De intellectuele beweging die bekend staat als de Verlichting, maakte school in het Europa van de achttiende eeuw en leidde in Spanje tot het verlicht despotisme en tal van vernieuwingen. Belastinghervorming, voorzichtige aanzet tot scheiding van kerk en staat, infrastructurele werken, economische herstructurering en als paradepaardje de Nuevas Poblaciones de Andalucía.
Novatores
Tegen het eind van de zeventiende eeuw begon het landsbestuur van Spanje – het ancien régime – zoals dat bestond vanaf de regeringsperiode van de katholieke vorsten Isabel I en Fernando II in zijn voegen te kraken. Deze bestuursvorm, een absolute monarchie steunend op de drie peilers van kerk, leger en aristocratie, had Spanje zijn gouden eeuw bezorgd, maar ook opgezadeld met enorme schulden ten gevolge van de imperiale oorlogen en steeds verder verslechterende economische omstandigheden. Kritiek op deze falende vorm van bestuur kwam in de zeventiende eeuw van de kant van de novatores, wegbereiders van de Verlichting in Spanje. Zij borduurden voort op het werk van de arbitristas die al aan het begin van de zeventiende eeuw moderne economische inzichten ontwikkelden. De novatores kunnen beschouwd worden als voorlopers en wegbereiders van de Verlichting in de achttiende eeuw. In diverse steden op het Iberisch schiereiland zoals Madrid, Sevilla, Valencia en Zaragoza introduceerden de novatores nieuwe methoden van onderzoek. Bijzonder was hun creatie van voorschriften waaraan een ziekenhuis zou moeten voldoen en waarin naast aandacht voor specialisaties begrip getoond werd voor mentaal gestoorden door te proberen hen te genezen in plaats van te isoleren. Een van de meest vooraanstaande novatores was Benito Jerónimo Feijoo, geboren in 1676 die studeerde in Salamanca en vanaf 1709 tot aan zijn dood in 1764 een leerstoel theologie in Oviedo bezette. Feijoo publiceerde zijn belangrijkste werk Teatro crítico universal vanaf 1725. Het bestond uit maar liefst 118 verhandelingen over een enorm aantal onderwerpen: filologie, fysica, wiskunde, biologie, medicijnen, astronomie, geografie, economie, rechten, religie, politiek, filosofie, literatuur etc. Dit polemische werk was een van de meest verspreide verhandelingen in het Spanje op de drempel van de Verlichting, er werden meer dan 600.000 exemplaren van verkocht – voor die tijd een gigantisch aantal – en vertalingen ervan verschenen in alle belangrijke Europese talen.
Verlicht despotisme
Tijdens het bewind van Felipe’s opvolger, Fernando VI, werd begonnen aan de reorganisatie van het belastingstelsel en de zogeheten Catastro geïntroduceerd die bestond uit vervanging van provinciale inkomstenbelasting en belastingen op verbruiksmiddelen door vermogensbelasting. Dat gebeurde overigens niet zozeer uit compassie met de armen, maar omdat men inzag dat het zwaarder belasten van armen dan van rijken rampzalig was voor de ontwikkeling van een gezonde economie waarin het werken in de landbouw en industrie voor arbeiders aantrekkelijk moet zijn. Ondanks alle verzet van de adel kwam de Catastro langzaam maar zeker op gang en boekte de regering succes met de uitbanning van het bestaande systeem van intermediaire belastinginners waardoor veel geld door corruptie aan de schatkist onthouden werd. Een tweede succes was de creatie van de Giro Real, een bank in staatshanden die buitenlandse publieke en private transacties ondersteunde waarmee de gehate externe intermediairs buitenspel werden gezet, wat de schatkist geen windeieren legde. De bank verschafte zekerheid en vergrootte haar succes door opening van filialen in Amsterdam, Rome en Parijs. Behalve het behartigen van financiële belangen speelden deze filialen een rol in industriële spionage en bij het aantrekken van medici, ingenieurs en wetenschappers voor het uitvoeren van projecten in Spanje. Deze prestaties, die het land rijkdom brachten, spraken in heel Europa tot de verbeelding. Madrid bloeide en de koninklijke paleizen vormden broedplaatsen van kunst en cultuur. Eenzelfde rol voor de ontwikkeling van architectuur werd geboden door de Arsenales, maritiem-industriële etablissementen, waar ingenieurs en ambachtslieden uit binnen- en buitenland samenwerkten. Ook verbetering van de infrastructuur kreeg de nodige aandacht zoals de verbinding van de havenstad Santander met het binnenland van Castilië. Zeer ambitieus was het plan om door het graven van een stelsel van kanalen het transport over water van agrarische producten vanuit Castilië naar de zeehavens mogelijk te maken. De nog als toeristische attractie bestaande kanalen van Castilië en Aragón getuigen hiervan.
De hervormingen onder Carlos III
In de tweede helft van de jaren zestig ontwierp Gregorio Mayans, een van de meest vooraanstaande intellectuelen uit de Spaanse verlichtingsperiode, een plan voor het universitair onderwijs. Daarop begon de uit Peru afkomstige jurist en schrijver Pablo Olavide met de hervorming van de universiteit van Sevilla naar moderne Europese maatstaven gestoeld op empirisch onderzoek, een model dat werd overgenomen door andere steden zoals Salamanca, Valladolid en Valencia. Toch slaagden de hervormers onder Carlos III er niet in een definitief einde te maken aan de enorme invloed die de zogeheten colegiales hadden op het reilen en zeilen van de universiteiten, de clan van academici uit machtige families die het dagelijks leven van de onderwijsinstellingen in hun greep hadden en zich handhaafden via vormen van pressie en cliëntelisme.
Nuevas Poblaciones de Andalucía
Maar toch, tien jaar na aanvang van het project bewoonden duizenden nieuwe inwoners een gebied dat eeuwenlang een woestenij was geweest en was het bandolerismo goeddeels verdwenen. En nog altijd is de geest van de Nuevas Poblaciones springlevend. Meer daarover op www.lailustraciondesierramorena.es (Spaanstalig).
Boek: The Battle for Spain – The Spanish Civil War 1936-1939
– Capel Martinez, R.M. / Cepeda Gómez, J., El Siglo de las Luces, Editorial Sintesis, Madrid 2006