Op 9 november 2012 wordt de Portugees-Nederlandse matroos Manuel Avelino postuum geëerd voor zijn heldendaad tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een rotonde in Brielle wordt naar hem vernoemd. Als bemanningslid van Hr. Ms. Colombia wist hij op 27 februari 1943 door zijn dappere handelen het aantal slachtoffers onder de bemanning te beperken, nadat het Nederlandse oorlogsschip getorpedeerd was door een Duitse U-boot.
Hr. Ms. Colombia voer voor de oorlog voor de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij (KNSM), onder andere als passagiersschip tussen West-Europa en het Caribische zeegebied en voor cruises naar Noorwegen en IJsland. Het motorpassagiersschip werd op 8 november 1940 door de Koninklijke Marine gevorderd en vervolgens in 1941 in Schotland omgebouwd tot onderzeebootmoederschip. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bood het schip vanuit Schotland, India, Colombia en Zuid-Afrika steun aan onder andere Nederlandse en Britse onderzeeboten. Terwijl het schip onderweg was voor onderhoud in Simonstown bij Kaapstad werd het schip op 27 februari 1943 tot zinken gebracht door de Duitse onderzeeboot U-516, waarbij acht opvarenden omkwamen.
Eén van de overlevende bemanningsleden van het schip was de 45-jarige matroos der 2e klasse Manuel Ernesto Avelino. Hij werd in 1898 geboren op het Kaapverdische eiland Fogo. De Kaapverdische Eilanden behoorden bij Portugal en dus had hij de Portugese nationaliteit. Omdat het op school niet wilde vlotten, ging hij varen. Zo belandde hij in 1920 in Nederland. Via een collega leerde hij de Brielse Willempje Heijndijk kennen en hij trouwde met haar in 1929. Sindsdien beschouwde de Portugese zeeman Brielle als zijn thuis. Manuel en Willempje kregen drie kinderen.
‘Gaat u maar vast’
In 1939 was Manuel Avelino in dienst bij de KNSM en bemanningslid van de Colombia. Toen de Colombia door de Koninklijke Marine gevorderd werd en verbouwd werd tot onderzeebootmoederschip, werd de bemanning gemilitariseerd. Omdat Manuel een Portugees paspoort had, was hij niets verplicht omdat Portugal neutraal was. Toch bleef hij aan boord en in Nederlandse dienst. Hij droeg ook een Nederlands marine-uniform.
Tijdens de noodlottige ondergang van Hr. Ms. Colombia bevond Manuel Avelino zich al in bakboordsreddingboot no. 2. Hij zag echter dat deze en drie andere sloepen in de touwen bleven vastzitten aan het snel zinkende onderzeebootmoederschip. Hij sprong overboord en maakte de sloep vrij. Zijn sloepcommandant riep hem daarna toe om terug aan boord te komen waarop Manuel Avelino hem toeriep: “gaat u maar alvast, ik kom er nog wel af”.
Hij klom terug aan boord en zorgde er voor dat drie andere sloepen, die ook problemen hadden te water te geraken, vrij kwamen en konden afsteken. Enkele seconden voordat Hr. Ms. Colombia voorgoed in de golven verdween, sprong hij vanaf het achterschip in zee en zwom tussen het roer en de schroeven door en wist op miraculeuze wijze één van de sloepen te bereiken. Door zijn optreden bleef het aantal slachtoffers van Wiebe`s geslaagde torpedoaanval beperkt tot acht.
Vergeten
De overlevenden van de Colombia werden later met de snelle oceaanstomer Queen Mary naar Groot-Brittannië gebracht. Op 6 mei 1943 werd Manuel Avelino door Koningin Wilhelmina voorgedragen voor het Kruis van Verdienste voor moedig, bekwaam en doortastend optreden. De Portugese matroos in Nederlandse dienst voer de rest van de oorlog op andere schepen van de KNSM waarmee hij onder andere geallieerde troepen naar Sicilië bracht. Hij werd pas in de zomer van 1945 met zijn vrouw en kinderen herenigd. In 1947 werd de in Kaapverdië geboren zeeman tot Nederlander genaturaliseerd. Op 23 maart 1953 werd Avelino ook het Oorlogsherinneringskruis met de gespen toegekend. Hij overleed op 8 juni 1980 op 81-jarige leeftijd in Brielle.
Ondanks zijn verdiensten en decoraties bleef Manuel Avelino na de oorlog buiten beeld. Zelfs bij zijn voormalige werkgever KNSM staat hij niet bekend als gedecoreerde werknemer. In de geschiedschrijving over de koopvaardij wordt hij slechts één keer vernoemd als die matroos die in het water sprong toen de Colombia zonk. Al jaren vechten zijn dochter Luzia Lobs en zijn zoon André Avelino voor erkenning, met wisselend succes. Zo kreeg André het in 1995 voor elkaar dat het rijk de vaartplicht beloning uitkeerde, die normaal gesproken vlak na de oorlog werd uitgekeerd aan gemilitariseerde bemanningsleden van Nederlandse koopvaardijschepen.
Op 9 november 2012 om 11:00 uur krijgt Manuel Avelino de erkenning die hij verdiend heeft. In Brielle wordt dan een rotonde naar hem vernoemd. Dochter Luzia:
“Vader was bescheiden, sprak amper over zijn rol in de oorlog. Daarom zou het mooi zijn als eindelijk eens bekend wordt wat hij toen gedaan heeft. Want Manuel Avelino handelde op zaterdag 27 februari 1943 met zijn hart en met zijn ziel. Daar kunnen veel mensen een voorbeeld aan nemen.”
~ Peter Kimenai