‘Heraute van het socialisme’
‘Moeder van het Nederlandse socialisme’ is Henriette Roland Holst wel genoemd, maar Ferdinand Domela Nieuwenhuis was haar met dat ouderschap ruim voor. Toepasselijker is ‘heraute van het socialisme’. Het verkondigingswerk deed ze lang vanuit haar thuisbasis in Laren.
Henriette Roland Holst was gevierd op twee terreinen. Ten eerste gold ze als belangrijk dichteres. Maar wie kent haar gedichten nog? Het bekendst gebleven lijkt haar vertaling van De Internationale:
Ontwaakt, verworpenen der aarde!
Ontwaakt, verdoemd’ in hongers sfeer!
Reedlijk willen stroomt over de aarde
En die stroom rijst al meer en meer.
Een lied van bijna-zekerheid dat het met de ‘verworpenen’ goed komt. Door die hoop raakte ook Henriette bevlogen, hoewel dat gezien haar achtergrond niet voor de hand lag.
Henriette Goverdine Anna werd op 24 december 1869 in Noordwijk-Binnen geboren in notarisgezin Van der Schalk. Haar vader zat goed in de slappe was en haar moeder kwam uit een vermogend geslacht, dus had ook Henriette diepe zakken. En ze trouwde met kunstschilder Richard (Rik) Roland Holst, eveneens telg van een gefortuneerde familie. Het huwelijk werd op 16 januari 1896 gesloten in het Hilversumse raadhuis op de Kerkbrink.
Hoezo Hilversum? Omdat Henriettes moeder als weduwe – in 1892 waren haar man en andere dochter omgekomen bij een auto-ongeluk – in 1895 met Henriette was gaan wonen in een (inmiddels afgebroken) villa aan de Lindenheuvel in Hilversum. Dat was niet zo ver van de wat vervallen, nu eveneens verdwenen villa waarin Henriette en Rik in maart 1896 neerstreken op landgoed Schoonoord, aan het ’s-Gravelandse Zuidereinde.
Al in Noordwijk kreeg Henriette toegang tot kunstzinnige kringen dankzij dichter Albert Verwey, die in de buurt woonde. Aangeraakt door het socialisme werd ze in ’s-Graveland door de artikelen van Pieter Lodewijk Tak. In 1897 werden Henriette en Rik lid van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP), toen nog op marxistische grondslag.
In ’s-Graveland had het paar het naar z’n zin: rust om te werken en niet te dicht bij Riks Larense kunstvrienden (zoals schilder Anton Mauve). Wel kwam dichter en radicaal socialist Herman Gorter geregeld vanuit Bussum op bezoek. Met de landgoedeigenaren en de gewone bevolking in ’s-Graveland hadden de Holsten weinig. Als ze langs wandelden, zong de jeugd: “Alle socialisten in een harington”.
In 1902 besloten ze naar Laren te verhuizen. Bevriend architect Hein Berlage ontwierp een landhuis voor ze aan de Heidreef. Het is sindsdien bij herhaling verbouwd en heeft nu als adres Drift 21. Ze gingen er wonen in 1903. ‘Bij ziekte, moeilijkheden of verdriet’, noteerde Henriette, konden ze altijd rekenen op overbuurvrouw Sara de Swart. Deze beeldhouwster was – destijds ongebruikelijk – openlijk lesbisch. Ze woonde samen met tekenares Emilie van Kerckhoff.
Politiek was Henriette aanvankelijk radicaal-links. Maar bij harde botsingen ging ze schipperen. Ook had ze bedenkelijke ontwikkelingen niet steeds tijdig door.
Neem het Deventer SDAP-congres in 1909. De radicale, marxistische groep rond het blad De Tribune werd uit de partij gezet. Henriettes hart en hoofd lagen bij de Tribunisten, maar ze bleef SDAP-lid (tot 1912). Vervolgens speelde het conflict tussen marxisten en gematigden ook op binnen de internationale sociaal-democratie. Reformisten mikten op kleine stapjes voorwaarts, marxisten wilden meer.
Religieus-socialist
Internationaal had Roland Holst vanuit Laren contact met kopstukken als de Duitser Karl Kautsky, de Duits-Poolse Rosa Luxemburg, de Russen Vladimir Oeljanov (Lenin), Lev Bronstein (Trotski) en Aleksandra Kollontai. In 1915 was ze bij de beroemde conferentie in het Zwitserse Zimmerwald. Daar werd de basis gelegd voor de communistische Derde Internationale – tégen de sociaal-democraten die in 1914 bij het uitbreken van de oorlog de kant hadden gekozen van de eigen, nationale heersende klasse.
In 1917 wekte de Russische Oktoberrevolutie haar enthousiasme. Maar waar Rosa Luxemburg al snel waarschuwde tegen dictatoriale trekken van het bolsjewistische bewind, vond Roland Holst tot 1927 dat het doel de middelen heiligde.
Later nam ze niet alleen afstand van het stalinistische Sovjet-bewind, maar ook van het marxisme. Eerst in haar poëzie, daarna in haar politieke uitingen drong religie steeds meer door. Roland Holst werd religieus-socialist en legde zich neer bij het reformisme, de kleine stapjes. Volgens journalist Henri Wiessing was ze ‘de heilige der zoetsappigen’ geworden.
Wel koos ze in de Tweede Wereldoorlog voor de illegaliteit (ze schreef voor het ondergrondse blad De Vonk) en vanaf 1945 voor de Indonesische onafhankelijkheid.
Uit Laren waren de Holsten in 1919 vertrokken. Vaak waren ze sindsdien op Henriettes West-Brabantse landgoed de Buissche Hei en verder verbleven ze her en der in het westen van het land. In 1952 overleed Henriette in Amsterdam. In Driehuis-Westerveld is ze gecremeerd.