Echo’s uit het verleden: W.G. Sebald en de Duitse herinneringscultuur

5 minuten leestijd

‘Herinnering is als een hond die gaat liggen waar hij wil’. Zo omschreef Cees Nooteboom eens lucide de onvoorspelbare werking van het geheugen. Heel soms schiet mij zomaar een oud weemoedig Duits volkslied te binnen:

“Schön sind die Jugendjahr, Schön ist die Jugend, Sie kommt nicht mehr!”

Bericht van de Tweede Wereldoorlog - Endlösung
Bericht van de Tweede Wereldoorlog – Endlösung
Mijn jeugdjaren bracht ik deels door in de Westduitse Bondsrepubliek, waar mijn vader als NATO militair meewerkte aan de verdediging van het zogenaamde ‘Vrije Westen’. Omineus actuele Koude Oorlogsjaren. Maandelijks reisden we als gezin naar Nederland om inkopen te doen en de familie te bezoeken. Mijn jeugdige belangstelling ging echter vooral uit naar een nieuwe aflevering van het populaire verzamelwerk Bericht van de Tweede Wereldoorlog. De betekenis van die interesse onderging echter een radicale verandering toen ik totaal onverwachts een aflevering over de Endlösung in handen kreeg.1 Plotsklaps besefte ik dat wij in een land leefden dat die onvoorstelbare misdaden had begaan.

Op sinister-moorddadige wijze drong dat verleden ook ons alledaagse leven binnen. De links-radicale Rote Armee Fraktion toonde met de aanslagen van 1970 tot 1972 op de, door hen als ‘bewältigungsbedürftig’ gebrandmerkte, Westduitse samenleving de traumatisch actuele lading van die erfenis. De Bondsrepubliek stond in die jaren onder hoogspanning, getuige de hysterische tekst waarmee de film Deutschland im Herbst uit 1978 begon en eindigde:

“An einem bestimmten Punkt der Grausamkeit angekommen, ist es schon gleich, wer sie begangen hat: sie soll nur aufhören”. (Als een bepaald punt van wreedheid is bereikt, maakt het niet uit wie het heeft begaan: het moet alleen ophouden)

Vele jaren later wekte het werk van de Duitse schrijver en hoogleraar literatuur W.G. Sebald (1944-2001) mijn bijzondere belangstelling. Als geen ander leek deze, reeds op jonge leeftijd naar Groot-Brittannië geëmigreerde, schrijver de traumatische gevolgen van die erfenis in kaart te brengen. Een unieke aanvulling ook op de gelezen berg historische vakliteratuur omdat Sebald op buitengewoon empathische wijze de pijn van vervolging, ontworteling en emigratie liet zien. Maar ook toonde wat de gevolgen waren van de zwijgcultuur rond de oorlog en de geallieerde bombardementen op de Duitse steden. Boeiend waren tevens zijn vooral biografische studies naar figuren uit de Duitstalige literatuur- en cultuurgeschiedenis (o.a. Hölderlin, Kafka, Handke).

In zijn literaire werk benadrukte Sebald daarbij impliciet dat zijn personages toch vooral gezien moesten worden als slachtoffers van de moderne geschiedenis. Sebald omschreef zijn werk als Trauerarbeit, een lijdensgeschiedenis over de slachtoffers van de Europese geschiedenis.

Autobiografische projectie

Speak, silence. In search of W.G. Sebald - Carole AngierHet beeld kantelde enigszins met het verschijnen van de eerste biografie van Carole Angier in 2021. Ook als men zijn gehele werk als literaire fictie zag, zo maakte Angier duidelijk, was het opvallend dat Sebald zich het biografische materiaal van zijn personages en veelal joodse informanten meedogenloos toe-eigende en het tot gefictionaliseerde personages bricoleerde met de schijn van authenticiteit. Alle formele en methodologische regels van de literaire kritiek en het historisch onderzoek werden daarbij rigoureus opzij gezet. Binnen het academisch discours, in het bijzonder de institutionele Germanistiek, zorgde dit al vroeg voor het predicaat enfant terrible. Angier benadrukte dat de door depressies geplaagde Sebald…

“…wrote out of trauma, and survived by sharing that trauma with his readers”. (schreef vanuit een trauma en overleefde door dat trauma met zijn lezers te delen.)

