Vreugde en verdriet – de mooiste geschiedenis van België

9 minuten leestijd
De mooiste geschiedenis van België, fragment uit de cover
De mooiste geschiedenis van België, detail boekomslag
Geschiedenis wordt meestal geschreven. Maar niet altijd. Soms wordt geschiedenis ook geschilderd. Dan brengen kunstenaars een belangrijke gebeurtenis in beeld, proberen ze de tijdsgeest te vatten of richten ze de aandacht op de man en de vrouw in de straat en laten ze zien hoe de grote geschiedenis hun dagelijks leven bepaalt. In De mooiste geschiedenis van België vertelt Jos Vandervelden het verhaal van België, vertrekkend vanuit de manier waarop deze in beeld werd gebracht door kunstenaars. Er is aandacht voor de grote staatsgeschiedenis, maar vaker gaat het over kind en gezin, stad en platteland, industrie en natuur, werk en armoede, religie en vrijdenken, traditie en vernieuwing. Op Historiek een fragment uit het boek over vreugde… en verdriet.


Vreugde

Dorpskermis – Gust De Smet (1930)

Toen Gust De Smet in 1929 zijn pasgebouwde witte villa in Deurle binnenstapte, was hij in de vijftig en had zijn schilderkunst hem eindelijk voorspoed gebracht. De naweeën van de oorlog die hem deden vluchten, waren voorbij. Al tekenden de eerste donkere wolken zich aan de horizon alweer af, het leven was hoopgevend. En van dat leven wilde de in Gent geboren Gust De Smet volop genieten in het kerkdorp Deurle. Hij koos voor het bestaan in een klein dorp, te midden van de mensen die zijn inspiratie en zijn schildersmodellen waren. Hier kon hij zich helemaal uitleven in het vastleggen van volkse gebruiken, kroegtaferelen en zondagsvreugde. Alsof het dorp aan de oevers van de Leie de paradijselijke onschuld was en de zondag eeuwig zou blijven duren.

‘Het universum van eenvoudige mensen tijdens hun beste momenten, tussen de warme landelijke kleuren en speelse Belgische vlaggen’.

‘Het universum van eenvoudige mensen tijdens hun beste momenten’

Niets liet het goede leven van een kleine gemeenschap beter zien dan de jaarlijkse dorpskermis. In de schaduw van de kerk had Deurle elk jaar zijn kermis in het eerste weekend van september. Het dorp moest het doen met een paardenmolen en een schiettent. Terwijl niet veel verder de kermis- en circusstad bij uitstek lag. Gent pronkte al gedurende decennia met zijn foortheaters en kermiscircussen, waar clowns, goochelaars en menselijke curiosa zich tussen de spiegeltenten en zweefmolens slingerden. Maar Deurle had genoeg aan zijn eigen dorpsgebeuren en daarvoor bleef niemand thuis. Een Deurlese kermisaffiche uit het begin van de jaren dertig vertelt ons nu nog over het wandelconcert van de fanfare, de paardenwedstrijd, de handboogschieting en zelfs de ‘groote rijwielkoers’. Om vooral de volkspelen niet te vergeten, in en rond de herbergen. Want daarvoor zette Gust De Smet de schildersezel resoluut opzij. Zelf was hij een volleerd boogschutter en liet hij zich evenmin kennen bij de vogelpik of het bolspel.

‘De zondagsrust mocht een eeuwenoude traditie zijn, ze was onder druk gekomen tijdens de industriële exploitatie van de negentiende eeuw’.

De Smet schilderde zijn Dorpskermis vermoedelijk in 1930. Met de eenvoud eigen aan zijn expressionistische stijl toont hij de dorpelingen die komen en gaan. De simpele driehoekige compositie doet zijn figuren helemaal opgaan in het dorpsuniversum. Door ze op de voorgrond af te snijden en ze hun blik buiten het doek te laten werpen, maakt hij er een dynamisch beeld van. Het is de dynamiek van welbehagen en feestvreugde, het universum van eenvoudige mensen tijdens hun beste momenten, tussen de warme landelijke kleuren en speelse Belgische vlaggen.

