Voor het eerst in de geschiedenis presenteert het Rijksmuseum in Amsterdam een overzichtstentoonstelling van de late werken van Rembrandt van Rijn. Deze late periode van de meester is interessant omdat hij toen experimenteerde met grafiek- en schildertechnieken en een grote diepgang in zijn werk wist te brengen.
In deze tijd maakte de kunstenaar volgens het Rijksmuseum zijn meest gedurfde, individualistische en intieme werk en was het de “meest onderscheidende, vernieuwende en uitzonderlijke fase in zijn carrière”.
De schilderijen die Rembrandt in deze periode van zijn leven maakte, waaronder het Zelfportret met twee cirkels (Kenwood House, Londen), het Familieportret (Herzog Anton Ulrich-museum, Braunschweig), de Zegen van Jacob (Gemäldegalerie Alte Meister, Kassel) en De Joodse Bruid (Rijksmuseum) zijn wereldwijd inderdaad al eeuwen bepalend voor het Rembrandtbeeld.
Met 40 schilderijen, 20 tekeningen en 30 prenten presenteert het Rijksmuseum met Late Rembrandt een uitgebreid overzicht van het werk van de meester tussen ca. 1652 en zijn dood in 1669. De schilderijen en tekeningen komen uit vooraanstaande musea en particuliere collecties uit Europa en de VS. Het is voor het eerst dat Rembrandts late werken bij en naast elkaar getoond worden.
Zware omstandigheden
Rembrandts latere leven werd getekend door tragische persoonlijke verliezen en aanhoudende financiële tegenslagen. Toch produceerde hij zijn beste werk onder zware omstandigheden. In plaats van compromissen te sluiten veranderde de non-conformistische Rembrandt in zijn latere leven radicaal van koers en maakte zijn meest karakteristieke en gewaagde tekeningen, etsen en schilderijen.
Hij onderscheidde zich van zijn tijdgenoten door de losse wijze waarop hij zijn werk uitvoerde, de weergave van verf en licht die hij dankzij onconventionele methoden wist te bereiken en zijn bijzondere vermogen om de gedachten en gevoelens van zijn hoofdfiguren te doorgronden. Als geen ander wist Rembrandt volgens het Rijksmuseum de essentie te raken waar het gaat om intimiteit, contemplatie, innerlijke conflicten en verzoening.
Een van de vele voorbeelden van Rembrandts experimenteerdrift met expressieve schildertechnieken in zijn late jaren is de Lucretia uit het Institute of Art Minneapolis. Hier heeft de meester flink gebruik gemaakt van het paletmes. In een deel van de rechter mouw heeft hij zelfs twee lagen over elkaar met dit voor die tijd zeer ongewoon gereedschap aangebracht.
De drie kruisen is een beroemd hoogtepunt uit zijn late prentkunst, niet alleen omdat nooit eerder een voorstelling van een dergelijk formaat uitsluitend in droge naald werd uitgevoerd, maar vanwege de fabelachtige licht-donker contrasten die hij vooral in de vierde staat met deze techniek wist te bereiken: hemelse lichtstralen dringen het in diepe duisternis gehulde tafereel binnen.
Een van de beroemdste tekeningen van Rembrandt: Een slapende jonge vrouw (Hendrickje Stoffels) uit het British Museum in Londen is zeer los, vrij en toch trefzeker op papier gezet. Het onderwerp typeert het late werk van Rembrandt: de observatie van een intiem moment van heel dichtbij. Ook in zijn grote schilderijen benadert hij zo de voorgestelde historie: Het enorme doek Jakob zegent de zonen van Joseph (Kassel) laat dit met een moment van grote harmonie en vrede binnen de familie zien.
Tien thema’s
De tentoonstelling is opgedeeld in tien thema’s: De late zelfportretten, Observatie van het alledaagse leven, Artistieke wedijver, Artistieke conventies, Experimentele techniek, Licht, Intimiteit, Contemplatie, Innerlijke strijd en Verzoening.
Late Rembrandt is gemaakt in samenwerking met de National Gallery Londen, waar de tentoonstelling afgelopen maanden te zien was. De schilderijen Het familieportret (Herzog Anton Ulrich-museum, Braunschweig), Portret van Jan Six (Collectie Six, Amsterdam), het Zelfportret als Zeuxis (Wallraf-Richartz Museum, Keulen) en Jakob en de engel (Gemäldegalerie, Berlijn) zijn alleen in Amsterdam te zien.
De tentoonstelling wordt 12 februari geopend door koning Willem-Alexander