler in het Festspielhaus alleen van een grote afstand te zien. Gelukkig was de reis naar Beieren niet helemaal een ontgoocheling. Henderson heeft genoten van de Walküre-voorstelling. In deze tweede opera van de Ring des Nibelungen doet Wotan, de belangrijkste god in de Germaanse mythologie, zijn beklag over een mislukte intrige: ‘In eigener Fessel fing ich mich, ich Unfreiester aller!’ (‘In m’n eigen val trapte ik, ik de meest onvrije van allen!’) Zou Hitler met zijn riskante spel om Danzig hetzelfde lot beschoren zijn? Henderson heeft het ongetwijfeld gehoopt.
Birger Dahlerus
Ook Birger Dahlerus moet dezer dagen niet veel hebben van het oorlogsgestook en de verbale wapenwedloop. Zoals zo vaak de afgelopen weken grijpt de Zweedse industrieel naar de telefoon en belt hij oude vrienden in Londen op. Tot zakendoen – hij verkoopt motoren – komt hij tegenwoordig bijna niet meer. Vanuit Stockholm bereidt hij een missie voor, waarvan niets tot de buitenwereld mag doordringen. Hij heeft de opdracht de strengste geheimhouding te bewaren. Hij moet namelijk invloedrijke Britten met een nazikopstuk in contact brengen.
Eigenlijk is Dahlerus in geen enkel opzicht gekwalificeerd voor deze gevoelige taak. Wat voor hem pleit is dat hij invloedrijke mensen kent en geen persoonlijk belang in deze kwestie nastreeft. En dat hij met de twee landen vertrouwd is. Daarnaast heeft Dahlerus voldoende geld om als privédiplomaat actief te zijn. Hij reist door Europa, telefoneert, telegrafeert en ontmoet vrienden om de vrede een kans te geven. Hermann Göring heeft met het plan van Dahlerus ingestemd. Hij wil met een aantal Britten praten, die door zijn Zweedse vertrouweling zijn geselecteerd. Hij vraagt Dahlerus om de bijeenkomst zo spoedig mogelijk te regelen.
Göring voert een eigen buitenlands beleid – achter de rug van de minister van Buitenlandse Zaken Ribbentrop om. En dat niet voor het eerst, allebei dingen ze naar de gunst van de Führer en bestrijden ze elkaar. Tot nu toe liepen de onderhandelingen met Polen vooral via Göring. En hij steekt al een hele poos zijn voelsprieten naar Groot-Brittannië uit. Deze zomer heeft hij alvast een directeur-generaal van zijn Vierjarenplandienst, die de Duitse economie op een oorlog voorbereidt, naar hooggeplaatste gesprekspartners in Londen gestuurd. Ondanks de officiële doelstellingen van zijn dienst wil hij de vrede bewaren. Hij weet maar al te goed dat leger en diplomaten ook niet uit zijn op een groot conflict. Hij heeft al heel voorzichtig geprobeerd Hitler over te halen zijn oorlogskoers af te remmen. Voorzichtig, want ook Hermann Göring waagt het niet de kanselier en opperbevelhebber openlijk tegen te spreken.
Daarom zet hij in op de geheime diplomatie van vertrouwelingen zoals Dahlerus. De ondernemer heeft lang gezocht naar een geschikte plek voor de bijeenkomst tussen Duitsers en Britten. In Zweden vond hij een afgelegen kasteel dat toebehoort aan een vriend die zijn mond kan houden. Maar Dahlerus kan Göring niet de garantie bieden dat zijn ontmoeting met de Britten geheim blijft. Er zouden te veel betrokkenen zijn, bedienden, chauffeurs en talloze anderen. Toch wil de Zweedse zakenman niet zomaar opgeven. Een andere oplossing zou een bijeenkomst helemaal in het noorden van het Groot-Duitse Rijk kunnen zijn. Dahlerus’ echtgenote bezit in de buurt van de Deense grens een afgelegen hoeve vlak bij zee. Als hij de bijeenkomst daarheen verplaatst, is het aan de Duitse regering om voor de nodige discretie te zorgen. Göring stemt toe: in Noordfriesland staan de media, zoals overal in het Rijk, onder strikte controle, een gesprek met een paar gasten uit Londen zou geheimgehouden kunnen worden. De vraag is nu: doen de Britten mee?