Dorpskermis, door Gust de Smet (1930)
Dorpskermis, door Gust de Smet (1930). Uit: De mooiste geschiedenis van België

De kermistraditie had een unieke plaats in het dorpsleven. Ze had haar wortels in oude religieuze gewoonten. Ze was een ontmoetingsplaats voor elke rang en stand en een potentiële huwelijksmarkt. Meer en meer werd de kermis ook een kijk op de wereld. Nieuwe amusementsvormen werden geïntroduceerd. Kermisbezoekers zagen de eerste filmvoorstellingen, de eerste robuuste elektrische verlichting en nieuwe reizende spektakels uit het buitenland. De tweede helft van de jaren twintig kende overigens een ongeziene bloei van het amusementsleven, niet alleen van de kermissen en circussen, maar ook van de podia, filmzalen, toeristische bestemmingen en sportterreinen. Dat was het resultaat van een economisch stabiele periode met een sterke modernisering en internationalisering. De opeenvolgende veranderingen deden de mensen tegelijk naar een houvast zoeken. Ze vonden die onder meer in een herwaardering van de volkscultuur. Met hun moderne vormentaal gaven expressionistische schilders als Gust De Smet oude tradities een nieuw gelaat. Vele intellectuelen en kunstenaars loofden het platteland omdat ze hier de authenticiteit vonden die ze misten in het hectische stedelijke milieu.

  • 1870 – De Engelsman Frederick Savage ontwikkelt de eerste paardenmolen aangedreven door een stoommachine. De carrousel die niet langer door mensen moet worden geduwd, maakt daarna zijn intrede op kermissen op het continent.
  • 1950 – Na tien jaar debatteren gaat in België de wet op de zondagsrust in.
  • 1933 – Op 30 januari wordt Adolf Hitler benoemd tot rijkskanselier van Duitsland. De Belgische gezant André de Kerchove de Denterghem bericht over de ‘apocalyptische stijl’ van de leider en vreest voor een dictatuur.

Dorpskermis is maar een van de vele doeken waarop Gust De Smet het zondagssentiment oproept. Weinig schilders hebben zoveel zondagsscènes geschilderd als De Smet. Het kan vreemd lijken dat een schilder liever de zondag op het platteland evoceerde dan het harde leven van elke dag. Maar de zondag was een kostbaar goed, en ook broos. De zondagsrust mocht een eeuwenoude traditie zijn, ze was onder druk gekomen tijdens de industriële exploitatie van de negentiende eeuw. De wet op de zondagsrust was pas in 1905 aangenomen en had een lange lijdensweg doorgemaakt voor ze verzekerd was. In die zin had Gust De Smet alle reden voor zijn tomeloze lofzang op de enige echte vrije dag van de week.

‘Ooit was een Vlaams dorp zonder kermis ondenkbaar’

Gust De Smet overleed in zijn geliefde woonplaats Deurle in 1943, midden in de Tweede Wereldoorlog. De oorlog was gevolgd op een periode van akelig nationalisme en internationale onrust. Hij had de korte periode van vooruitgangsoptimisme weggeveegd en de driekleur niet langer doen wapperen op de kermis van Deurle. Gust De Smet ligt begraven naast de kerk van zijn dorp, waar nog elk jaar in de eerste week van september het rumoer van de kermis te horen is. Of dat nog voor lang zal zijn? Ooit was een Vlaams dorp zonder kermis ondenkbaar. Nu zijn het er elk jaar meer.


