De Argentijn Che Guevara, hét symbool van de Cubaanse revolutie en de voormalig rechterhand van Fidel Castro, stierf bijna vijftig jaar geleden maar is nog steeds ongekend populair.
Hoewel te betwijfelen valt of alle tieners met een beeltenis van de vrijheidsstrijder op hun T-shirt, weten wie de man precies was, kun je niet anders dan vaststellen dat hij nog altijd tot de verbeelding spreekt.
Che Guevara wordt op 14 juni 1928 als Ernesto Rafael Guevara de la Serna geboren in de Argentijnse plaats Rosario. Hij is de oudste van de vijf kinderen die zijn ouders Erbesto en Celia op de wereld zetten. Of Guevara echt op 14 juni 1928 is geboren wordt wel eens betwijfeld. Zijn ouders zouden volgens sommigen de geboortedatum hebben gemanipuleerd om te verbergen dat Celia al voor ze trouwde met haar man drie maanden zwanger was.
Guevara heeft een redelijk goede jeugd. Arm is het gezin niet. Zijn vader is architect en heeft daardoor een aardig inkomen. Al in zijn jonge jaren leest Che Guevara veel, onder meer boeken van Freud, Baudelaire, Marx en Boccaccio. Rond zijn negentiende (1947) besluit hij geneeskunde te gaan studeren aan de universiteit van Buenos Aires, de hoofdstad van zijn geboorteland.
Op de motor door Latijns-Amerika
Enkele jaren hierna (1951) maakt hij samen met zijn vriend de biochemicus Alberto Granado een motorreis door Latijns-Amerika. De student geneeskunde wilde als vrijwilliger gaan werken in een leprozenkolonie in Peru. Samen met Granado reist Guevara ruim een jaar door Latijns-Amerika. Ze doen onder meer de landen Colombia, Chili, Peru en Venezuela aan. Tijdens de reis houdt Guevara een dagboek bij. Dit dagboek wordt later uitgebracht onder de naam Diaros de morocicleta en is ook vertaald in het Nederlands. Velen menen dat Guevara zich tijdens zijn rondreis door Latijns-Amerika voor het eerst echt bewust werd van de armoede waarin veel mensen uit de lagere bevolkingsgroepen leefden en dat er indirect toe leidde dat de Argentijn revolutionaire gedachten ontwikkelde.
Guevara studeert in 1953 af als arts en vertrekt dan opnieuw voor een grote rondreis door Latijns-Amerika. Ditmaal bezoekt hij de landen Bolivia, Peru, Ecuador, Panama, Costa Rica, Nicaragua en Honduras. Als hij hoort dat er in Guatemala, onder het bewind van president Jacobo Arbenz Guzman landhervormingen worden doorgevoerd, raakt Guevara geïnteresseerd en besluit hij ook dat land te bezoeken. Hij komt hier in contact met enkele overheidsfunctionarissen en bezoekt een groep Cubaanse bannelingen. Guevara is in deze periode van dichtbij getuige van de succesvolle staatsgreep die in Guatemala plaatsvindt. De Argentijn constateert dat de staatsgreep is opgezet door de Amerikaanse CIA. Guevara raakt er hierdoor van overtuigd dat de Verenigde Staten linkse regeringen altijd zullen tegenwerken.
Che Guevara en de Cubaanse revolutie
Che Guevara verblijft enige tijd in de Argentijnse ambassade in Guatemala en vertrekt dan naar Mexico. Hier sluit hij zich aan bij Cubaanse ballingen die hem vervolgens voorstellen aan Raúl Castro, de jongere broer van Fidel Castro die hij enkele weken later ontmoet. Guevara wordt al snel lid van de guerrilla-beweging van Castro genaamd Beweging van de 26ste juli.
Deze beweging probeert op 25 november 1956 een revolutie in Cuba op gang te krijgen. De poging mislukt echter. De 82 Cubaanse strijders, waaronder Guevara en de broers Castro, varen op een jacht naar Cuba maar weten daar figuurlijk gesproken niet echt ‘voet aan wal’ te krijgen. De groep loopt in een hinderlaag van het Cubaanse leger en slechts twaalf leden van de Beweging van de 26ste juli weten zich te hergroeperen in de bergen.
De twaalf leden, waaronder de Castro’s en Guevara, komen in de bergen op krachten en rekruteren nieuwe leden, waaronder vooral boeren en intellectuelen. Guevara wordt in deze periode benoemd tot ‘Commandante’, de hoogste rang, en is daarmee een van de belangrijkste vertrouwelingen van leider Fidel Castro.
De leden van de Beweging van de 26ste juli zijn tegen het einde van 1958 klaar voor een nieuwe poging een revolutie te ontketenen in Cuba. Guevara leidt de tweede colonne in een opmars naar de Cubaanse hoofdstad Havanna. Guevara weet met zijn troepen de stad Santa Clara te veroveren. Dit leidt uiteindelijk tot de vlucht van dictator Batista uit Cuba. Op 1 januari 1959 neemt Fidel Castro de macht over in Cuba.
