De Amerikaanse videospelrecessie van 1982

4 minuten leestijd
Atari 2600

De markt voor gameconsoles is sinds zijn bestaan roerig. Vrijwel nergens is de concurrentie zo moordend en het succes zo vergankelijk. In het begin van de jaren tachtig zorgde een combinatie aan gebeurtenissen voor een totale ineenstorting van de markt. Het had weinig gescheeld of de spelcomputer had niet meer bestaan. Een reconstructie van een fatale samenloop van omstandigheden.

Pong werd uitgebracht als arcadespel in 1972
Pong werd uitgebracht als arcadespel in 1972
Computers waren in de jaren zeventig zalen vol met kasten die je op universiteiten, bij grote bedrijven en bij het leger kon vinden. Dat je met computers ook zou kunnen spelen was geen gemeengoed. Tot daar in 1972 ineens Pong was. Het spelletje van de Amerikaanse fabrikant Atari ontketende een nieuwe revolutie in tijdverdrijf. In iedere stad schoten speelhallen als paddenstoelen uit de grond. In de late jaren zeventig veroverde het videospel ook de huiskamers door middel van spelconsoles. De Atari 2600, die in 1977 op de markt kwam, maakte het spelen van games in de eigen huiskamer voor een breed publiek bereikbaar. De verwisselbare cartridges maakten het apparaat voor langere tijd interessant omdat de koper niet meer het risico liep om erop uitgekeken te raken.

De grote pret voor Atari duurde echter maar kort. Een viertal programmeurs vond dat er te weinig waardering voor hun werk was. Zo wilde Atari hun namen niet in de credits vermelden. Ook werden er geen bonussen uitgedeeld wanneer spellen waaraan ze gewerkt hadden tot verkoopsuccessen hadden geleid. In 1979 stapte de groep uit Atari om het bedrijf Activision op te richten. Dit bedrijf zou eigen games zou gaan ontwikkelen voor diverse consoles. Atari probeerde met alle macht te voorkomen dat Activision spellen mocht ontwikkelen voor de Atari. Daarom werd een rechtszaak aangespannen tegen Activision. Die duurde tot 1982 en werd in het voordeel van Activision beslecht. Door deze uitspraak was de weg vrij voor ieder softwarebedrijf om games te ontwikkelen voor welke console dan ook.

En consoles waren er intussen meer dan genoeg. Het succes van de spelconsole maakt duidelijk dat er veel geld te verdienen was met computerspellen. Zodoende probeerden diverse speelgoed- en elektronicafabrikanten mee te profiteren van het succes. Zo verschenen de Bally Astrocade (1977), Intellivision (1980), ColecoVision (1982), Coleco Gemini (1982), Arcadia 2001 (1982), Odyssey 2 (1982) en de Vectrex (1982), om de bekendste maar te noemen. Het succes was wisselend in deze hevige concurrentiestrijd. De ColecoVision was door zijn technische vooruitstrevendheid een groot succes. De bij de release al volstrekt overbodige Arcadia 2001 werd echter een totale flop.

De combinatie van een wildgroei aan gameconsoles en een volledige vrijheid van ontwikkelen deed de game-markt in 1982 tot een wilde westen veranderen. Geldbeluste bedrijven brachten wagonladingen spellen op de markt die vaak van slechte kwaliteit waren. Speelgoed- en electronicawinkels wisten zich geen raad met de grote hoeveelheid spellen die de consument in verwarring bracht. En hoewel consolefabrikanten geen enkele controle meer hadden over de games die er verschenen, werden ze er wel op aangekeken als de consument een miskoop deed. Programmeurs van computergames hadden over de mogelijkheden tot emplooi niets te klagen. De bedrijven trokken personeel bij elkaar weg en voerden daar dan weer diverse rechtszaken over tegen elkaar.