Verdriet

Het boerenleven: Het kisten van de dode, De lijkstoet en De lijkdienst – Albert Dervaes (1920)

In de geschiedenis van de schilderkunst zijn religieuze taferelen opvallend vaak afgebeeld in een landelijk milieu. Want dat is waar de echte steunpilaar van het ware geloof te vinden is: de boer die in al zijn eenvoud verknocht is aan God en natuur. Tussen de boeren vond ook de diepreligieuze jonge schilder Albert Servaes zijn roeping. Hij was voorbestemd om in Gent in de zaak van zijn vader te stappen, maar trok naar de schilderskolonie van Sint-Martens-Latem om er als quasi-autodidact te gaan schilderen, en er uiteindelijk ook te blijven plakken. Bijna tien jaar huurde hij een schamele kamer bij een boerenknecht. ‘Ik heb bij boeren gewoond, ik heb er mee gesproken en geleefd’, zou Servaes daarover later zeggen. ‘Met de arme mensen van buiten, de arme boerenlummels, niet met de vette rijke boeren.’

‘Ze geven het beeld van een begrafenisritueel dat eeuwenlang heeft standgehouden in dorpse gemeenschappen.’

De lijkstoet door Albert Servaes
De lijkstoet door Albert Servaes. Uit: De mooiste geschiedenis van België.

Zijn respect voor het leven van de mensen rondom zich toonde hij in 1920 met Het boerenleven, een groots opgezette polyptiek waaraan hij vijf jaar had gewerkt. Deze schilderstraditie was uit Frankrijk komen overwaaien en liet de levenscycli van wieg tot graf zien. Het boerenleven bestaat uit vier triptieken. In totaal twaalf panelen zijn ingedeeld in vier levensstadia die in het teken staan van een heilig sacrament: communie, huwelijk, doopsel en begrafenis. Servaes plaatste zijn levensfasen daarbij ook nog eens in het seizoen dat het best rijmde: van de communie in de beloftevolle lente tot de begrafenis in de kille winter. Want het leven, zo meende Albert Servaes, valt niet alleen samen met de riten van de kerk, maar ook met de natuur.

Servaes’ werk werd tot dan gekenmerkt door donkere aardekleuren, vette lijnen en dik aangebrachte verf. Zijn doeken waren rudimentair, ruw en meestal somber. De schilder vond dat het mysterie van God alleen maar gevoeld kon worden als het uit het volle licht werd gehouden. Voor Het boerenleven maakte hij een uitzondering. De triptieken rond communie, huwelijk en doopsel baden in kleur. Maar de dood in de laatste triptiek bracht hem terug naar de sacrale duisternis. De drie panelen – Het kisten van de dode, De lijkstoet en De lijkdienst – openbaren de laatste reis van een overleden man. Ze geven het beeld van een begrafenisritueel dat eeuwenlang heeft standgehouden in dorpse gemeenschappen.

Het kisten van de dode
Het kisten van de dode, door Albert Servaes. Uit: De mooiste geschiedenis van België.

In de beste kamer ligt het lijk van de uitgemergelde man. Hij heeft een kruisbeeld in de hand en wordt gekist. Tot dan hebben familieleden hem nog een laatste groet kunnen brengen bij de geopende kist die tot aan de dag van de begrafenis in het woonhuis van de dode is gebleven. Meestal was het de taak van buren om de overledene te kisten en de kist naar de begraafplaats te dragen. Nauwelijks zichtbaar in een donkere hoek werpt de echtgenote een laatste blik op haar man voor de kist dichtgaat. De vensterluiken zijn reeds geopend. Wanneer iemand stierf, werden de luiken van een huis voor enkele dagen hermetisch afgesloten.

‘Eenmaal het lijk gekist, gingen de vensters weer open. Om de ziel te laten vertrekken, maar ook om de lijkgeur te verdrijven.’

Op het tweede paneel zet de lijkstoet zich in beweging. Vier mannen dragen de kist, gedwee worden ze gevolgd door geheel in het zwart uitgedoste figuren, met vooraan de echtgenote, die een witte zakdoek naar haar ogen brengt. Het verdriet van de eenvoudige mensen in het zwart steekt scherp af tegen het sneeuwlandschap. Misschien staat een boerenkar om de hoek klaar om de kist naar de kerk te vervoeren. Anders wordt het een processie te voet.