Guevara behoort hiermee tot het selecte gezelschap grondleggers van het huidige Cuba en wordt een prominent lid van de nieuwe socialistische regering. De geboren Argentijn krijgt op 9 februari 1959 de Cubaanse nationaliteit. In de periode na de revolutie krijgt Guevara de leiding over het militaire gevangenisfort “La Cabana”. Onder leiding van Guevara worden ten minste 156 vele leden van omvergeworpen Batista-regime berecht en geëxecuteerd. Ten minste 156 personen worden om het leven gebracht. Sommige bronnen spreken van minimaal 500 personen.
Waar is Guevara?
In 1965 maakt Guevara opnieuw een rondreis. Ditmaal bezoekt hij de landen China, Egypte, Algerije, Ghana en Congo. Als hij op 14 maart terugkeert in Havana verdwijnt hij alweer snel. In april verdwijnt Guevara spoorloos. Er wordt zowel in Cuba als in het buitenland wild gespeculeerd over de vraag waar ‘el Commandante’ zich bevindt, vooral omdat velen hem zien als de plaatsvervanger van Castro.
https://www.youtube.com/watch?v=-ekfej_kmHQ
De Cubaanse leider Fidel Castro openbaart op 3 oktober 1965 een brief van Guevara waarin deze schrijft de Cubaanse revolutie onvoorwaardelijk te steunen en zegt hij dat hij het land verlaten heeft om in andere landen te helpen revoluties te ontketenen. Ook dient de geboren Argentijn zijn ontslag in voor alle regeringsfuncties en doet hij afstand van de Cubaanse nationaliteit.
April 1965 vertrekt Guevara naar Congo om daar ondersteuning te bieden aan een revolutionaire beweging onder leiding van Laurent-Desiré Kabila. De beweging weet echter weinig te bereiken in het Afrikaanse land. November dat jaar vertrekt Guevara uit Congo.
Verspreider van ‘de revolutie’
Che Guevara verblijft enkele maanden in de Tsjechoslowaakse hoofdstad Praag en besluit dan zijn strijd in Bolivia een vervolg te geven. In het geheim keert de Argentijn terug naar Cuba en treft hij voorbereidingen voor de nieuwe campagne. Met een select groepje medestanders weet Guevara de jungle van Bolivia te bereiken. In de jungle heeft de Boliviaanse communistische partij in het geheim een kamp gemaakt.
Maart 1967 boeken de guerrilla’s een aantal kleine successen tijdens schermutselingen met het Boliviaanse leger. Tot ontevredenheid van Guevara blijkt de boerenbevolking moeilijk over te halen deel uit te gaan maken van de guerrillabeweging. Daarnaast weigert de Boliviaanse Communistische Partij Guevara’s troepen te ondersteunen.
Als de Verenigde Staten besluiten het Boliviaanse leger te ondersteunen in hun strijd tegen de guerrilla’s van Guevara wordt de situatie voor de Argentijn nog moeilijker. De CIA stuurt enkele instructeurs en helpt bij het opzetten van ondervragingslocaties waar Bolivianen die er van worden verdacht samen te werken met Guevara kunnen worden ondervraagd.
Het Boliviaanse leger slaagt er met behulp van de CIA in de guerrilla’s van Che Guevara terug te dringen. Halverwege 1967 lopen een groot deel van de mannen van Guevara in een hinderlaag van het Boliviaanse leger. Che Guevara blijft in de jungle achter met een groep van veertien man.
Dood en begin van de mythe
De situatie is onhoudbaar. Guevara heeft te weinig mannen tot zijn beschikking om nog een vuist te kunnen maken tegen het Bolviaanse leger en bovendien wordt er fel op hem gejaagd. Als een guerrilla-deserteur Guevara verraadt, wordt hij op 8 oktober 1967 in de buurt van de plaats La Higuara overvallen. Tijdens een kort vuurgevecht wordt Guevara in zijn been geraakt en overmeesterd.
Een dag later (9 oktober 1967) wordt Guevara naar een oud schoolgebouw in La Higuara gebracht. Hier wordt hij geëxecuteerd. Waarschijnlijk door de Boliviaanse sergeant Mario Teran. De opdracht om Guevara te doden kwam van de Boliviaanse president Barrientos.
Volgens de overleving waren de laatste woorden van de guerrilla-leider:
“Schiet lafaard, het enige wat je doodt is een mens”.
De dood van Guevara wordt door de Boliviaanse overheid al snel wereldkundig gemaakt en daarmee start de mythe-vorming. Het levenloze lichaam van Guevara ligt twee dagen in een washuisje in Vallegrande en honderden Bolivianen trekken er langs. Ze zien een dode Guevara die zijn ogen nog open heeft.
Als de Boliviaanse regering merkt dat veel Bolivianen de overleden Argentijn bewonderend gadeslaan, hem zelfs vergelijken met de van het kruis gehaalde Messias, wordt besloten dat het lichaam moet verdwijnen.
Het stoffelijk overschot van Guevara wordt op een onbekende locatie begraven. Pas in 1997 wordt die plek gevonden. De laatste resten van de guerrillaleider liggen onder een landingsbaan in Vallegrande en worden opgegraven. Hij krijgt alsnog de eer die hem volgens velen toekomt: een plek in het mausoleum in Santa Clara.
Lees ook: Fidel Castro (1926) – Cubaans revolutionair
Boek: De jacht op Che Guevara