Willem van Oranje was militair wel degelijk zeer ervaren

‘Vader des vaderlands’ vond verantwoordelijkheid voor grote troepenmacht ‘best eng’
7 minuten leestijd
Willem van Oranje geschilderd door Anthonie Mor, omstreeks 1555
Willem van Oranje geschilderd door Anthonie Mor, omstreeks 1555

Omdat het dit jaar exact 450 jaar geleden is dat de Tachtigjarige Oorlog begon, besteden vier grote musea aandacht aan verschillende facetten van de Opstand. De eerste tentoonstelling, in het Nationaal Militair Museum in Soesterberg, is dinsdag geopend door koning Willem-Alexander. De tentoonstelling, getiteld WILLEM, staat vooral stil bij de rol van Willem van Oranje.

Bij publicaties over de Tachtigjarige Oorlog wordt vaak bovenstaand portret van Willem van Oranje geplaatst. Dit schilderij dateert echter uit 1555, toen de ongeveer tweeëntwintigjarige prins nog streed aan de zijde van de Spanjaarden en van een Nederlandse Opstand nog helemaal geen sprake was. Louis Sloos, conservator van het Nationaal Militair Museum, stelt dat in publicaties vaak erg weinig aandacht is besteed aan de vroege militaire carrière van Willem van Oranje. Hij vindt dat vreemd:

“Bij bestudering van die carrière kan zijn rol als leider in de Opstand veel beter begrepen worden. Veel auteurs komen nu niet eens verder dan het leveren van kritiek op Willems talenten als veldheer, omdat ze te weinig achtergrondinformatie hebben.”

Willems zonen, prins Maurits en ‘Stedendwinger’ Frederik Hendrik, staan vooral bekend als de militaire kopstukken van de Tachtigjarige Oorlog. Zij kwamen echter pas jaren na het begin van het conflict in actie. Alle reden dus om de activiteiten van hun vader eens nader onder de loep te nemen. Hij was het immers die in de beginjaren een cruciale rol speelde. In het verleden is geregeld beweerd dat Willem van Oranje geen goed veldheer was en zelfs geen echte militair. Klopt dat allemaal wel?

Zestiende-eeuws handschrift met het Wilhelmus in de tentoonstelling in Soesterberg (Historiek)
Zestiende-eeuws handschrift met het Wilhelmus in de tentoonstelling in Soesterberg (Historiek)

Begin van de militaire carrière

Bij aanvang van de Tachtigjarige Oorlog (als beginpunt wordt doorgaans de Slag bij Heiligerlee van 1568 gehanteerd), was Willem van Oranje vijfendertig jaar oud. Hij had er toen al een heel leven op zitten. In 1551 was hij, achttien jaar oud, getrouwd met de rijke Anna van Egmond (1533-1558). Slechts zesentwintig dagen na voltrekking van het huwelijk werd Willem militair.

Als kapitein kreeg hij het bevel over een eenheid ruiters, een zogenaamde Bende van Ordonnantie. Sloos:

“Het bijzondere van deze benden was dat ze permanent bestonden. In deze tijd werden alleen maar legers samengesteld als er oorlog was, maar in de Nederlanden bestond in de zestiende eeuw al een klein legertje van ruiters dat altijd beschikbaar was als er wat aan de hand was. Dit werd ook wel een staand leger genoemd.”

Volgens Sloos wordt onterecht vaak gedacht dat het staande leger in de Nederlanden pas na 1588 ontstond, het zogeheten Staatse leger. De Benden van Ordonnantie van keizer Karel V vervulden echter al veel eerder een dergelijke rol en hadden bovendien een goede reputatie. Ze waren zelfs tot in Noord-Afrika actief. Willem van Oranje kreeg al op jonge leeftijd het bevel over zo’n eenheid, die vrijwel volledig bestond uit edelen. Militairen van zijn eenheid, die uit zo’n tweehonderdvijftig man bestond, moest Willem zelf werven.

