In het recent verschenen boek Verzameld! heeft germaniste, (kunst)historica en archivaris Inge Misschaert allerlei wetenswaardigheden verzameld over kunstenaars, schrijvers, architecten, filosofen en gewone mensen die vroeger, maar ook nu voorwerpen bewaren en samenbrengen tot een collectie.
Huis Beaucarne in het Oost Vlaamse Ename, een verborgen pareltje, gaat schuil achter een onopvallende façade. Maar in deze stadsvilla die eeuwenlang in handen van de familie Beaucarne is geweest, wordt al sinds vele generaties verzameld.
Nazaat Julien Fornari (hij vertelt zelf zee-egels te verzamelen) renoveert momenteel samen met verloofde Lena Vastesaeger het familiebezit, waar vroeger zijn oma woonde. Hij toont naast een curiositeitenkabinet een aantal deelverzamelingen, zoals rijen glazen paardjes, minitheatertjes, schelpen, poppenhuizen, een tiental stereokijkers. Overal in de kamers met het originele meubilair (gedekte tafels, hemelbedden) en prachtig decoratief behang van begin negentiende eeuw (‘We hebben op zolder zelfs nog reserverollen gevonden’) kom je deelverzamelingen en unica tegen.
Zo zijn er witte vogeleieren in in allerlei formaten, prachtig gedecoreerde fauteuils, een opgezette albino struisvogel, een pinguïn en drie ijsvogels. Je bent verzeild geraakt in vervlogen tijden met prachtige voorwerpen, die met liefde gemaakt en behouden zijn. En aan het einde van een honderd meter diepe tuin met sinaasappel- en citroenboompjes staat een mooie, deels witte druivenserre, want de familie verzamelde ook planten.
Huis Beaucarne is een prachtig en uitzonderlijk voorbeeld van ‘verzamelwoede’. Op het visitekaartje van Julien staat het credo ‘Passie voor verzamelen sinds 1748’. De Nederlandse equivalent lijkt het Teylers Museum in Haarlem met een combinatie van wetenschappelijke instrumenten, schilderijen en boeken, een huis waar het achttiende-eeuwse ‘kind van de verlichting’ Pieter Teyler van der Hulst vroeger woonde en aan zijn collectie aanpaste.
Van Wunderkammer tot flippo
In het aardig geïllustreerde boek Verzameld! deelt Misschaert de passie voor het verzamelen met de mensen die ze beschrijft, waaronder curiositeiten-, archeologie-, prenten- en boekenverzamelaar. Ze bespreekt onder andere de evolutie van het verzamelen met aanvankelijk alleen vermogenden, die er een Wunderkammer op na konden houden. Tegenwoordig kan het ook met weinig financiële middelen (speldjes, sigarenbandjes, barbies, flippo’s, cd’s). Zelf had Misschaert als kind al een sigarendoosje met schelpen, stenen, knikkers en andere vondsten onder haar bed.
Vroeger legden vooral Habsburgse vorsten curiositeitenkabinetten aan met een combinatie van naturalia en artificiala, maar ook de Amsterdamse architect Simon Schijnvoet kon er wat van. Niet vermeld in het boek, maar zeer indrukwekkend en nog steeds in de oude staat verkerend is de Wunderkammer met een collectie opgezette dieren en koloniale artefacten van het Ursulinen opleidingsinstituut in Onze-Lieve-Vrouw-Sint-Waver; en dat in een gebouw dat getooid is met prachtige glas-in-loodramen met bloemmotieven, op zich samen al een prachtige collecte Art Nouveau.
Bekende verzamelaars zijn verder onder andere Rembrandt die naturalia, busten, beelden, pistolen en andere wapens als studieobject verzamelde en de schrijver W.F. Hermans, waarvan de collectie schrijfmachines zich tegenwoordig bevindt in kwaliteitsboekhandel Limmerick in Gent. Saillant detail is dat het verzamelen bij hem ingegeven werd door een angst om zonder typemachine te komen zitten.
Van sprookjes tot aanstekers
In diezelfde stad verzamelde de negentiende-eeuwse architect Pierre-Jacques Goetghebuer vierduizend afbeeldingen van Gentse gebouwen, die zich nog steeds in het stadsarchief bevindt. Ook Rubens, schilder, maar tevens een goede zakenman, was verzamelaar, van Italiaanse beelden, maar ook schilderijen, munten, medailles en cameeën. De zoon van Columbus verzamelde meevarend vondsten en de gebroeders Grimm brachten volkssprookjes bijeen, Goethe verzamelde 11.500 prenten, gravures en tekeningen en Boudewijn Büch past eveneens in dit rijtje met 150.000 boeken (hij schreef over verzameldwang bovendien het boek Een boekenkast op reis. Tijdgenoot Ramsey Nasr maakte vorig jaar voor televisie de serie Dr. Nasrs Wunderkammer.
