Bij de Heemkundig Kring West-Vlaanderen is, onder redactie van historici André Bauwens en Hans Krabbendam, de bundel Scharnierend Gewest verschenen. Hierin komt de geschiedenis van Zeeuws-Vlaanderen van 1814-2014 in meerdere facetten aan bod. De aanleiding voor deze publicatie is het tweehonderdjarig bestaan van de regio als deel van de provincie Zeeland.
Op 20 juli 1814 werd Zeeuws-Vlaanderen (in het verband van de vorming van het Koninkrijk der Nederlanden) officieel bij de provincie Zeeland gevoegd. Daarvoor was de regio ruim twee eeuwen als generaliteitsland door de Staten-Generaal bestuurd. Centraal in Scharnierend Gewest staat de reactie en het effect van deze staatkundige verandering. Trok Zeeuws-Vlaanderen vanaf 1814 meer naar het noorden of naar het zuiden toe? Hoe ontwikkelde de taal zich vanaf dat moment, en deden zich veranderingen voor op economisch, godsdienstig en cultureel gebied?
De bundel bestaat uit negen artikelen, die overzichtelijk onderverdeeld zijn in drie thema’s: geografie en bestuur, voorts economie en ten slotte het thema taal, cultuur en godsdienst.
Sympathie voor de Belgische zaak
De bundel maakt voortdurend duidelijk dat Zeeuws-Vlaanderen een scharnierfunctie had tussen het huidige Belgische en Nederlandse gebied en vaak ook te kampen had met tegenstrijdige voorkeuren of bindingen. Dit blijkt bijvoorbeeld in het artikel ‘Tussen Frans, Belgisch en Nederlands bestuur’ van Jeanine Dekker. Zij schrijft onder meer over de politieke spanningen, die ook met religie samenhingen, na de Belgische Opstand in 1830. De kernvraag was of Zeeuws-Vlaanderen nu bij het zuiden of het noorden hoorde:
“De Belgische onafhankelijkheidsstrijd wierp in Zeeuws-Vlaanderen de vraag op aan wie men loyaal moest zijn: Nederland of België. Het grootste deel van de (protestantse) bestuurders in West-Zeeuws-Vlaanderen was Nederlandsgezind en bovendien bang bij een oorlog betrokken te raken, waarin zij inundatie van landbouwgronden te vrezen hadden. In de grensstreken van het vijfde district bestond onder de (katholieke) bevolking juist veel sympathie voor de Belgische zaak. Dat commissaris der koning Ewoud van Vredenburch er bij de koning op aandrong Zeeuws-Vlaanderen – in het bijzonder het vijfde district – op te geven, zal aan de toch al geringe verknochtheid geen goed hebben gedaan.” (48)
Tachtigjarige Oorlog en taal
Interessant is het artikel over het ontstaan van de Zeeuws-Vlaamse dialecten, in een bijdrage van Veronique de Tier. De basis voor de diverse dialecten werd gelegd door Germanen die al voor de jaartelling in de regio woonden, door de Franken tussen de derde en vijfde eeuw, en door Saksen die vanuit Duitsland kwamen (maar zich vooral vestigden in de noordoostelijke gebieden van het huidige Nederland).
Er kunnen in Zeeuws-Vlaanderen vier à vijf dialectregio’s onderscheiden worden: West-Zeeuws-Vlaanderen, Land van Axel, Land van Hulst en de grensstreek, die door sommige taalkundigen onderverdeeld wordt in een oostelijke en westelijke grensstreek:
“Van deze subregio’s vertonen vooral West-Zeeuws-Vlaanderen en het Land van Axel de typische westelijke dialectkenmerken die ook in West-Vlaanderen en de rest van Zeeland te horen zijn. De dialecten vertonen echter meer gelijkenissen met de dialecten van de Zeeuwse eilanden dan met de West-Vlaamse. De grootste dialectverschillen vinden we echter in het Land van Hulst en in de grensstreek met Oost-Vlaanderen. De verschillen met de rest van Zeeland zijn ontstaan na de opkomst van de Brabantse economische macht en na de structurele veranderingen die hier plaatsgrepen als gevolg van de Tachtigjarige Oorlog. ” (114)
Uit onderzoek blijkt, zo schrijft De Tier, dat na de Tachtigjarige Oorlog het Land van Axel herbewoond werd door protestanten uit Walcheren, waardoor deze regio qua taal sterker aanleunt tegen het West-Zeeuws-Vlaams dan andere dialecten. Niet alleen de Tachtigjarige Oorlog, maar ook het feit dat Zeeland vaak onder water stond, leidde tot volksverhuizingen en vluchten. Het gevolg was herbevolking in andere gebieden en een verandering van taaldialecten.
André Bauwens en Hans Krabbendam (red.), Scharnierend Gewest, 200 jaar Zeeuws-Vlaanderen 1814-2014 (2014). Nummer 42 in de serie Bijdragen tot de Geschiedenis van West-Zeeuws-Vlaanderen, 200 pagina’s. Te bestellen via [email protected]