We kennen allemaal het gevoel: Het dilemma tussen die lekkere reep chocolade of een appel, het bezoek aan de frituur na een avondje stappen en die zak chips die in korte tijd verslonden wordt tot de laatste kruimel. Ondanks dat we weten dat het eigenlijk niet zo gezond is, hebben we soms ongelooflijk veel zin in ongezonde voeding. Maar waarom?
Of wij iets al dan niet lekker vinden is een kwestie van smaak. Deze smaak wordt tot stand gebracht door de smaakpapillen op je tong en in je mondholte. De toekenning van een betekenis aan deze smaakwaarneming gebeurt echter in onze hersenen. Het is net in deze hersenen dat we naar de oorzaak moeten zoeken voor ons eetgedrag. De evolutionaire geschiedenis van onze hersenen ligt aan de basis van onze voorkeur voor producten die we lekker vinden: producten die suiker, vet en zout bevatten. Deze drie ingrediënten zijn immers van essentieel belang voor ons lichaam. Hun grote belang staat echter in schril contrast tot hun aanwezigheid in de natuur.
Onze meest succesvolle prehistorische voorouder was diegene die deze zeldzame ingrediënten kon bemachtigen in de natuur. Er passeerde immers niet elke dag een sappige mammoet of gazelle, eten was schaars. Hij deed er dan ook goed aan dit aangeleverde voedsel niet te laten lopen en de reserves op te bouwen op het moment dat het kon. Ons overlevingsinstinct deed en doet vandaag nog steeds wat het moet doen: ons laten overleven door onszelf tegoed te doen aan calorieën als het moment zich voordoet. Onze voorouder was dan ook genetisch geprogrammeerd om alles te bemachtigen dat ook maar enigszins leek op, laat ons zeggen, de huidige Big Mac.
Moderne mammoet
Wij doen vandaag nog steeds perfect wat onze oerinstincten ons voorschrijven te doen: zoveel mogelijk energie opnemen en er zo weinig mogelijk verbruiken. Wat echter veranderd is, is onze omgeving. Nu is er een overvloed aan voedsel en is op iedere straathoek het moderne equivalent van een mammoet in de vorm van frietkramen, supermarkten en fastfoodketens te vinden. Naast het feit dat we niet meer achter ons eten hoeven aan te rennen (en dus minder energie verbruiken), is het aanbod aan eten ook enorm veel groter geworden. Dit klinkt allemaal zeer positief zou je denken. Probleem is echter dat onze hersenen hun gewoonte van enkele miljoenen jaren niet zomaar loslaten en dus niet aangepast zijn aan dit nieuwe gegeven. We treden dit etensparadijs dan ook tegemoet met hersenen die afgestemd zijn op een totaal andere omgeving. Er is een scheeftrekking tussen de verwachtingen van onze hersenen en de mogelijkheden van onze omgeving.
Slecht nieuws dus voor de lezer die het goede voornemen had zijn of haar buikje af te trainen. Grote kans dat je hersenen tijdens het lezen van dit artikel al bezig zijn na te denken over de volgende maaltijd. Het goede nieuws is dan weer dat je tijdens het lezen van dit artikel ongeveer 8 calorieën verbrand hebt.
~ Koen Goeminne
Voor de lezer die meer wil weten over onze hersenen en hun werking: Mattew Mac Donald, Your brain : the missing manual. How to get the most from your mind. Pogue press, O’reilly, 2008,261 p.