Enigszins reductionistisch maakte Angier’s biografie toch een meer genuanceerde lezing van Sebald mogelijk. De evocatieve kracht van zijn werk schuilde juist in de vermenging van non-fictie met fictie, in de vermenging van genres en niet in de laatste plaats in het afwijkend gebruik van tekst en beelddocumentatie. De (auto)biografische projectie en identificatie met de Duitse geschiedenis toonde ook dat deze erfenis een zware en soms traumatische hypotheek legde op een generatie naoorlogse intellectuelen. Anders dan het begrip Vergangenheitsbewältigung suggereerde, bleef deze hypotheek een ‘zwarte vlek’ op het individuele- en collectieve zelfbeeld. De eruptie van de Historikerstreit eind jaren tachtig liet ook zien dat er van een Schlusstrich nooit sprake kon zijn.

Sebald en herinneringscultuur

Sebald in contextRecent verscheen de omvangrijke artikelenbundel Sebald in context dat na zijn vroegtijdige overlijden de balans opmaakt van twintig jaar onderzoek. Na emigratie, zo stelt Schütte in zijn inleiding, bleef de Duitse denkwereld allesbepalend voor het werk van Sebald, die ook hoofdzakelijk in die taal bleef schrijven. Paradoxaal genoeg brak hij pas door met zijn Engelstalige literaire vertalingen, maar dat leverde op z’n zachts gezegd een nogal beperkte en vertekende beeldvorming op. De afzonderlijke artikelen contextualiseren die Duitse biografische, cultuurhistorische en literaire invloeden.

Sebald’s opvattingen en thematiek tonen een opvallende analogie met hedendaagse discussies over kolonialisme, klimaatverandering en de zorg voor de natuurlijke omgeving. Toch toont Sebald zich in zijn werk als een typische protagonist van de protestgeneratie van ‘68, waarbij Walter Benjamin en de kritische theorie van de Frankfurter Schule de ankerpunten bleven van de steeds pessimistischer mens- en maatschappijopvattingen. Niet verwonderlijk is dat daarbij maatschappijkritiek steeds vaker samenging met een virulent anti-modernisme.

Uit het biografische deel blijkt dat de sterk associatieve leefwereld van natuurmystiek, bijgeloof en alchemie die Sebald van zijn grootvader meekreeg een niet onbelangrijke rol speelde bij de vorming van dat anti-modernisme. Die associatieve en synoptische werkwijze was volgens mij ook weer de slinger van het idiosyncratisch gebruik van taal en beeld. De nooit uitgevoerde filmscripts over Kant en Wittgenstein kunnen gezien worden als vingeroefeningen voor zijn latere verhalen.

Dat Sebald regelmatig langs de afgrond van de psychose wandelde blijft in de bundel echter wat onderbelicht. Een hoofdstuk over de representatie van trauma in zijn werk was volgens mij relevant geweest. Zolang zijn dagboeken gesloten blijven zullen we het echter met Angier’s biografie moeten doen en geeft de bundel een goede samenvatting van de bestaande literatuur.

Sebald in context - Inhoudsopgave (1)
Sebald in context – Inhoudsopgave

In zijn artikel over het verschoven gewicht van de Duitse geschiedenis benadrukte Hanco Jürgens onlangs dat historisch onderzoek en herinneringscultuur niet los van elkaar kunnen worden bestudeerd.2 Maar ook dat ‘geschiedenis als wetenschap’ en ‘geschiedenis als beleefde herinnering in het heden’ binnen verschillende discoursen met hun eigen dynamiek functioneren. Met dat voorbehoud kunnen we Sebald’s werk zien als een betekenisvolle literair-kritische getuigenis. Zijn werk legt op indrukwekkende wijze rekenschap af en geeft inzicht in de complexe herinneringscultuur over het Duitse verleden. Tegen de achtergrond van de felle en vaak gepolitiseerde discussies over kolonialisme en klimaat lijkt zijn werk bovendien actueler dan ooit.

Bronnen

1 – Endlösung, in: Bericht van de Tweede Wereldoorlog, 42, 21 november 1970.
2 – ‘Het verschoven gewicht van de Duitse geschiedenis. De Historikerstreit 2.0 in het licht van veranderend onderzoek, maatschappelijk debat en herinneringscultuur sinds de jaren tachtig’, in: Tijdschrift voor Geschiedenis, 136.2 (2023) 130-148.
0
Reageren?x
×