ET Extra-Terrestrial (Microsoft)
Het geflopte spel ‘ET Extra-Terrestrial’ (Afb: Microsoft)
Waar Atari tot dan toe een sterke reputatie had, ging dit eind 1982 mis. Wanhopig op zoek naar nieuwe successen besloot het bedrijf dat een spel over de film E.T. de klapper van het jaar moest worden. Voor meer dan twintig miljoen werden de rechten van de legendarische film van Steven Spielberg gekocht. Doelstelling was om dƩ game te maken die de consument bij kerst 1982 wilde hebben. Vijf miljoen catridges werden geproduceerd. De uitgave van E.T. liep echter uit op een catastrofe. De tijd om te ontwikkelen was veel te kort en hetgeen uitgebracht werd, was daardoor een afgeraffeld spel dat kwalitatief op alle vlakken ondermaats was. De reviews waren meedogenloos.

Slechts anderhalf miljoen spellen werden verkocht, waarvan veel kopers ook nog hun geld terug wilden. De rest kreeg Atari aan de straatstenen niet kwijt. Hetzelfde lot onderging een versie van Pac-Man die ook zeer onder de verwachting presteerde. Om de ruimte die de onverkoopbare spellen innamen vrij te maken werd een grote hoeveelheid begraven op een vuilnisbelt in New Mexico. Het was overigens jarenlang onduidelijk of dit echt gebeurt was of dat dit het om een urban myth ging. Een zoekactie in 2014 bewees echter dat het computerspelkerkhof echt bestaat. De meer dan 100 miljoen verlies die Atari leed werd het bedrijf in 1983 fataal. Er moest faillissement aangevraagd worden.

Al deze zaken zorgden dat het vertrouwen van de consument in gameconsoles daalde tot het nulpunt. Men liet de apparaten massaal links liggen. Men koos liever voor de populaire homecomputers van die tijd zoals de Commodore 54. En ook op de in opkomst zijnde Personal Computers konden games gespeeld worden. Winkeliers probeerden de voorraad die ze hadden voor dumpprijzen te slijten en dachten er niet aan om nog te investeren in nieuwe games. De omzet van de industrie daalde met maar liefst 97%. Dat kon niet zonder ernstige gevolgen blijven. Fabrikanten gingen failliet of besloten niet meer te investeren in nieuwe spelconsoles en games. Omstreeks 1984 werd de gameconsole als een achterhaald platform gezien en was deze uit de winkel verdwenen.

Nintendo Entertainment System  - cc
Nintendo Entertainment System – cc

Comeback voor de spelcomputer

De comeback kwam echter in 1985. Het Japanse Nintendo had in 1983 de Nintendo Entertainment System (NES) op de markt gebracht. Met een slimme strategie wist Nintendo winkeliers in Europa en de VS te overtuigen dat er toekomst zat in de console. Ook presenteerden ze zich als een kwaliteitsmerk, wat bij gamestudioā€™s met harde hand werd afgedwongen. Maar vooral het razend populaire spel Super Mario Bros (1985) was het begin van de renaissance van de spelcomputers. En ook het begin van een Japanse dominantie die vijftien jaar zou duren. De eerste jaren had de concurrentie helemaal niets tegen Nintendo in te brengen. Later zouden landgenoten Sega en Sony geduchte concurrenten worden. Maar de spellenmarkt was veranderd in een oligopolie. Atari, dat in 1984 werd verkocht, probeerde het nog enkele malen maar wist nooit meer een voet aan de grond te krijgen. Pas toen Microsoft in 2001 de X-Box uitbracht konden de Amerikanen weer serieus concurreren op de consolemarkt.

Vanaf 2004 begaven zich weer meer spelers op de markt. Zo ontwikkelde de markt zich weer tot een markt met meerdere aanbieders. De concurrentie is onverminderd sterk. Al is de gameconsole intussen zodanig ingeburgerd dat een herhaling van wat in 1982 gebeurde niet meer waarschijnlijk is.

~ Rogier Verkroost

Rogier Verkroost (1983). Werkzaam als campagnedeveloper en gemeenteraadslid (D66) in Eindhoven. Geen professionele achtergrond als historicus maar wel een zeer ruime interesse in geschiedenis en dan met name die van 1900 tot heden. Een buitengewone interesse is er voor media, politiek en cultuur.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×