Krijgstestament van Willem van Oranje (1554) uit de Koninklijke Verzamelingen in Den Haag (Historiek)
Krijgstestament van Willem van Oranje (1554) uit de Koninklijke Verzamelingen in Den Haag (Historiek)

Niet gespaard

Als militair was Willem van Oranje nauw betrokken bij de Italiaanse Oorlog (1551-1559), tussen Spanje en Frankrijk. Hij was onder meer actief in de Zuidelijke Nederlanden en Noord-Frankrijk en betrokken bij een groot aantal veldslagen. Sloos:

“Willem kon in deze situatie ontzettend veel leren. Het is een misverstand dat Willem gespaard werd vanwege zijn afkomst. Op 15 juli 1552 schreef hij bijvoorbeeld een brief aan zijn vrouw waarin hij zegt dat hij het kort houdt, omdat het middernacht is en hij al drie dagen te paard heeft gezeten. Later bericht hij haar zelfs dat hij de indruk had dat de keizer hem en zijn troepen al als dood beschouwde.”

Praalgraf van Willem van Oranje in Delft (Historiek)
Praalgraf van Willem van Oranje in Delft (Historiek)
Dat het, ook voor een hoge edelman als Willem van Oranje, tijdens dergelijke oorlogen uiterst gevaarlijk was, blijkt ook wel uit het feit dat Willem te velde zeker drie keer een krijgstestament liet opmaken voor het geval hem iets zou overkomen.

Een van die testamenten wordt in de tentoonstelling in Soesterberg getoond. Willem gaf hierin onder meer aan, net als verschillende van zijn voorouders begraven te willen worden in Breda. Toen Willem jaren later na de moordaanslag door Balthasar Gerards overleed, bleek dat overigens niet mogelijk. De Tachtigjarige Oorlog was toen al in volle gang en Breda was in handen van de Spanjaarden. De ‘vader des vaderlands’ werd daarom noodgedwongen in Delft te ruste gelegd.

Opperbevelhebber

Als jonge militair deed Willem van Oranje het volgens Sloos goed. Zijn directe meerdere was tevreden over zijn prestaties en in 1555, vier jaar na zijn aanstelling, kreeg hij zelfs de hoogste rang. Willem werd opperbevelhebber van het veldleger en kreeg daarmee het bevel over maar liefst 21.000 militairen, 18.000 man infanterie en 3.000 ruiters. Op het bekende schilderij hiernaast is Willem van Oranje voor het eerst te zien met bevelhebberstaf. De Oranjeprins had nu een enorme verantwoordelijkheid. Dat benauwde hem soms. Sloos:

“We weten aan de hand van een brief aan zijn vrouw dat Willem deze verantwoordelijkheid best eng vond. Hij hoopte stiekem dat toch iemand anders het zou gaan doen, maar zover kwam het niet. Hij stond er nu echt alleen voor.”

Loyaal en voorzichtig

De prins nam de functie over van niet de minste. Hij verving de Gelderse legeraanvoerder Maarten van Rossum (1490-1555), een beruchte ijzervreter die kort daarvoor aan de pest was overleden. De vraag was wat de veel jongere en minder ervaren Willem van Oranje had te brengen. Sloos:

“Toen Karel V op zoek was naar een opvolger voor Maarten van Rossum werd hem een hele lijst met namen overhandigd, van allemaal ervaren militairen. Willem van Oranje werd niet genoemd. Toen Karel V vroeg waarom Willem niet werd genoemd, kreeg hij als antwoord dat ze hem nog te jong vonden. Toch wilde Karel V dat Willem de nieuwe opperbevelhebber werd, waarvoor hij als reden zijn ‘deugden, wijsheid, voorzichtigheid en ervaring’ opgaf.”

Karel V – Koning van Spanje en Rooms-Duitse keizer
Karel V – Koning van Spanje en Rooms-Duitse keizer

Té voorzichtig?

