Dark
Light

Met mijn vader (die dood is) naar de Balkan

4 minuten leestijd
De bekende brug in Mostar (1996). Foto: Ruud van Riel
De bekende brug in Mostar (1996). Foto: Ruud van Riel
September 2016 verscheen bij uitgeverij Prometheus Bert Bakker het boek Op reis met mijn vader (die dood is). Auteur Maarten van Riel is dertien als hij eind 1995 een dagboek koopt voor zijn vader, die een paar weken later als militair wordt uitgezonden naar Bosnië. Zeventien jaar later, als zijn vader is overleden aan acute leukemie, krijgt hij het dagboek weer in handen. Het stelt hem in staat om alsnog de wens die ze koesterden in vervulling te laten gaan: samen een reis door de Balkan maken. Op Historiek enkele fragmenten uit het boek.


Op bezoek in Mostar

Ik ben naar de top van de Hum gereden, een berg aan de westkant van Mostar. Beneden ligt de stad, vanaf deze hoogte niet meer dan een verzameling witte huisjes met rode daken, die doorkruist wordt door een rivier. Aan de oostkant van de stad ligt Velež, een berg die is vernoemd naar de Slavische god van de onderwereld en de dood. De top is tweeduizend meter hoog, in de Alpen de hoogte waar de boomgrens ligt. Maar hier begint de boomgrens aan de voet en is de berg een kale, boomloze kolos. Enkele scherpe rotsformaties werpen schaduwen op de dorre vlakte, die hellend naar het plateau buigt. In de verte zijn besneeuwde bergtoppen zichtbaar, even ver weg als de winter ineens lijkt te zijn.

Mostar (2015). Foto: Maarten van Riel.
Mostar (2015). Foto: Maarten van Riel.

Mostar is een vreemde stad als je oude krantenberichten moet geloven. In 1927 waren de inwoners in de ban van een mysterieuze slaapziekte waardoor mensen dagenlang of zelfs weken aan een stuk sliepen. Dertig jaar later was precies het tegenovergestelde het probleem; een man leed aan insomnia en had al zestien jaar niet geslapen. Maar Mostar was voor mensen zoals A. den Doolaard een exotisch oord dat je eenvoudig kon verwarren met Caïro. De algemene indruk van de poort naar de Oriënt verschilde per reiziger (van roversnest tot schilderachtig), maar iedereen was onder de indruk van de Stari Most, de sierlijke brug die in 1566 door de Ottomanen over de Neretva werd gebouwd, dertig meter lang, eenentwintig meter hoog. Rebecca West schreef dat het een van de mooiste bruggen ter wereld was. Maar dat was vroeger, want toen mijn vader in 1996 in Mostar arriveerde, was het Ottomaanse bouwwerk er niet meer en fotografeerde hij een noodbrug.

Mostar (2015). Foto: Maarten van Riel.
Mostar (2015). Foto: Maarten van Riel.
De Hum speelt een belangrijke rol in de recente geschiedenis van Mostar. Gedurende de oorlog stond op deze berg de artillerie van de Bosnische Kroaten opgesteld. De vuurmonden hadden een vrij schootsveld en konden probleemloos posities beneden in de stad bestoken, zoals op dinsdag 9 november 1993. Het leek of de kanonniers op de brug mikten die dag, en iemand begon te filmen hoe de fluitende granaten rondom de Stari Most insloegen. De schelle knallen echoden tot het geluid voorbij de bergtoppen was. Een voltreffer sloeg in op de oostkant van de brug, waardoor hout en stenen rondvlogen. De zwarte rook die opsteeg veranderde van kleur: werd grijs en daarna wit. Kort daarop volgde een flits, een scherpe knal en opnieuw vloog er van alles door de lucht. Vanwege de rookontwikkeling was niet duidelijk wat er gebeurde, maar toen schoot een oranje waterfontein tientallen meters omhoog en rolden er golven met schuimkoppen over de Neretva. Nadat de rook was opgetrokken ratelden machinegeweren en tjilpten vogels. De brug was verdwenen.

Tijdens de vierde Joegoslavische oorlog, het conflict tussen de Bosnische moslims en Bosnische Kroaten, was Mostar het toneel van felle gevechten. De stad was omsingeld door Bosnische Kroaten en in tweeën gedeeld door de frontlinie. Er werd gevochten om straten, huizen en kamers, zoals vijftig jaar eerder in Stalingrad en Berlijn. De Bosnische moslims werden teruggedrongen naar het oostelijke deel van de stad, waar een enclave ontstond die ‘het getto’ werd genoemd. Aan het eind van de oorlog lag de stad in puin en was Mostar de zwaarst verwoeste stad van heel voormalig Joegoslavië.

[…]

Op reis met mijn vader (die dood is)
Op reis met mijn vader (die dood is) – Maarten van Riel
Over Mostar kun je een heel boek schrijven, maar dat ben ik niet van plan. Ik blijf maar één nacht, in een hotel midden in het oude stadscentrum, niet ver van de brug. Vanaf de rive gauche bekijk ik de zonsondergang en hoe de bouwvakkers, schoolkinderen, straatverkopers en toeristen uit het straatbeeld verdwijnen. Als het donker wordt en de temperatuur daalt, ga ik een restaurant binnen waar geen klandizie is en een cd van Mostar Sevdah Reunion op repeat staat. Ik eet vleesspiesjes en witte kool, terwijl de oude Šaban Bajramović over liefde en verloren tijden zingt. Zijn klaagzang vervult me met weemoed, waardoor ik ineens de behoefte krijg om met andere mensen te praten. Bij het afrekenen vraag ik de ober naar een café waar voetbal wordt uitgezonden. Samen lopen we naar het sportcafé. ‘Anders kun je het niet vinden.’ Aan de bar leunen drie mannen die met een half oog kijken naar de verrichtingen van het sterrenensemble uit de Spaanse hoofdstad. Ze praten over voetbal en oorlog. Ze zijn begin veertig en hebben in hun jonge jaren tegen de Bosnische Kroaten gevochten. Eentje is in zijn rug geschoten door een sluipschutter en staat een beetje scheef. Ze vertellen verhalen, kijken geconcentreerd naar het scherm als Cristiano Ronaldo een vrije trap neemt en tekenen op een viltje uit hoe ik de volgende ochtend een ondergrondse vliegtuighangar kan bezoeken ten zuiden van de stad.

~ Maarten van Riel

Boek: Op reis met mijn vader (die dood is) – Maarten van Riel

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.323 actieve abonnees)


Mede dankzij onze donateurs zijn al onze artikelen gratis te lezen. Op Historiek vindt u dus geen PREMIUM artikelen of 'slotjes'.

Steun ons ook

×