De Bataafs-Franse tijd en de Bataafse Republiek (1795-1813)

Kenmerken, tijdlijn & korte geschiedenis
7 minuten leestijd
Krayenhoff en Daendels in 1795 - Begin van de Franse Tijd in Nederland
Krayenhoff en Daendels in 1795 - Begin van de Franse Tijd in Nederland (Publiek Domein - wiki)

De Bataafs-Franse Tijd, ook wel Bataafse Tijd of Franse Tijd genoemd, is de periode uit de vaderlandse geschiedenis waarin Nederland onder Frans gezag stond. Wat waren de belangrijkste gebeurtenissen uit deze periode? Een korte geschiedenis en tijdlijn van de Franse Tijd in de Nederlanden.

De Franse Tijd maakte Nederland tot een moderne staat met een moderne grondwet, een metriek stelsel, Burgerlijke Stand, rechts rijden in plaats van links rijden, et cetera. De Bataafs-Franse Tijd begon in 1795 met de inval van Frankrijk en het vluchten van de stadhouder Willem V naar Engeland. In 1798 volgde de eerste moderne grondwet van de Nederlanden. Op instigatie van Napoleon Bonaparte werd in 1806 de republiek omgevormd tot Koninkrijk Holland en werd Nederland een satellietstaat van Frankrijk. In 1810 besloot de Franse keizer Holland in te lijven. Toen Napoleon Bonaparte in 1813 ten onder ging, keerde de stadhouderlijke dynastie terug naar de Nederlanden, waarna Willem I als koning aantrad van het nieuw gevormde Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.

Begin van de Franse Tijd (1795)

Stadhouder Willem V, omstreeks 1790
Stadhouder Willem V, omstreeks 1790
De Nederlanden waren al sinds september 1793 in oorlog met Frankrijk. Begin 1795 trokken Franse troepen onder leiding van Charles Pichegru en patriotten onder leiding van Hendrik Willem Daendels massaal de Nederlanden binnen, over de dichtgevroren rivieren. Op 19 januari 1795, een dag na de vlucht van Willem V, riepen ze in het stadhuis van Amsterdam de Bataafse Republiek uit. Hervormingsgezinde patriotten – die zichzelf Bataven gingen noemen naar de Bataafse Opstand (70 na Chr.) ten tijde van Julius Civilis – roken hun kans en namen in de Republiek de macht over. Het was een fluwelen revolutie met nauwelijks geweld: de orangisten bewaarden de rust en droegen de machtsfuncties over aan de patriotten. De Bataafse Republiek was geboren.

Her en der in Nederland verschenen, als symboliek voor een nieuwe tijdperk van hervorming, op stadspleinen in de Republiek vrijheidsbomen. Patriotten dansten met Franse soldaten een intieme Franse dans: de valeta. De vrijheidsbomen en danspartijen vormden een rituele overgang naar een nieuwe, hervormingsgezinde maatschappij zonder stadhouder. Nieuw was bijvoorbeeld de introductie van de op behoorlijk brede basis gekozen Nationale Vergadering, die op 1 maart 1796 voor het eerst bijeenkwam. Deze bijeenkomst staat te boek als de eerste nationale en democratisch samengekomen parlementsvergadering uit de Nederlandse geschiedenis.

Al op 31 januari 1795 nam een raadscommissie die bijeenkwam op het Binnenhof, de Verklaring van de Rechten van de Mens en van de Burger aan. Dit document, dat op bepaalde punten afweek van de Franse variant, was geschreven door een groep juristen onder leiding van de patriot Pieter Paulus, werkzaam als advocaat en curator van de Universiteit van Leiden.

Rond de vrijheidsboom op de Dam werd de Carmagnole gedanst
Rond de vrijheidsboom op de Dam werd de Carmagnole gedanst (Publiek Domein – wiki)

Economische neergang (1795-1799)

Economisch viel de Franse Tijd nogal tegen: de Bataafse Republiek moest de Franse bezetting zelf betalen. Fransen in Nederland betaalden wel hun rekeningen, maar met zogenoemde assignats>: papieren schuldbekentenissen waar een geldbedrag opstond, maar die in de praktijk niets waard waren. De buitenlandse handel van de Republiek kreeg ook een fikse knauw. Buitenlandse mogendheden als Engeland en Pruisen beschouwden de Republiek als een overloper en binnen een jaar halveerde het scheepsverkeer in de grootste Nederlandse havens. Engeland kondigde een zeeblokkade af.