De keizer liet daarnaast weten het volste vertrouwen te hebben in Willems loyaliteit en goede ijver. Volgens Sloos is door historici te vaak geroepen dat Willem van Oranje veel te jong was voor de functie en realiseren veel onderzoekers zich überhaupt niet dat de voorganger van Maarten van Rossum even oud was als de Oranjeprins. De conservator:

“Het is opvallend dat Karel V hem onder meer wilde benoemen tot opperbevelhebber omdat hij voorzichtig was, want er zijn ook mensen die zeggen dat Willem juist té voorzichtig was. Maar met voorzichtigheid is volgens mij niets mis. Waarom zou je immers gaan vechten als dat niet nodig is? Bij het onderzoek voor onze tentoonstelling kwam ik erachter dat Willem ooit opdracht kreeg een stad te veroveren. Deze stad was niet zo goed beschermd en kon daarom makkelijk veroverd worden. Maar Willem wilde dat helemaal niet. Hij zei: ‘Waarom zou ik een stad veroveren die helemaal niet goed beschermd is? Dan zitten wij straks in die stad en worden wij aangevallen?'”

Sloos, die de militaire activiteiten van Willen nauwgezet tegen het licht heeft gehouden, concludeert dat Willem van Oranje doorgaans precies deed wat nodig was. Grote gevechten ging hij niet uit de weg, maar hij vocht alleen als dat echt nodig was. Later, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, ging Willem volgens hem ook pas vechten toen het echt niet anders meer kon. “Maar toen het eenmaal zover was, zette hij door”.

Slag bij Saint-Quentin

Bij het onderzoek voor de tentoonstelling ontdekte de conservator dat Willen van Oranje in 1557 een van de belangrijkste militairen was die betrokken was bij de beroemde Slag bij Saint-Quentin, waarbij de Fransen het grootste verlies van de hele zestiende eeuw werd toegebracht.

De vrede van Cateau-Cambrésis of de symbolische verzoening tussen Frankrijk en Spanje (Palazzo Pubblico (Siena)).
De vrede van Cateau-Cambrésis of de symbolische verzoening tussen Frankrijk en Spanje (Palazzo Pubblico (Siena)).

Onderhandelaar

Volgens Sloos had Willem van Oranje nooit leider van de Nederlandse Opstand kunnen worden zonder alle ervaring die hij opdeed in de oorlog tussen Spanje en Frankrijk. En hij deed niet alleen ervaring op met vechten, maar ook met onderhandelen. In 1559 speelde Willem bijvoorbeeld een belangrijke rol bij het sluiten van de Vrede van Cateau-Cambrésis. Bovenstaand schilderij van de sluiting van die vrede, is in de tentoonstelling in Soesterberg te zien. Willem van Oranje staat er waarschijnlijk ook op afgebeeld. Waar is niet helemaal duidelijk.

Tafelmes van Willem van Oranje (NMM)
Tafelmes van Willem van Oranje (NMM)

Topstukken en boek

Boek bij de tentoonstelling: Willem van Oranje - De jonge prins Van Oranje als edelman en militair
Boek bij de tentoonstelling: Willem van Oranje – De jonge prins Van Oranje als edelman en militair
Over Willem van Oranje zijn legio boeken verschenen, maar er is inderdaad relatief weinig aandacht geweest voor Willems vroege militaire carrière. De tentoonstelling vult daarmee een hiaat en geeft een completer beeld van de Oranjeprins die te vaak ongefundeerd is weggezet als ‘opportunist’ of ‘onervaren legeraanvoerder’.

Museumbezoekers met enig gevoel voor ‘historische sensatie’ kunnen in de tentoonstelling ook hun lol op. Onder de bijzondere objecten die worden getoond bevinden zich bijvoorbeeld het bekende Smeekschrift der Edelen, een tafelmes van Willem van Oranje en een rijk geïllustreerde handschrift van het Wilhelmus uit de Tachtigjarige Oorlog. Ook bijzonder is een door Willem van Oranje uitgereikte bevelhebberstaf, die tijdens de slag op de Mookerheide werd buitgemaakt door de Spanjaarden. Deze zogenaamde baton was volledig in de vergetelheid geraakt en werd onlangs ontdekt in het archief van de jezuïeten in Spanje.

Voor wie zich verder wil verdiepen in de jonge Willem van Oranje, schreven conservatoren Louis Sloos en Jeroen Punt het publieksboek Willem van Oranje – De jonge prins als edelman en militair.

Boek: Willem van Oranje – De jonge prins Van Oranje als edelman en militair
Lees ook: Willem van Oranje (1533-1584) – Vader des Vaderlands
Overzichtspagina Tachtigjarige Oorlog

0
Reageren?x
×