De communistische revolutionair Vladimir Lenin schreef over een net gepubliceerd boek dat dit werk in zoveel mogelijk talen en miljoenen oplagen uitgebracht moest worden. Het betreffende boek was een journalistiek verslag van John Reed (1887-1920) – een van de oprichters van de Communistische Arbeiderspartij in de VS – over de Russische Revolutie: 10 dagen die de wereld deden wankelen. Het boek werd wereldberoemd.
De New York Times zette 10 dagen die de wereld deden wankelen ooit op plek 7 van de ‘Top 100 Works of Journalism’. We kunnen dus met recht van een journalistiek topwerk spreken. Bij Walburg Pers is nu een herziene, moderne Nederlandse vertaling van Reeds beroemde boek verschenen. Dit werk vormt, ondanks Reeds partijdigheid als communist, een minutieus verslag van de Oktoberrevolutie van 1917. Reed slaagt erin de stemming van die revolutie gedetailleerd in kaart te brengen.
Wie was John Reed?
John Reed kwam in 1887 ter wereld in de stad Portland, Oregon, in de Verenigde Staten. Na zijn studie aan de Universiteit van Harvard ging hij de journalistiek in. Hij begon als verslaggever tijdens de Mexicaanse Revolutie (1910) en de daaropvolgende Mexicaanse Oorlog, waar hij voor de revolutionair Pancho Villa werkte. Daarna vertrok hij naar Rusland om als journalist verslag te doen van de Eerste Wereldoorlog. Reed was nauw betrokken bij de Amerikaanse arbeidersbeweging en als voorzitter betrokken bij de oprichting (in 1919) van de Communistische Arbeiderspartij in de Verenigde Staten. Reed keerde terug naar Rusland waar hij in 1920 aan tyfus overleed. Hij is bijgezet in de necropolis op het Rode Plein.
Verslag Russische Revolutie
John Reed gebruikt in zijn boek de Gregoriaanse kalender en niet de toenmalige Russische Juliaanse tijdsrekening, waar een tijdsverschil van dertien dagen tussenzit. In de Gregoriaanse tijdsrekening begint de Oktoberrevolutie op 7 november. Vanuit Petrograd doet John Reed nauwkeurig verslag van de Russische Revolutie. Hij beschrijft niet alleen feiten en gebeurtenissen, maar heeft in het boek ook transcripties van toespraken, decreten, proclamaties, et cetera, opgenomen. Hierdoor ontstaat een levendig en veelzijdig beeld van de Russische Revolutie, op microniveau.
Reeds boek is hoofdzakelijk gebaseerd op eigen notities, maar ook op talrijke andere bronnen. Reed:
Ik heb gebruikgemaakt van een archief van honderden verschillende Russische kranten, dat bijna elke dag van deze periode bestreek, van de archieven van de Engelse krant, Russian Daily News, en twee Franse kranten, Journal de Russie en Entente. Maar nog veel waardevoller was het Bulletin de la Presse, dat dagelijks werd verspreid door het Franse informatiebureau in Petrograd en dat over alle belangrijke gebeurtenissen, toespraken en de reacties van de Russische pers rapporteerde. (23,24)
Mooi aan dit boek is dat Reed alle partijen aan het woord laat en zo een evenwichtig tijdsbeeld schetst. Zo sprak hij bijvoorbeeld kort voor het uitbreken van de revolutie met de ‘Russische Rockefeller’, de kapitalist Stepan Georgevitsj Lianozov:
Hij zei: ‘Revolutie is een ziekte.Vroeg of laat moeten buitenlandse strijdkrachten hier tussenbeide komen – zoals je tussenbeide zou komen om een ziek kind te genezen en het te leren lopen. Natuurlijk zou het min of meer onfatsoenlijk zijn, maar de naties moeten zich het gevaar realiseren van bolsjewisme in eigen land, van zulke besmettelijke ideeën van Marx als ‘dictatuur van het proletariaat’ en ‘wereldwijde socialistische revolutie’. De kans bestaat dat die interventie niet nodig zal zijn. Het transport is ontmoedigd, de fabrieken sluiten en de Duitsers trekken op. Honger en nederlaag zullen het Russische volk weer bij zinnen brengen. (29)
Het zou anders lopen, want het Russische volk kwam niet bij zinnen.
Winterpaleis
Op 7 november 1917 (25 oktober) vond de bestorming van het Winterpaleis plaats, waar de Voorlopige Regering verschanst zat. John Reed was bij deze gebeurtenis aanwezig en schrijft hierover:
Een soldaat en een Rode Gardist verschenen in de deuropening en gebaarden dat de menigte plaats moest maken. Achter hen verschenen soldaten met bajonetten op de geweren, en daarachter een rijtje van zes mannen in burgerkleding – de leden van de Voorlopige Regering. Om te beginnen Kisjkin; zijn gezicht, strak en bleek; daarna Roetenberg, die nors naar de grond keek; de volgende was Terestsjenko, die nieuwsgierig om zich heen keek en ons allemaal met strakke blik opnam; ze passeerden ons zwijgend. De zegevierende opstandelingen verdrongen zich om hen te bekijken, maar er was alleen wat boos gemompel te horen. Pas later hoorden we dat de mensen op straat ze hadden willen lynchen, en dat er schoten waren gelost – maar de matrozen hadden ze veilig naar de Petrus- en Paulusvesting weten te brengen. (102)
Speech van Lenin
Een dag later, op 8 november 1917, las Vladimir Lenin het landdecreet voor. Tot slot enkele fragmenten uit dit landdecreet, waarin het heftige programma van het communisme helder geformuleerd werd:
Alle privé-eigendom van land wordt per direct zonder compensatie afgeschaft. Alle landgoederen en alle landerijen die eigendom zijn van de kroon, kloosters, en kerken, met alle levende have en opgetekende inventaris, gebouwen en toebehoren worden ter beschikking gesteld van de gemeentelijke landcomités en de districtssovjets van boerenafgevaardigden. (…) Alle gebouwen, werktuigen, vee, voorraden van producten, enzovoort, zullen overgaan in de handen van het volk. (…) Het land boeren van de boeren en kozakken die in het leger dienen zal niet worden geconfisqueerd. (128)
Boek: 10 dagen die de wereld deden wankelen – John Reed
Achtergrond: De Russische Revolutie (1917) – Oorzaken, verloop en gevolgen