Als iemand me zou vragen wat het mooiste verhaal uit de oude wereld is, dan zou ik niet weten welk dat is, maar het verhaal van de dwaas van Gerasa uit Evangelie van Marcus scoort in elk geval hoog. Hier is het, in de Nieuwe Bijbelvertaling:
Ze kwamen aan de overkant van het meer, in het gebied van de Gerasenen. Toen Jezus uit de boot gestapt was, kwam hem meteen vanuit de grafspelonken een man tegemoet die door een onreine geest bezeten was en in de spelonken woonde. Zelfs als hij vastgebonden was met een ketting kon niemand hem in bedwang houden. Hij was al dikwijls aan handen en voeten geketend geweest, maar dan trok hij de kettingen los en sloeg hij de boeien stuk, en niemand was sterk genoeg om hem te bedwingen. En altijd, dag en nacht, liep hij schreeuwend tussen de rotsgraven en door de bergen en sloeg hij zichzelf met stenen.
Ik vind dit een aangrijpend portret en ik denk dat menigeen die werkzaam is in de geestelijke gezondheidszorg, weet dat zulke mensen echt bestaan. Het verhaal geeft ook een ontluisterend beeld van de wijze waarop men destijds in het Midden-Oosten omging met geesteszieken.
Ik zal zo meteen uitleggen dat het verhaal zich eigenlijk afspeelt in Gadara. Daar zijn de grafspelonken ook opgegraven. Ik schreef er al eens over. De foto hiernaast toont het rotsgraf van een zekere Modestus.
Toen hij Jezus in de verte zag, rende hij op hem af en viel voor hem neer, en luid schreeuwend zei hij: “Wat heb ik met jou te maken, Jezus, Zoon van de allerhoogste God? Ik bezweer je bij God: doe me geen pijn!”>
Dit is een verrukkelijk staaltje ironie. De man mag dan een dwaas zijn, hij weet feilloos Jezus correct te identificeren. Zoals wel vaker in de Bijbel zijn het de losers en de outcasts die begrijpen wat er feitelijk aan de hand is.
Hij smeekte hem dringend om hen niet uit deze streek te verjagen. Nu liep er op de berghelling een grote kudde varkens te grazen. De onreine geesten smeekten hem: “Stuur ons naar die varkens, dan kunnen we bij ze intrekken.”
Hij stond hun dat toe. Toen de onreine geesten de man verlaten hadden, trokken ze in de varkens, en de kudde van wel tweeduizend stuks stormde de steile helling af, het meer in, en verdronk in het water.
Die helling is te zien op de tweede foto. Ze is genomen vanuit Umm Qays, het antieke Gadara. Het verhaal kan niet spelen in Gerasa, omdat dat veel verder landinwaarts ligt. Marcus’ geografische vergissing werd al herkend door de schrijvers van het Nieuwe Testament: als Matteüs het verhaal in zijn eigen woorden navertelt, corrigeert hij het. (Hij voelde zich vermoedelijk ook wat ongemakkelijk bij één man die door verschillende geesten werd bezeten; in elk geval maakt hij er twee dwazen van.)
Op de foto is achteraan het Meer van Tiberias te zien. De stad zelf is met enige moeite ook te herkennen, als een witte vlek achteraan. De heuvels rechtsachter vormen de Golanhoogte, van Umm Qays gescheiden door de rivier Jarmoek. Het stenen muurtje vooraan is een loopgraaf uit de jaren na de Zesdaagse Oorlog.
Jona Lendering is historicus, webmaster van Livius.org en docent bij Livius Onderwijs. Hij publiceerde verschillende boeken en verzorgt een nieuwsbrief over de Oudheid. Zie ook zijn blog: mainzerbeobachter.com