Dark
Light

Girondijnen (brissotins) – Politieke groepering tijdens de Franse Revolutie

Auteur:
4 minuten leestijd
Executie van 21 Girondijnen, Place de la Révolution
Executie van 21 Girondijnen, Place de la Révolution

De Girondijnen, ook wel brissotins, waren een gematigde linkse politieke stroming tijdens de Franse Revolutie. Tijdens de revolutie stonden de Girondijnen tegenover de radicalere, republikeinse Jakobijnen. Het liep niet goed met hen af…

De groepering steunde op de gegoede burgerij uit de provincie en streed voor zoveel mogelijk individuele vrijheid en volkssoevereiniteit. De naam is ontleend aan het departement Gironde, waar een aantal belangrijke woordvoerders vandaan kwamen. De Girondijnen waren verder fel tegen dictatuur en tegen kiesrecht voor arme leden van de bevolking. Bekende Girondijnen waren bijvoorbeeld Jacques Pierre Brissot, Madame Roland, Olympe de Gouges en Charlotte Corday. De groepering had met name veel invloed in de Wetgevende Vergadering (1791-1792), het eerste Franse parlement. Na opheffing van dit orgaan pleitten de Girondijnen in de Nationale Conventie veelvuldig tegen te grote invloed van Parijs. Dit tot onvrede van de radicale tegenstanders van de Girondijnen, de Jakobijnen, die hun machtsbasis juist in de hoofdstad hadden.

Verklaring van Pillnitz

La liberté ou la mort
La liberté ou la mort
De Girondijnen speelden in 1791-1792 een belangrijke rol bij de totstandkoming van de oorlog met Oostenrijk en Pruisen, de Eerste Coalitieoorlog. Een jaar eerder hadden de revolutionairen een nieuwe grondwet aangenomen, waarin de macht van de koning flink was ingeperkt. Oostenrijk en Pruisen ondertekenden hierna de Verklaring van Pillnitz, waarin men liet weten in te grijpen als de Franse koning werd bedreigd. Enigszins onbedoeld leidde deze verklaring tot een oorlog.

De woordvoerder van de Girondijnen, Jacques Pierre Brissot, meende namelijk dat de verklaring een aantasting was van de Franse volkssoevereiniteit. Volgens Brissot bereidde de adel, die het land na het uitbreken van de revolutie was ontvlucht, met hulp van de conservatieve Oostenrijkers en Pruisen, een herstel van het oude regime voor. De Girondijnen, vanwege hun woordvoerder ook wel brissotins genoemd, wilden dat hier hard tegen opgetreden werd.

Mede op aandringen van de Girondijnen liet de Wetgevende Vergadering een oproep aan alle Fransen uitgaan om zoveel mogelijk vrijwilligers te werven voor een aanstaande oorlog. Motto:

“La liberté ou la mort.” De vrijheid of de dood

Jacques Pierre Brissot
Jacques Pierre Brissot
Ter vergadering wist Brissot veel afgevaardigden ervan te overtuigen dat oorlog onontkoombaar was. De conservatieve afgevaardigden zagen ook wel wat in een oorlog, maar dan om een hele andere reden. Zij hoopten dat Frankrijk de oorlog verloor, zodat daarna de situatie van vóór de revolutie kon worden hersteld.

Tegenstander van een oorlog was Maximilien Robespierre, de leider van de radicale Jakobijnen. Hij wees erop dat het leger vanwege de revolutie uiteengevallen was en daarmee nog niet slagvaardig genoeg voor oorlog. Verder veegde hij de vloer aan met Brissot’s pleidooi voor de omverwerping van monarchale structuren in andere landen. Niemand, zo stelde Robbespiere, zat te wachten op “gewapende missionarissen”.

De Eerste Coalitieoorlog brak toch uit. Naast Oostenrijk en Pruisen namen ook de Nederlandse Republiek, Groot-Brittannië, Spanje, Portugal, Napels-Sicilië, Piëmont-Sardinië de wapens op tegen Frankrijk. Al snel bleek dat de waarschuwingen van Robespierre terecht waren geweest. Bij een eerste treffen in de Oostenrijkse Nederlanden, sloeg het onsamenhangende Franse leger op de vlucht. Kort hierna werd zelfs het noorden van Frankrijk door de coalitie bezet.

De Girondijnen kort na hun arrestatie
De Girondijnen kort na hun arrestatie
De woede van de burgerij over al dit onheil richtte zich vooral op de koninklijke familie. Op 10 augustus 1792 leidde dit tot de bestorming van het Tuilerieën-paleis in de hoofdstad, waar koning Lodewijk XVI van Frankrijk zich had verschanst.

Afrekening

In 1793 rekenden de Jakobijnen af met de Girondijnen. Na een belegering van de Nationale Conventie werden maar liefst 31 leden, allemaal aanhangers van de gematigde revolutionaire vleugel, afgezet en vervangen door Jakobijnen. Die werden hierbij gesteund door leden van de burgerij die, onder meer door enkele pijnlijke militaire nederlagen, van mening waren dat de Girondijnen met hun politiek het voortbestaan van de revolutie in Frankrijk op het spel hadden gezet en het land in chaos hadden gestort.

In de periode hierna werd een bloedbad aangericht onder de Girondijnen. Op 31 oktober 1793 vonden maar liefst eenentwintig hooggeplaatste politici de dood onder de guillotine. Onder hen ook Jacques Pierre Brissot. Na een haastig proces, waarin de Girondijnen zich nauwelijks hadden kunnen verdedigen, waren de doodvonnissen uitgesproken. De jury bepaalde dat de Girondijnen de eenheid en ondeelbaarheid van Frankrijk in gevaar hadden gebracht. Hoewel in het vuur van de revolutie al meer mensen waren gedood door de valbijl, onder wie koning Lodewijk XVI en koningin Marie-Antoinette, was het voor het eerst dat er Fransen werden gedood die zelf actief hadden bijgedragen aan de revolutie.

Er zouden nog vele slachtoffers volgen. Tientallen afgevaardigden die protest aantekenden tegen de machtsovername door de Jakobijnen eindigden eveneens op het schavot. De periode van de Terrreur was aangebroken.

De Girondijnen op weg naar het schavot
De Girondijnen op weg naar het schavot

Marat

Maar ook aan de zijde van de Jakobijnen vloeide bloed. Charlotte Corday, een aanhanger van de Girondijnen, kon de machtsovername van de Jakobijnen niet bijvoorbeeld verkroppen en vermoordde in de zomer van 1793 een van hun leiders: Jean-Paul Marat. Later zei ze hierover:

“Ik heb één man omgebracht om er 100.000 te redden”.

Terugkeer

Na de val van Robbespiere, in 1794, was de weg voor een terugkeer in de Nationale Conventie voor de Girondijnen vrij. Dit gebeurde uiteindelijk in maart 1795. De Franse politiek werd vanaf dat moment weer hoofdzakelijk geleid door gematigde revolutionairen. En veel maatregelen die ten tijde van de Terreur waren ingevoerd, werden teruggedraaid.

Boek: De Franse Revolutie – Johan op de Beeck

Bronnen

-Kroniek der Mensheid – Elsevier, 1986 (p.628)
-De Franse revolutie – Noah Shusterman, 2015
×