Atuahalpa (ca. 1502-1533) – De laatste keizer van de Inca’s

13e vorst van het Incarijk
4 minuten leestijd
Atuahalpa, de laatste Inca-keizer
Atuahalpa, de laatste Inca-keizer

Atuahalpa (circa 1502-1533), ook wel bekend als Atabalipa of Atawallpa, geldt als een van de bekendste en meest invloedrijke vorsten uit de geschiedenis van het Inca-rijk. Atuahalpa was vanaf 1525 de laatste vorst van de Inca’s en vond in augustus 1533 de dood, toen hij in gevangenschap geëxecuteerd werd door de Spaanse conquistadores. Wie was deze Atuahalpa? En wat heeft hij voor het Inca-rijk betekend?

De jonge jaren van Atuahalpa

Atuahalpa kwam ter wereld in Cuzco, de hoofdstad van de Inca’s (tegenwoordig Peru), vermoedelijk ergens in het jaar 1502. Zijn naam betekent ‘mooie man’. Atuahalpa was de jongste (en favoriete) zoon van de Inca-vorst Huayna Capac en een van zijn maîtresses genaamd Palloca. Deze Palloca stamde af van de vroegere Inca-leider Pacachuti Inca Yupanqi (1438-1471). In de bronnen wordt Atuahalpa een buitenechtelijk kind genoemd.

Over de jonge jaren van Atuahalpa is maar weinig bekend. Vermoedelijk kreeg hij de gebruikelijke opvoeding in de traditie van de Inca-aristocratie. Die opvoeding hield onder meer een militaire training in om de krijgskunst te leren beheersen. Ook kreeg Atuahalpa algemeen onderwijs over thematiek, zoals administratie, die belangrijk was om als notabele in het Inca-rijk te weten. Atuahalpa’s oren werden gepiercet en voorzien van ornamenten, zoals gebruikelijk was binnen de Inca-dynastie.

Legeraanvoerder in Quito en burgeroorlog tussen twee broers

In zijn jonge jaren diende Atuahalpa als generaal in het leger van zijn vader Huayna Capac, in en rond de provincie Quito in het noorden van het rijk. Atuahalpa werd hier aangesteld als gouverneur. Hij had meerdere broers en halfbroers, onder wie Ninancuyuchi en Huáscar. Ninancuyuchi was, net als Atuahapa, in de jaren 1520 gestationeerd in Quito, omdat daar een opstand was uitgebroken. Huáscar diende als zoon van Huayna Capac ook in het Inca-leger, maar in de stad Cuzco.

Toen in 1525 de heersende vorst Huayna Capac aan de pokken overleed, volgde diens zoon Ninancuyuchi – die hij als opvolger had aangewezen – hem op. Deze Ninancuyuchi stemde ermee in om een hogepriester een onderzoek te laten doen of de goden hem gunstig gezind waren. Als dit niet zo bleek te zijn, was Ninancuyuchi bereid zijn troon af te staan aan zijn broer Huáscar. De goden zouden, volgens de overlevering, Ninancuyuchi inderdaad niet gunstig gezind zijn, zo bleek uit het onderzoek van de priester. Kort hierna stierf Ninancuyuchi aan de pokken en volgde Huáscar hem op. Hij greep de macht in Cuzco.

Atuahalpa
Atuahalpa
Atuahalpa kon formeel geen aanspraak op troonopvolging doen en deed dit ook niet, maar zijn broer Huáscar vermoedde dat er een complot tegen hem gesmeed werd. Hij betitelde Atuahalpa tot staatsvijand (auca). Atahualpa zond hierop een delegatie naar zijn broer om zijn loyaliteit te onderstrepen, maar van de groep werden de meesten gedood. De overgeblevenen keerden terug met de gescalpeerde mensenhuiden van hun collega’s en met een set vrouwenkleding. Met laatstgenoemd geschenk wilde Huáscar zijn broer duidelijk maken dat hij hem een verwijfd mannetje vond. Hierop brak een burgeroorlog uit, die van 1525 tot 1532 duurde.

