In een grote tentoonstelling van het Rijksmuseum van Oudheden over de Bronstijd zijn vanaf half oktober zes vrijwel identieke bronzen zwaarden te zien. Het gaat om de zwaardengroep ‘Plougrescant-Ommerschans’, bestaande uit zes grote zwaarden uit de Europese Bronstijd (1500-1100 v.Chr.) die zijn gevonden op verschillende locaties in Nederland, Engeland en Frankrijk.
De zwaarden zijn recent intensief bestudeerd door een internationaal team van wetenschappers. Onderzoekers gebruikten geavanceerde technieken zoals XRF-analyse en neutronenonderzoek om meer te weten te komen over de herkomst en betekenis van de zwaarden. De resultaten laten zien dat de zwaarden een gedeelde metaalsamenstelling hebben, maar dat elk zwaard uit een unieke mal is gemaakt. Het museum:
Het gaat dus om uiterst nauwkeurige kopieën van elkaar: je kunt de een niet maken zonder de ander te kennen. Vanwege het enorme formaat, het ontbreken van een greep en de ongeslepen snede zijn deze zwaarden niet geschikt om mee te vechten.
De zwaarden worden daarom gezien als rituele objecten, die mogelijk gebruikt werden voor offers aan goden of voorouderverering in moerassige gebieden.
Kostbare voorwerpen van brons werden volgens prehistorische traditie opzettelijk achtergelaten of geofferd aan voorouders of goden in ‘natte’ gebieden, zoals moerassen, rivierarmen en venen.
Het onderzoek toonde verder aan dat de vorm en de lijnversieringen op de zwaarden op een opvallende manier verwijzen naar dolktypes die meerdere eeuwen ouder zijn. De uitkomsten van het onderzoek naar de samenstelling van de zwaarden ondersteunt een datering van de zwaarden middenin de bronstijd, rond 1400 v.Chr.
Vuursteentjes en schaafstro
Het bijna zeventig centimeter lange Ommerschans-zwaard, dat in 1896 werd gevonden in Overijssel en in 2017 werd aangekocht door het Leidse museum, is een van de meest bijzondere stukken. Rond dit zwaard zijn namelijk ook andere voorwerpen gevonden, waaronder bronzen en stenen gereedschap, vermoedelijk gebruikt voor de vervaardiging van de mal van het zwaard. Kleine vuursteentjes zouden zijn gebruikt bij het polijsten van het brons. Onderzoekers vonden gebruikssporen die wijzen op het gebruik van schaafstro (Equisetum hyemale), een plant die mogelijk gebruikt werd om brons tot een goudglanzend oppervlak te polijsten.
Archeobotanicus Corrie Bakels (Universiteit Leiden) maakte een reconstructie van het veenlandschap waarin het zwaard van Ommerschans destijds is achtergelaten, nu in het noorden van Overijssel. Daaruit blijkt dat op deze plek een droge passage was, langs hoger gelegen zandruggen tussen de voorlopers van de rivieren Vecht en Reest. In de tweede helft van het tweede millennium voor Christus, de periode waarin het zwaard werd gedeponeerd, dreigde die door veengroei te verdwijnen. Het zwaard lag op de plek waar de passage het smalst was en waar dat als eerste zou gaan gebeuren.
De wetenschappelijke bevindingen zijn samengebracht in de publicatie Larger than Life. The Ommerschans hoard and the role of giant swords in the European Bronze Age (1500-1100 BC), onder redactie van archeologen Luc Amkreutz en David Fontijn. Het boek, dat de resultaten van vijf jaar onderzoek samenvat, werd voltooid vlak voor het overlijden van Fontijn in 2023.
De zwaardengroep is van 18 oktober 2024 tot en met 16 maart 2025 te zien in de Bronstijd-tentoonstelling in Leiden.