Er zijn mensen die zich beperken tot een bescheiden collectie van één soort (bijvoorbeeld eerste drukken in allerlei talen van bepaalde boeken). De meest complete verzameling postzegels bezat de Franse Philipp von Ferrary, die er zelfs twee beheerders voor in dienst nam, terwijl anderen juist allerlei deelcollecties met uiteenlopende voorwerpen verzamelen. Louwman in Wassenaar verzamelde naast 276 auto’s ook aanverwante prenten, schilderijen, gravures, bestek, aanstekers, koplampen, picknickmanden, maar ook sterrenkijkers en astronomische apparatuur.
Er zijn verzamelaars geweest, die alle kennis van de wereld wilden samenbrengen, iets wat eeuwen geleden met een beperktere kennis van de wereld al moeilijk was, maar de Belgische Paul Otlet streefde er samen met Jules la Fontaine in de jaren dertig van de vorige eeuw naar met hun Mundaneum, waar ze grootse archieven, onder andere kasten vol steekkaartjes, samenstelden met hun medewerkers. Dit internet avant la lettre werd ondergebracht in een groot kenniscentrum in Brussel met ruim honderd zalen in het Jubelpark; restanten van de collectie zijn nu nog te zien in Bergen, waar samengewerkt wordt met Google.
Verzamelende vrouwen
Een apart hoofdstuk van het boek van Inge Misschaert is gewijd aan verzamelende vrouwen, aanvankelijk vooral adellijke dames met religieuze objecten, maar ook bijvoorbeeld poppenhuizen (de gezusters Dunoit in Amsterdam) en eind negentiende eeuw verzamelde Mathilde de Rotschildt van het bankiersgeslacht vanitas-objecten, waaronder doodshoofden en skeletten en net als andere vrouwen uit dit geslacht kunstvoorwerpen.
In Engeland bracht de zus van botanicus Sir Joseph Banks dertigduizend objecten bijeen, waaronder prentkunst, munten en tickets van theatervoorstellingen en catagoriseerde deze topografisch in een zeven delen tellende catalogus. Moderne kunst (Van Gogh, Picasso, Seurat, Mondriaan) was de passie van Helene Kröller-Müller. Voor de honderden werken ontwierp aanvankelijk Berlage, maar later architect Henry van de Velde een gebouw, dat echter nooit werd uitgevoerd.
In diezelfde periode verzamelden in de VS Gertrude Vanderbilt, Peggy Guggenheim en bijvoorbeeld Abby Rockefeller grote collecties moderne kunst. Meer recentelijk deed modehistorice Sandy Schreier hetzelfde, maar dan met vijftienduizend kledingstukken en schoenen. De in 2014 overleden Myrtle Nola Young, die bij een Inspectie voor potato chips werkte, collectioneerde driehonderd chips tussen watten in doosjes, die haar qua vorm ergens aan deden denken (een schaap of bijvoorbeeld een bekende persoon).
Het boek Verzameld! vormt zelf een ‘Wunderkammer’ van zeer uiteenlopende verzamelaars. Zo verzamelde de Deense arts Ole Worm in de zeventiende eeuw onder andere runenhandschriften en hij bezat een Automaton, een robot avant la lettre, verkleed als Native American die dingen van de vloer kon oprapen.
In de negentiende eeuw maakte de Engelse taxidermist Walter Potter antropologische, ingelijste tableaus met een geschilderde achtergrond en kleine opgezette dieren, zoals wel twintig eekhoorns in een kamer, waar ze aan tafels zitten en bracht ze onder in zijn Potters Museum of Curiosities (later werd tijdens een veiling een bod op deze collectie uitgebracht door kunstenaar Damien Hirst).
Een bekende Nederlandse archeologische verzamelaar was paleontoloog Eugène Dubois, die op Java stapels beenderen liet opgraven, zo zijn ‘missing link’ tussen mens en dier vond en de botten systematisch geordend onder zijn huis bewaarde.
Een goede verslaving
Aan verzamelde roofkunst maakte de Engelse amateurarcheoloog Thomas Bruce zich schuldig, door talloze beelden uit Griekse gebouwen uit de oudheid te halen en naar Engeland over te brengen, waar ze zich nu nog in het British Museum bevinden. De Belgische verzamelaar Fernand Huts bezit een grote kunstcollectie en heeft recentelijk de Boerentoren in Antwerpen aangekocht waarvoor gerenommeerd architect Libeskind verbouwplannen heeft gemaakt. Maar ook een twaalf meter lang en vier meter hoog skelet van een Tyrannosaurus Rex, dat in diezelfde toren ondergebracht moet worden.
Bij deze ‘verslaving van de goede soort’ (je houdt er iets moois aan over) speelt het onvervulde verlangen een grote rol, waarvan de aantrekkingskracht veelal verdwijnt als hij compleet is, waarna vervolgens soms weer een nieuwe verzameling wordt aangelegd. Dit zullen verzamelaars die dit boek lezen ongetwijfeld herkennen, maar ook voor de niet-verzamelaar wordt dit onderwerp hier boeiend en goed leesbaar uitgediept.
Boek: Verzameld! Gepassioneerde verzamelaars door de eeuwen heen