Dahlerus weet hoe verontwaardigd de Engelsen zijn over Hitlers aanhoudende dreigementen. De meerderheid van de Britten wil de vele gevallen van woordbreuk, maar vooral de daden van agressie tegenover buurlanden, niet langer tolereren. Dat is de mening van the man on the street, maar ook van verschillende ministers. In het voorjaar hebben de Engelsen vanwege de Duitse agressie de verplichte militaire dienst ingevoerd. Om zijn vrienden ondanks de nerveuze stemming naar Duitsland te lokken, stelt Dahlerus voor een bezoek te brengen aan een Zweedse hoeve met Zweedse gastheren, op Duits grondgebied.
Ernst von Weizsäcker
Ook onder de Duitse diplomaten zijn er veel die zich inzetten voor de vrede. Ernst von Weizsäcker, de op een na machtigste man in het ministerie van Buitenlandse Zaken, is een van hen. Hij meent dat een grote oorlog tegen de westerse mogendheden een catastrofe zou zijn. Volgens hem kan zo’n oorlog Duitsland alleen maar fatale schade toebrengen. Sinds maart 1938 is hij staatssecretaris op Buitenlandse Zaken, daarvoor heeft hij tal van topposities bekleed, waaronder onderafdelingshoofd, afdelingshoofd en gezant.
Aanvankelijk wilde hij de nieuwe functie helemaal niet bekleden. Hij had naar zijn moeder geschreven dat hij eigenlijk niet langer een carrière ambieerde. Omdat hij minister van Buitenlandse Zaken Joachim von Ribbentrop als beïnvloedbaar beschouwde, stemde hij uiteindelijk toe, hoewel hij zich, om staatssecretaris te kunnen worden, moest aansluiten bij de NSDAP en de SS. Vermoedelijk streelde het aanbod echter ook zijn ijdelheid – hij vond meteen dat hij geknipt was voor de baan.
‘Mag je daar eigenlijk wel aan meedoen?’
…had hij in 1933 aan een vriend geschreven, toen Hitler tot kanselier was benoemd. Hitlers agressieve buitenlandpolitiek schrikt Weizsäcker niet principieel af. Hij verwerpt het Verdrag van Versailles van 1919 en hoopt dat Adolf Hitler een revisie ervan zal bewerkstelligen. Zo denken veel conservatieven in het Rijk erover, ook op Buitenlandse Zaken. Maar een oorlog wil Weizsäcker daarvoor niet riskeren.
Hij vreest dat een nieuw groot conflict, waarbij Duitsland mogelijk het onderspit delft, het voortbestaan van het Rijk in gevaar zou kunnen brengen. Om dat te voorkomen heeft Weizsäcker voorzichtig gelijkgezinden om zich heen geschaard die in het geheim een anti-oorlogskoers volgen. Hij en zijn medestrijders denken een spitsvondig plan uit. Hun minister mag er geen lucht van krijgen. Ze zetten in op een alternatief buitenlands beleid dat indruist tegen de officiële plannen van het regime.
De Weizsäcker-kring wil de Britten en Fransen ertoe overhalen Hitler in niet mis te verstane bewoordingen duidelijk te maken dat een aanval op Polen het begin zou betekenen van een wereldoorlog. Toen Duitsland vorig jaar Oostenrijk binnenviel en vervolgens het Sudetenland annexeerde, was er geen internationaal protest gekomen om indruk te maken op de nationaalsocialisten. Toen Hitler Bohemen en Moravië bezette, had hij de waarschuwingen uit Londen en Parijs naast zich neergelegd. Dit keer moet het anders, vindt de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, en daar wil hij concreet aan bijdragen.
