In 1936 publiceerde SS-leider Heinrich Himmler De Schutzstaffel als antibolsjewitische strijdmacht. Dit werk is recent voor het eerst in het Nederlands vertaald en, voorzien van een inleiding door historicus Perry Pierik, uitgebracht bij uitgeverij Aspekt.
Een heruitgave van Mein Kampf is in Nederland nog altijd verboden. Als een extreem antisemitisch werk van Himmler wordt vertaald, kraait daar geen haan naar. Het is opvallend en lijkt vooral aan te tonen dat het Mein Kampf-verbod met name symbolisch van aard is.
Himmler en de Holocaust
Als Reichsführer-SS was Himmler nauw betrokken bij de opzet van concentratiekampen. Hij wordt dan ook beschouwd als een van de hoofdverantwoordelijken van de moord op zes miljoen Joden.
In oktober 1943 gaf Himmler voor een select gezelschap in het Poolse Posen twee toespraken. Hierin werd voor het eerst openlijk gesproken over de vernietiging van het Jodendom en de rol die de SS daarin moest spelen. Tot die tijd was deze kwestie uiterst geheim gehouden, maar nu sprak Himmler openlijk over de “Ausrottung der Juden”. Vanwege het belang van dit historische feit, besteedden historici de afgelopen decennia veel aandacht aan deze redevoeringen.
Bosjewisme en Jodendom
Himmlers toespraak De Schutzstaffel als antibolsjewitische strijdmacht is van veel vroeger datum (1936) en moet volgens Perry Pierik beschouwd worden als een ‘Grundlagearbeit’ voor het latere programma en de vernietigingspolitiek van de SS. Pierik:
“De koers werd hierin reeds uitgestippeld en die zou uiteindelijk in de Holocaust uitmonden. Himmler was vanaf het begin eigenlijk erg duidelijk: de SS was een antibolsjewistische gevechtsorganisatie, en het bolsjewisme werd gelijkgesteld aan het Jodendom. Daarmee werd de SS dan ook wapen tegen datzelfde Jodendom.”
Voor de nazi’s waren het communisme en het Jodendom twee handen op een buik.
Oorspronkelijke bronnen
Pierik wijst erop dat de afgelopen jaren steeds meer oorspronkelijke documenten uit de nazi-tijd uitgegeven worden. Als voorbeeld noemt hij de dagboeken van Himmler en gepubliceerde meldingen van leden van de zogenaamde Einsatzgruppen, die in Oost-Europa enorme aantallen Joden, communisten en zigeuners vermoordden. Dit soort bronnen zijn belangrijk omdat ze meer inzicht kunnen geven in de gedachtenwereld van de nazi’s
Himmlers toespraak De Schutzstaffel als antibolsjewitische strijdmacht is ook zo’n oerdocument. Pierik:
“Het is een sleuteltekst die de relatie tussen Jodendom en bolsjewisme moet bevestigen.”
De Jood Mordechai
Het werk maakt inzichtelijk hoezeer Himmler geobsedeerd was door het verhaal van Mordechai, dat beschreven wordt in het Bijbelboek Esther. De Jood Mordechai leefde volgens dit verhaal (dat zich afspeeld in de vijfde eeuw voor Christus) in ballingschap onder koning Xerxes (Ahasveros) in het Perzische Rijk. Zijn nichtje Esther was een van de vrouwen van deze koning. Op een dag verleende Xerxes zijn onderkoning Haman een bijzondere eer. Hij beval dat alle onderdanen voor Haman moesten buigen als die met zijn paard voorbij reed. Mordechai weigerde echter te buigen, omdat hij dat eerbetoon alleen aan zijn God wilde brengen. Haman was woedend en vaardigde een bevel uit om alle Joden te vermoorden. Toen Mordechai van deze plannen hoorde, snelde hij naar zijn nichtje Esther die op haar beurt naar de koning ging en hem overhaalde het bloedbad te stoppen. De volledige uitroeiing van het volk werd zo voorkomen en Haman en zijn handlangers werden door de koning gedood. Joden herdenken deze redding nog steeds tijdens het jaarlijkse Poerimfeest.
Mordechai vergaarde na deze gebeurtenissen veel macht aan het hof van de koning en besloot die macht te gebruiken om af te rekenen met de Perzen die volgens hem uit waren op de ondergang van de Joden. Volgens het Bijbelboek werden 75.000 mannen vermoord.
Wat Himmler betreft toonde deze geschiedenis aan dat de “bolsjewistische-Jood” er altijd op slinkse wijze op uit was om Arische volkeren te vernietigen. Himmler zegt hierover in zijn rede:
“Wij lezen hoe nu tegen de wil van de populaire en rasbewuste minister Haman met het grootst mogelijke Joodse raffinement een spel van intriges wordt gespeeld dat zo eindigt, dat de volksgetrouwe Haman door zijn karakterloze en met blindheid geslagen vorst aan de galg kwam, die voor de Jood Mordechai was opgericht. Een schandelijke gebeurtenis en niet de laatste in de geschiedenis der volkeren.” (28,29)
Waar de blindheid van de koning vandaan kwam, was voor Himmler ook wel duidelijk. Het was de schuld van het “Joodse hoertje Esther”.
Himmler beschrijft vervolgens hoe het ‘Arische volk’ vanwege de Jood ten onder ging en ook zijn “hoogstaande, zuivere, godsdienstige leer van Zarathustra” verloor. Volgens de SS-leider stond het verhaal van Mordechai niet op zichzelf:
“Zo gaat het in het bolsjewisme altijd: de leiders van een volk worden op bloedige wijze onthoofd en dan volgt de nationale, economische, wetenschappelijke, culturele, mentale, psychische en fysieke slavernij. De rest van het volk, dat door talloze vermengingen van bloed beroofd wordt van zijn eigenwaarde, degenereert en in het historisch korte verloop van eeuwen weet men hoogstens nog dat er eens een dergelijk volk heeft bestaan.”
Historische bron
Dat Himmler een antisemiet was en zichzelf beschouwde als ‘beschermer van het vaderland’ is natuurlijk al lang bekend. Daarvoor hoefde dit werkje dan ook niet in het Nederlands vertaald te worden. Die vertaling is echter wel van belang omdat juist oerdocumenten meer inzicht kunnen geven in de denkwereld van nazi’s. De Schutzstaffel als antibolsjewitische strijdmacht geeft ook meer informatie over de wijze waarop Himmler zijn SS’ers probeerde te overtuigen van het ‘Joodse gevaar’. En het werkje geeft een beeld van de algemene kijk van de SS op religie.
Een belangrijke historische bron. Weerzinwekkend, maar goed dat het werk nu ook in het Nederlands verkrijgbaar is. De beknopte inleiding zorgt voor de noodzakelijke context.
Boek: Himmler, Mordechai en de mythe van het joodse Bolsjewisme
Lees ook: Heinrich Himmler (1900-1945) – Leider van de SS