De Geboortekerk in Bethlehem is toegelaten tot de werelderfgoedlijst van Unesco. Het voorstel om de kerk op de lijst te plaatsen kwam van de Palestijnse autoriteiten.
VN-organisatie Unesco keurde eind vorig jaar een verzoek van de Palestijnen om volledig lid te worden van Unesco goed.
Voor deze beslissing was een tweederde meerderheid vereist en die werd behaald. Onder de tegenstemmers bevonden zich onder meer Duitsland, Tsjechië, Canada, Roemenië, Nederland en de Verenigde Staten. De Verenigde Staten
schortten naar aanleiding van de toelating van de Palestijnen zelfs de contributie aan Unesco op.
Het eerste monument dat de Palestijnen sinds hun toelating aandroegen voor plaatsing op de lijst was de uit de zesde eeuw daterende Geboortekerk. De kerk op de Westelijke Jordaanoever trekt jaarlijks ongeveer twee miljoen bezoekers. Volgens sommigen staat de kerk op de plek waar Jezus geboren werd.
De Palestijnse delegatie die de kerk aandroeg is van mening dat de Geboortekerk bedreigd wordt vanwege de Israëlische bezetting van de Westelijke Jordaanoever. De kerk zou vanwege die bezetting de afgelopen vijftig jaar bijvoorbeeld slecht zijn onderhouden.
Israël is niet blij met het feit dat de kerk op de werelderfgoedlijst is geplaatst. Volgens het land is er sprake van een ‘politieke beslissing’.
Behalve de kerk is ook de pelgrimsroute naar de Geboortekerk op de werelderfgoedlijst geplaatst.