Het was in 2023 precies 175 jaar geleden dat een commissie onder leiding van Johan Rudolph Thorbecke haar grondwetswijziging presenteerde. Een wijziging inderdaad, want de voorstellen van Thorbecke waren niet meer dan een (drastische) aanpassing van de grondwet van 1814/1815, toen België, zij het voor tamelijk korte tijd, deel uit ging maken van het Nederlandse koninkrijk. En die tekst was weer geïnspireerd door de Britse praktijk. De voornaamste auteur, Gijsbert Karel van Hogendorp, was immers buitengewoon ‘Engelschgezind’.
Dat alles valt te lezen in de bij uitgeverij Gompel & Svacina verschenen bundel 175 jaar Grondwet van Thorbecke van de aan de VVD gelieerde Teldersstichting en het geestverwante Vlaamse Liberas. Het betreft een uitwerking van een symposium dat deze twee instellingen in september vorig jaar hadden georganiseerd.
Het opmerkelijke aan het boekje, geredigeerd door Teldersstichting-directeur Patrick van Schie, is dat het zowel Nederlanders als Vlamingen aan het woord laat. Dat leidt hier en daar tot interessante vergelijkingen van de Nederlandse en Belgische grondwetsteksten, al moet een belangstellende zich wel door heel wat academisch proza heen worstelen.
Opstand
Het land dat we tegenwoordig België noemen was zoals gezegd een aantal jaren onderdeel van Nederland. In 1830 brak in Brussel een opstand uit en scheidde het zich weer af. Het begon een eigen koninkrijk onder Leopold van Saksen-Coburg, die in 1831 de eed aflegde op de nieuwe grondwet.
Sinds dat jaar hebben de Belgen dus een eigen staatsregeling. De tekst ervan lijkt meer op de wijzigingen die Thorbecke en de zijnen in 1848 aanbrachten dan op de grondwet van 1815, die dus nog deels met Belgische hulp tot stand was gekomen. De versie van 1848 mag dan ‘geen één-op-één kopie van de Belgische grondwet’ zijn geweest, zoals Mathijs van de Waardt schrijft, veel passages zijn wel degelijk gelijkluidend. Wat bijvoorbeeld te denken van artikelen over de persvrijheid, het recht van vereniging, het briefgeheim en de vrijheid van onderwijs? De auteur – een Nederlander – geeft toe dat ze wel heel erg doen denken aan wat de Belgen eerder verzonnen hadden.
Toch is er wel degelijk een principieel onderscheid, zo blijkt uit de bijdrage van Stefaan Marteel (een Belg). De Belgische grondwet brak ‘radicaal met het Nederlandse monarchale systeem’.
Er werd aangeknoopt bij het gedachtegoed van de Franse Revolutie dat de natie of het volk als enige soeverein zag.
De Belgische tekst stelt namelijk: ‘Alle machten gaan uit van de Natie.’ De Nederlandse grondwetsherziening daarentegen ‘vond plaats binnen de geest van continuering van de constitutionele orde’.
Overigens is er ook wel wat behouden gebleven van de grondwet van 1815, toen België en Nederland één land werden. Namelijk de senaat (al hadden Thorbecke en zijn commissieleden die in Nederland willen afschaffen). Aanvankelijk gingen de plannen van Van Hogendorp c.s. uit van één Kamer, maar er kwam er een bij doordat de Belgen nogal wat adel hadden. Die kon dan mooi in de (door de koning benoemde) senaat zitting nemen.
Getrapt
Nederland en België beschikken nog steeds over een Eerste Kamer, zij het dat het Nederlandse instituut tegenwoordig getrapt wordt gekozen en het Belgische direct. De Belgische senatoren hebben bovendien meer macht dan hun Nederlandse collega’s.
Maar er is de afgelopen bijna twee eeuwen uiteraard veel meer veranderd in de politieke praktijk. Zo zijn er volgens de grondwet tegenwoordig in beide landen algemene verkiezingen voor alle volwassenen, uiteraard ook voor vrouwen. Dat was in 1815, en ook nog in 1831 en 1848, wel anders.