Weizsäcker maakt niet meteen deel uit van de oppositie tegen Hitler, die zich in het leger, het ministerie van Buitenlandse Zaken en andere ministeries heeft gevormd. Wel heeft hij een netwerk met veel tegenstanders van het regime. En een jaar geleden was het grotendeels aan hem te danken dat de crisis rond Tsjecho-Slowakije niet tot een oorlog heeft geleid. Ook toen ging hij in tegen de riskante buitenlandpolitiek van Hitler. Bovendien staat hij in contact met invloedrijke officieren zoals Franz Halder, de stafchef van het leger. ‘Je moet die man met een bijl de kop inslaan,’ had Halder tijdens een gesprek met Neville Henderson in het voorjaar nog over Hitler gezegd. Halder en andere officieren steunen Weizsäcker in zijn streven om de Britten en Fransen aan te sporen de nationaalsocialisten duidelijk te maken dat de aanval op Polen tot een oorlog zal leiden.
Sommige medestrijders van Weizsäcker op het ministerie van Buitenlandse Zaken houden contact met mannen die niets liever willen dan Hitler met geweld ten val brengen. Een van hen wisselt regelmatig van gedachten met Hans Oster van de Abwehr, de geheime dienst van de Wehrmacht. Hij was vorig jaar al met enkele vertrouwelingen van plan geweest Hitler ten val te brengen, omdat ze een oorlog wilden voorkomen en de inlijving van het Sudetenland door Hitler krankzinnig vonden. Maar de westerse mogendheden hadden toen de nationaalsocialisten hun gang laten gaan. Hitlers uiterst riskante buitenlands beleid had gewerkt. De samenzweerders bliezen de staatsgreep af.
Weizsäcker stuurt er behoedzaam op aan Hitler van mening te doen veranderen in de Poolse kwestie. Die laatste gelooft nog steeds dat de Britten en Fransen niet willen sterven voor Danzig. En zijn minister van Buitenlandse Zaken sterkt hem in die overtuiging. Om die reden spelen vertrouwelingen van Weizsäcker in Engeland informatie door aan de vertegenwoordigers van het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken. De Weizsäcker-kring probeert de Britten over te halen Hitler een duidelijke, ondubbelzinnige waarschuwing te geven om te voorkomen dat hij Polen binnenvalt.
Joachim von Ribbentrop
Ook van dit initiatief heeft Ribbentrop geen weet. De minister van Buitenlandse Zaken hoopt nog steeds Engeland ervan te overtuigen zich niet te mengen in het conflict in Polen. Hij heeft met de Britten een vlootovereenkomst gesloten en daarmee de diplomatieke spanningen verminderd. Destijds, in de zomer van 1935, won hij daarmee het vertrouwen van Hitler. Ribbentrop is sinds mei 1932 lid van de NSDAP. Een jaar later trad hij toe tot de SS. Inmiddels is hij SS-Obergruppenführer en mag hij SS-leider Heinrich Himmler met jij aanspreken. Binnen de NSDAP heeft Ribbentrop geen machtsbasis, hij heeft er meer tegenstanders en afgunstigen dan vrienden. Dat verklaart ook zijn nauwe band met Himmler, een van de machtigste mannen van het Derde Rijk. Talloze SS’ers zijn op Buitenlandse Zaken komen werken.
Het buitenlandbeleid van Ribbentrop geeft vaak een amateuristische indruk. Hij heeft geen diplomatieke opleiding gehad. Hij en zijn vrouw Anneliese waren rijk en politiek ultraconservatief voordat Hitler kanselier werd. Gasten op hun cocktailparty’s waarschuwden hen voor de ‘bolsjewistische pest’, de verspreiding van het communisme. Toen de wereldwijde economische crisis verergerde, sloten ze zich bij de nationaalsocialisten aan. Het was in hun villa dat Hitler en een aantal conservatieven in januari 1933 de machtsovername planden. Ribbentrop hielp zijn Führer op de kanseliersstoel. Uit dankbaarheid zette Hitler de sekthandelaar voor diplomatieke missies in.
