Dagelijks worden er zegswijzen en uitdrukkingen gebruikt waarvan de oorspronkelijke betekenis onbekend is. Wie denkt er bij “iemand in de luren leggen” nog aan de doeken, waarin kinderen met Engelse ziekte werden gewikkeld om het kromtrekken van armen en benen tegen te gaan?
Veel uitdrukkingen die ontleend zijn aan dergelijke voorwerpen kan men tegenwoordig alleen nog in musea bekijken. In de nieuwe rubriek Taalmuseum worden historische gebruiksvoorwerpen en praktijken gekoppeld aan Nederlandse uitdrukkingen en zegswijzen.
Zich opdirken
Betekenis: zich zwaar opmaken.
Verklaring: Op zeeschepen was de dirk het touw waarmee de buitennok van de bezaansboom in de hoogte werd gehaald (de bezaan is het gaffelzeil dat aan de achterste mast wordt gevoerd).
Op binnenschepen wordt het meestal het “dirkje” genoemd en is het een touw dat van de top van de mast naar het eind van de giek loopt en waarmee deze wordt opgehaald. Als men het schip feestelijk optuigt, bevestigt men een aantal vlaggetjes aan de dirk.