De bronnen lopen uiteen over wat er hierna precies allemaal gebeurde, maar één ding staat vast: Huáscar opende de aanval en stuurde een leger naar de provincie Quito, waar hij het paleis van Atuahalpa, in Tumebamba, innam en zijn broer gevangen zette. Atuahalpa wist echter te ontsnappen en versloeg in twee veldslagen de troepen van Huáscar, onder meer bij de plaats Ambato. Vervolgens trok Atuahalpa op naar Cuzco, waar hij in 1532 Huáscar opnieuw een nederlaag toebracht – waarbij bijna het complete leger van Huáscar afgeslacht werd – en zijn broer gevangen nam. Atuahalpa gaf Huáscar te kennen dat hij zijn broer weer op de toon wilde zetten en zorgde ervoor dat alle hoge edelen, notabelen, provinciebestuurders en edelen uitgenodigd werden voor de ceremonie. Toen het complete gezelschap in Cuzco bijeen was, liet Atuahalpa alle aanwezigen vermoorden. Mogelijke opstanden, verzet en onrust waren nu uitgesloten, althans van Inca-zijde.

Gevangenname van Atuahalpa - John Everett Millais, 1845
Gevangenname van Atuahalpa – John Everett Millais, 1845

De komst van Pizarro, gevangenschap en dood van Atuahalpa

Van 1524 tot 1526 hadden Spaans conquistadores onder leiding van Francisco Pizarro de kustgebieden van Zuid Amerika al bezocht, maar besloten toen niet om het rijk binnen te vallen. In het najaar van 1532 keerden de Spanjaarden echter terug in een rijk dat flink verzwakt was door de jarenlange burgeroorlog en pokkenepidemieën.

In november 1531 vond er een confrontatie plaats tussen Pizarro, aanvoerder van een troepenmacht van zo’n 260 Spanjaarden en tienduizenden Indiaanse bondgenoten, en het naar schatting 40.000 soldaten tellende leger van Atahualpa. De eerste ontmoeting, op 15 november 1531, tussen Pizarro’s leger en dat van Atuahalpa verliep vrij gemoedelijk. Een dag later liep de situatie echter uit de hand. Pizarro nodigde Atuahalpa uit in Camajarca. Volgens bronnen zou er het volgende zijn gebeurd:

“Valverde overhandigde Atahualpa een Bijbel en naar verluidt wierp hij deze weg, wees naar de zon en zei: ‘Mijn god leeft nog!’ Valverde pakte de Bijbel van de grond en liep weg. Pizarro gaf het teken tot aanval. (…) Daarna vielen zijn mannen aan. Atuahalpa’s opperhoofden vochten met blote handen voor hun keizer en werden afgeslacht (…)” Jones, Inca’s, p.40

Begrafenis van Atahualpa - Luis Montero, 1867
Begrafenis van Atahualpa – Luis Montero, 1867

Pizarro zette Atahualpa gevangen. Op 29 augustus 1533 (er zijn ook bronnen die 26 juli 1533 als datum noemen) liet de Spaanse conquistador Francisco Pizarro de gevangen Atuahalpa executeren middels de wurgpaal. Het oorspronkelijk plan was om de Inca-vorst op de brandstapel te zetten, maar omdat Atuahalpa ervoor koos om zich te ‘bekeren’ tot het christendom, werd de executie via een wurgpaal voltrokken.

Na de terechtstelling van Atuahalpa benoemde Pizarro een jongere broer van Atuahalpa, Túpac Huallpa, tot nieuwe ‘keizer’ van het Inca-rijk. De kroning was een omvangrijke ceremonie, waarbij alles uit de kast gehaald werd om de Inca’s te doen geloven dat het rijk nog steeds bestuurd werd door een Inca. Met deze gebeurtenis kwam er feitelijk echter een einde aan het Inca-rijk.

Lees ook: Korte geschiedenis van de Inca’s en het Inca-rijk
…of: Inca’s drogeerden kinderen voordat ze geofferd werden
Boek: De Inca’s. Oude beschavingen

Bronnen â–¼

Gedrukte bronnen
-‘Atahualpa. King of the Inca Empire (r. 1525-1533)’, in: Christina J. Moose & Frank Northen Magill (eds.), Great Lives of History. The Renaissance and Early Modern Period 1454-1600 (Hackensack, NJ: Salem Press, 2005) 66-68.
-David M. Jones, Inca’s. De indrukwekkende geschiedenis, legenden, mythen en cultuur van het Inca-rijk en de volken van de zon (2e druk; Veltman Uitgevers, 2013 [ 2007]) 34-41.

Internet

-https://www.britannica.com/biography/Atahuallpa
https://www.britannica.com/biography/Huayna-Capac
-https://salempress.com/Media/SalemPress/samples/great_lives_from_history_renaissance.pdf
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Atahualpa

0
Reageren?x
×