Als speciale gezant in Londen was hij vroeger het doelwit geweest van bijtende spot. Hij had koning Edward VII met de ‘Duitse groet’, met gestrekte rechterarm, begroet. Een echte faux pas in de wereld van de diplomatie, waarin een vast protocol de omgangsvormen op het diplomatieke parket regelt. Maar niet alleen schond Ribbentrop de etiquette. Ook faalde hij compleet bij het uitvoeren van een bijzondere opdracht van zijn Führer, namelijk toenadering zoeken tot de Britten. Lange tijd heeft Hitler een alliantie met Engeland nagestreefd. Daar wilde hij veel voor opgeven: een zeemacht en kolonies; hij verbood zelfs de Abwehr jarenlang te spioneren in Groot-Brittannië.
Tot een militair bondgenootschap tussen Duitsland en Groot-Brittannië kwam het niet. Ribbentrop was van 1936 tot 1938 ambassadeur in Londen, maar zijn aanmatigende gedrag baarde de Britten zorgen. Toch probeerde de Britse regering een oorlog met Hitler te vermijden. Ze voerde tegenover het naziregime een appeasementpolitiek. Sinds maart 1936 hebben de Britten veel geduld getoond voor de Duitse machthebber. Toen had Hitler het neutrale Rijnland bezet – een openlijke schending van het Verdrag van Versailles. Hij moest vrezen voor een interventie van de westerse mogendheden. Maar Engeland en Frankrijk beperkten zich tot diplomatiek protest. Daarna palmde Hitler Oostenrijk en het Sudetenland in en bracht Europa op de rand van een oorlog. Op de conferentie in München, waar de Sudetencrisis werd bijgelegd, haalde Hitler het Sudetenland binnen en daarmee 3 miljoen burgers, de verdedigingsinstallaties van het Tsjecho-Slowaakse leger alsook de beste wapenfabrieken. Vooral de Skoda-fabrieken behoorden tot de modernste wapenfabrieken van Europa; ze produceerden nu voor de Wehrmacht.
In de Sudetencrisis had Hitler laten zien wat zijn eigenlijke bedoeling was. In de jaren daarvoor had hij in redevoeringen altijd de Duitse wil om de vrede te bewaren benadrukt. Maar in de loop van 1939 dreigde hij herhaaldelijk met oorlog. Waar men in het buitenland ook zwaarder aan tilde, was dat hij belangrijke beloften niet nakwam. Na de bezetting van het Sudetenland annexeerde hij ook Tsjecho-Slowakije, hoewel daar geen noemenswaardige Duitse minderheid woonde. Daarmee verstoorde Hitler de illusie dat het hem er alleen om te doen was de Duitsers in de buurlanden naar zijn Rijk terug te brengen. De belofte aan Chamberlain in de zomer van 1938 dat het Sudetenland zijn laatste territoriale eis was, bleek nu definitief een leugen.
Sinds maart 1939 zijn de betrekkingen met Groot-Brittannië constant verslechterd. In april zegt Hitler de vlootovereenkomst op. Engeland lijkt nu niet langer bereid om verdere concessies aan Duitsland te doen. Ook niet in het conflict met Polen.
Hitler denkt na hoe hij ervoor kan zorgen dat de westerse mogendheden zich niet in het conflict mengen. Hij wil koste wat kost een oorlog op meerdere fronten vermijden. Hij is soldaat geweest in de Eerste Wereldoorlog, heeft in de loopgraven gevochten, heeft kameraden zien sterven en gezien hoe de Duitse troepen ten onder gingen omdat ze op te veel fronten tegelijk moesten vechten. Hij is zelf gewond geraakt, een schot in zijn dij, en is tijdelijk blind geweest na blootstelling aan gifgas. Een kleine oorlog tegen Polen, dat zou voor zijn goed bewapende Wehrmacht geen al te zwaar karwei zijn. Maar tegelijkertijd tegen Frankrijk en Groot-Brittannië en de Commonwealth vechten is te vroeg. Als Hitler één ding wil vermijden, is het het uitbreken van een nieuwe wereldoorlog. In ieder geval niet deze zomer. Volgens zijn schema mag de oorlog met Engeland en Frankrijk pas over vier of vijf jaar beginnen.