Het gevolg? In 1811 verwelkomde de haven van Rotterdam een dramatisch aantal van niet meer dan tien vrachtschepen. En de waarde van Nederlandse staatsaandelen op de beurs daalde in de jaren 1795 tot 1797 naar 20 procent van de aanvankelijke waarde. Op 31 december 1799 werd, symbolisch voor de malaise, ook nog de inboedel van de failliete VOC aan een ‘Raad van Aziatische Bezittingen’ overgedragen.

Staatsregeling voor het Bataafsche Volk, 1798
Staatsregeling voor het Bataafsche Volk, 1798 (Publiek Domein – Nationaal Archief)

De grondwet van 1798 & het Staatsbewind (1801-1805)

Een grote stap die op staatkundig niveau gezet werd, was de totstandkoming van de eerste moderne Nederlandse grondwet in 1798, de zogenoemde ‘Staatsregeling voor het Bataafsche volk’ of meer cynisch ‘Het Dikke Boek’ (met 918 artikelen) genoemd. Deze nieuw grondwet trad na een hoop gesteggel (na een wegstemming en een staatsgreep begin 1798) op 4 mei 1798 in werking. De latere liberale grondwet van 1848 van Johan Rudolph Thorbecke was voor een aanzienlijk deel gebaseerd op de grondwet die vijftig jaar eerder onder de Fransen tot stand was gekomen. De belangrijkste vernieuwingen en bepalingen uit de grondwet van 1798 waren:

  1. De Bataafse Republiek werd ‘ondeelbaar’, wat inhield dat de provinciale autonomie verdween en ingezet werd op centralisme.
  2. Elke inwoner van de Republiek was voortaan gelijk voor de wet, zonder onderscheid ‘van geboorte, bezitting, stand of rang’. Er kwam vrijheid van meningsuiting, pers, vergadering en religie. Dit betekende bijvoorbeeld voor de Joden, katholieken en niet-gelovigen in de Republiek de emancipatie, terwijl de Nederduitsch hervormde kerk haar monopoliepositie verloor.
  3. Er kwam een strikte scheiding tussen kerk en staat. Maar dat betekende niet dat de nieuwe grondwet anti-religieus was. In de grondwet staat namelijk de volgende passage: ‘De eerbiedige erkentenis van een albestuurend opperwezen versterkt de banden der maatschappij en blijft iederen burger ten duursten aanbevolen.’
  4. Immigranten waren welkom, aldus artikel 50: ‘De maatschappij ontvangt alle vreemdelingen, die de weldaaden der vrijheid vreedzaam wenschen te genieten in haar midden verleenende denzelven alle zekerheid en bescherming.’

In september 1801 vond er een staatsgreep plaats, gesteund door de Fransen, waarbij het zittende Uitvoerend Bewind werd afgezet. Er kwam per 16 oktober 1801 een nieuwe grondwet, die en nieuwe regering aan de macht bracht: het Staatsbewind. Nederland werd opnieuw in (acht) provincies verdeeld en op veel plekken kwamen er weer orangisten en stadhoudersgezinden op belangrijke posities terecht. Er kwam een Wetgevend Lichaam, een parlement van 35 personen dat minder invloed had dan de Nationale Vergadering uit 1796.

Alexander Gogel (1765-1821) - Grondlegger van de Nederlandse staat
Alexander Gogel (1765-1821)
In 1804 besloot keizer Napoleon Bonaparte om de grondwet en het bestuur opnieuw aan te passen. Om de Franse invloed op de Republiek te vergroten, stelde hij een eenhoofdig bestuur in onder leiding van raadspensionaris Rutger Jan Schimmelpenninck, wiens functie vergelijkbaar is met die van een minister-president. Onder minister van Financiën Alexander Gogel werd in 1806 een nieuw belastingstelsel ingevoerd. Verder hief Gogel met de Patentwet (1806) de gilden op, stelde hij standaard maten en gewichten in en gaf hij vorm aan een kadastraal systeem. Ook ontwierp hij de Muntwet (1807) en was hij betrokken bij de vorming van de ‘Nationale Konstgallerij’, de voorganger van het Rijksmuseum.