De lijkdienst
De lijkdienst door Albert Servaes. Uit: De mooiste geschiedenis van België.
Het laatste paneel toont de lijkdienst in de kerk. Priester, voorbidder en misdienaars omringen de kist. Eindelijk is de schilder gul met licht, warm licht zelfs van brandende kaarsen. Het goddelijke mysterie ontsluiert zich voor de christelijke mens die is heengegaan.

Albert Servaes zag zijn kunst als een soort apostolaat. Maar hij verloor zich niet in zweverige mystiek. Hij ontsnapte aan de voorspelbaarheid van andere religieuze kunst. De manier waarop hij de werkelijkheid rauw en ongezouten toonde, deed hem zelfs botsen met de rooms-katholieke kerk. De kruisweg die hij in houtskool voor de Karmelietenkapel van het Antwerpse Luithagen maakte, werd door de Heilige Officie van Rome in 1921 veroordeeld. De gruwel van de Eerste Wereldoorlog had Servaes gebracht tot een brute voorstelling van de lijdende Jezus Christus. Voor de kerkbezoekers heette ze aanstootgevend te zijn, waarna de kruisweg kordaat werd verwijderd.

  • 1910 - Ondanks een productiestijging is het aandeel van landbouwers in de totale economisch actieve bevolking gedaald naar 22 procent.
  • 1931 - Joris Van Severen sticht het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso), een op het fascisme geïnspireerde antidemocratische vereniging.
  • 1940 - Een delegatie Vlaamse kunstenaars onder leiding van Albert Servaes wordt in december in Berlijn ontvangen door propagandaminister Joseph Goebbels.

Ook de twaalf schilderijen van Het boerenleven werden aanvankelijk niet op applaus onthaald. Toch niet door de opdrachtgever, de Gentse ondernemer en kunstverzamelaar Jean Speltincx. Servaes had immers niet de gebruikelijke en geïdealiseerde boerentaferelen geschilderd waarop Speltincx had gehoopt. Albert Servaes voltooide Het boerenleven in zijn Torenhuis in Sint-Martens-Latem. De omvangrijke woning met atelier liet hij ontwerpen door de Gentenaar August Desmet. Naar de wens van Servaes integreerde de architect kloosterarchitectuur in traditionele hoevebouw. De kroon op het werk was een vierkante toren die uitkeek op het Leielandschap. Nochtans bleef Servaes een outsider in de kunstenaarsscholen van Sint-Martens-Latem. Nooit was de volkse selfmade kunstenaar er helemaal aanvaard.

De mooiste geschiedenis van België - Jos Vandervelden
De mooiste geschiedenis van België – Jos Vandervelden
Het leven van Albert Servaes bevat naast de schilderkunst nog een ander prominent hoofdstuk, dat van zijn collaboratie in de Tweede Wereldoorlog. De Vlaams-nationalistische overtuiging van Servaes dreef hem tot openlijke sympathieën voor de Duitse bezetter. Hij was lid van de aan het fascisme verwante beweging Verdinaso en werd als leider van een delegatie Vlaamse kunstenaars in Berlijn ontvangen door Joseph Goebbels. Tijdens de oorlog was hij actief in door de Duitsers getolereerde kunstenaarskringen en nam hij deel aan groepstentoonstellingen in Duitsland. Eind 1944 vluchtte Servaes naar Zwitserland nadat zijn vrouw en oudste dochter slachtoffers waren geworden van de repressie. In 1947 werd hij bij verstek veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf. Hij bleef als balling in Zwitserland, waar hij in 1966 ook zou sterven. Meerdere keren stuitte het tentoonstellen van zijn werk nog op protest, maar geleidelijk verbleekte de zware smet van de oorlog op zijn oeuvre.

Boek: De mooiste geschiedenis van België – Jos Vandervelden

Jos Vandervelden is programmamaker en eindredacteur
bij VRT NWS. Hij publiceerde eerder samen met fotograaf Alexander Dumarey de bestsellers De verborgen geschiedenis van Vlaanderen en De verloren geschiedenis van Vlaanderen.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×