In mei heeft Hitler tegen de Wehrmacht-top gezegd dat van militair succes tegen Polen alleen kan worden uitgegaan als de westerse mogendheden buitenspel blijven. Hij heeft ook tegenover zijn generaals verklaard dat in dit smeulende conflict Danzig niet het doel is. Polen is slechts de eerste stap, daarna wil Hitler Oekraïne, de Baltische staten en Rusland in het vizier nemen. Zijn regering moet de Engelsen ervan overtuigen Polen aan hem af te staan. Dat zou Ribbentrop toch op zijn minst moeten lukken.
[…]
Vandaag, op 1 augustus 1939, staat voor de kanselier van bijna 80 miljoen Rijksduitsers saai regeringswerk op de agenda. In Bayreuth ondertekent hij een decreet over de sociale voorzieningen voor ex-SS’ers en voor de nabestaanden van overleden SS-leden.
De SS, de elitetroepen van Hitler, vecht allang niet alleen meer in Duitsland – de vijanden uit het verleden zijn verslagen. De leiders van de sociaaldemocraten zijn naar het buitenland gevlucht, net als die van de communisten en de vakbonden, veel conservatieven hebben zich teruggetrokken in de innerlijke emigratie, linkse schrijvers en journalisten zijn verstomd of leven in ballingschap, ver van hun vroegere lezers. Wie niet tijdig uit Duitsland is weggekomen, zit opgesloten in de concentratiekampen of wordt in de gaten gehouden door de Gestapo. De SS bereidt zich sinds een poos voor op nieuwe taken, op speciale missies in het buitenland. Voor operaties in Oost-Europa plant de SS reeds speciale Einsatzgruppen.
Adolf Hitler wil de Duitse minderheid in Polen in zijn Rijk opnemen en Danzig weer bij het Rijk voegen. Kort na zijn aantreden in februari 1933 had hij tegenover generaals over de ‘verovering van lebensraum in het oosten en de meedogenloze Germanisering’ gesproken. Hitler droomt van Duitse koloniën in het oosten. Daarvoor heeft hij de SS nodig. Gelukkig staat er vandaag ook nog een leuke afspraak op Hitlers agenda: de ontvangst van kunstenaars in Villa Wahnfried, het huis van de Wagner-clan, die goed bevriend is met Hitler.
[…]
Terug naar Villa Wahnfried. In de Grote Zaal keuvelt Hitler met zangers en musici en met de mannen van zijn gevolg. Hij is dol op lange gesprekken tot diep in de nacht. Na het avondeten, dat is wanneer Hitler opleeft. Ook in grote gezelschappen kan hij op charmante wijze het gesprek naar zich toe trekken, anekdotes vertellen, mensen imiteren.
Het conflict met Polen houdt veel borrelgasten bezig. In de zaal wordt gefluisterd dat de tankstations langs de snelweg aan particulieren slechts vijf liter benzine mogen verkopen. Is de rest misschien nodig voor de Wehrmacht? Op een gegeven moment stelt iemand Hitler de vraag: Wordt de benzine gerantsoeneerd? Hitler sust de gemoederen: de brandstoftanks worden momenteel naar synthetische benzine omgeschakeld, over een paar weken wordt de beperking weer opgeheven.
De zangeres Marta Fuchs trekt haar stoute schoenen aan en spreekt Hitler in een grote groep direct aan over de crisis met Polen. In haar platte Zwabische dialect zegt ze:
‘Hè, mijn Führer, u voert toch geen oorlog?’
Fuchs kan zich zo’n vrijpostigheid veroorloven. Ze is al jaren de ster van de Bayreuther Festpiele. Als Isolde, Kundry en vooral als Brünnhilde wordt ze door het publiek en de critici steevast enthousiast onthaald. Hitler glimlacht haar mild toe en zegt: ‘Wees gerust, mevrouw Fuchs, er komt geen oorlog.’
Boek: Vonkenregen – Hauke Friederichs