Koninkrijk Holland (1806-1810)

Op 5 juni 1806 werd Schimmelpenninck door de Fransen afgezet, vanwege onvrede met zijn beleid. Via een Nederlandse delegatie die verplicht naar Parijs moest afreizen om bij Napoleon te smeken om een Franse koning, vernederde de keizer de Nederlanders. De Franse koning kwam er, namelijk de broer van de keizer Lodewijk Napoleon. Kort hierop volgde wederom een nieuwe wet, de Constitutie voor het Koninkrijk Holland, die inging op 7 augustus 1806.

Portret van Lodewijk Napoleon
Portret van Lodewijk Napoleon – cc
De ‘lamme koning’ of ‘vader der ongelukkigen’, zoals Lodewijk Napoleon kwam te heten, bleek een zegen te zijn. Hij probeerde Nederlands te leren (‘Ieck ben konijn van Olland’), toonde zich zeer betrokken bij rampen als de Leidse Buskruitramp (12 januari 1807) en de overstroming in de Betuwe (1809). Ook verzette hij zich tegen het Continentaal Stelsel (1806-1813) van zijn broer, dat de Nederlandse handel ernstig frustreerde.

Inlijving door Napoleon in 1810

Het Koninkrijk Holland kwam formeel ten einde op 9 juli 1810, toen Napoleon Bonaparte met het Decreet van Rambouillet overging tot inlijving van Nederland bij Frankrijk. Lodewijk was ruim een week eerder, op 1 juli, onder druk van zijn broer al afgetreden als Hollandse koning. Bonaparte was ontevreden over het te meegaande beleid van zijn broer en besloot daarom tot deze actie.

Bonaparte liet per 18 oktober 1810 een op Franse leest geschoeide rechterlijke en bestuurlijke organisatie invoeren, terwijl in 1811 de Franse wetten volledig werden ingevoerd. Het bestuur, fiscale systeem en rechtssysteem werden ingrijpend gemoderniseerd. Zo voerden de Fransen het Wetboek van Strafrecht (Code Pénal) in, evenals het Burgerlijk Wetboek (Code Civil) en het Wetboek van Koophandel (Code de Commerce). In 1811 kwam de Burgerlijke Stand van de grond. Het Nederlandse leger werd een onderdeel van het leger van Frankrijk en er volgde een verplicht conscriptie cq. algemene dienstplicht.

Het einde van de Franse tijd en het begin van het Koninkrijk der Nederlanden (1813-1815)

Het Driemanschap van 1813: Gijsbert Karel van Hogendorp, Frans Adam van der Duyn van Maasdam en Leopold van Limburg Stirum op het monument op Plein 1813 te Den Haag
Het Driemanschap van 1813: Gijsbert Karel van Hogendorp, Frans Adam van der Duyn van Maasdam en Leopold van Limburg Stirum (CC BY-SA 3.0 – Känsterle – wiki)
Het einde is bekend: Napoleon ging met zijn troepen ten onder in de jaren 1813-1815. Napoleons nederlaag werd definitief in de Slag bij Waterloo, op 15 juni 1815.

Na de Slag bij Leipzig (oktober 1813) trokken de Franse legers zich terug uit Nederland. Kort hierop, op 20 november 1813, kondigde een Voorlopig Bewind onder leiding van Gijsbert Karel van Hogendorp en Adam van der Duyn van Maasdam een nieuw tijdperk van vrijheid aan. Prins Willem keerde tien dagen erna terug op het strand van Scheveningen en werd uitgeroepen tot ‘Soeverein Vorst’. Hij beloofde en nieuwe grondwet op te laten stellen. Op 2 december 1813 begon het koningschap van Willem I officieel.

Boek: De Nederlanden in de Franse Tijd

Bronnen â–¼

Boeken
-Han van der Horst, Nederland. De vaderlandse geschiedenis van de Prehistorie tot nu (Amsterdam: Bert Bakker, 2009) 263-294.
-Judith Amsenga & Geertje Dekkers, >’Wat nu?’, zei Pichegru: de Franse Tijd in Nederland, 1795-1813 (Hilversum: Verloren, 2004).

Internet
-https://www.parlement.com/id/vh8lnhrpfxtm/bestuur_in_de_bataafs_franse_tijd_1795
-https://www.historischnieuwsblad.nl/fransetijd/index.html
-https://koninkrijk1813.huygens.knaw.nl/?page_id=1925
-http://www.historien.nl/franse-tijd-nederland/
-https://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/26823/de-grondwet-van-1798.html
-https://www.parlement.com/id/vh8lnhrp8wtc/koninkrijk_holland_1806_1810
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Bataafse_Republiek
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Bataafse_Revolutie

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×