Niet ver van het historisch centrum van Brussel bevindt zich verscholen achter een huizenrij het Bellonahuis. Het zeventiende-eeuwse pand is van de straatkant niet te zien waardoor zelfs heel wat Brusselaars het bestaan ervan niet afweten. Het gebouw is immers enkel te betreden via een nauwe doorgang aan de Vlaamsesteenweg. Een kennismaking:
Her voorafgaandelijk verhaal
De voorgeschiedenis van het Bellonahuis is nauw verweven met dat van het turbulente leven van de aristocratische Olympia Mancini (1638-1708). Op vrij jonge leeftijd huwde zij met Eugenius Maurits, een telg uit het adellijke Huis Savoye en kwam zo terecht aan het hof van Lodewijk XIV. Hoewel ze samen met haar man acht kinderen zou krijgen, belette haar dit niet om binnen de kortste keren Ć©Ć©n van de maĆ®tresses van de Zonnekoning te worden. Omwille van de voortdurende intriges die ze bedacht tegen de andere minnaressen en omdat ze ervan verdacht werd dat ze haar rivalen wilde uitschakelen door ze te vergiftigen, werd Mancini verbannen uit Versailles en diende ze Frankrijk te verlaten. Na tal van omzwervingen kwam ze in 1690 uiteindelijk aan in Brussel en kreeg er op het kloosterdomein van de Witte Zusters van de āRoos van Jerichoā een woonst toegewezen. Aangenomen wordt dat het Mancini zelf was die later de voorgevel van de woning liet versieren tot het barokke architecturaal meesterwerk zoals het vandaag de dag nog bestaat.
Het Bellonahuis onder de loep
Boven het fraaie ingangsportiek van het gebouw prijkt een beeltenis van Bellona, de vroeg-Romeinse godin van de krijgskunst. Wie het beeld liet aanbrengen of wanneer het precies werd geplaatst is niet duidelijk. Sommigen zijn de mening toegedaan dat het mogelijk Olympia Mancini zelf was die eind 1697 de opdracht gaf om de buste te plaatsen, ter herinnering aan de overwinning die haar zoon prins EugĆØne van Savoye (1663-1736) kort daarvoor behaalde op het Ottomaanse leger van Mustafa II tijdens de Slag bij Zenta1. Anderen denken dan weer dat het krijgshaftig aandoend beeld er al eerder werd aangebracht door de vroegere bewoner, een zekere Nicolaas Bally, die naar verluidt een wapenhandelaar zou geweest zijn, wat als verklaring ook plausibel lijkt.
De luisterrijke barok geĆÆnspireerde geveldecoraties van de woning worden toegeschreven aan de architect en meester-beeldhouwer Jan Cosyn (1646-1708). Niet echt vreemd wanneer men weet dat hij als vooraanstaand lid van de gilde der āVier Gekroondenā2 een belangrijke rol speelde bij de wederopbouw van verscheidene panden op de Brusselse Grote Markt na het verwoestende artilleriebombardement van 1695 door de troepen van de Franse koning Lodewijk XIV.
De barokke voorgevel
Zes pilasters aan de voet, versierd met bas-reliƫfs van onder meer Pallas Athena en bekroond met Ionische voluten vormen als het ware de basis voor een imposant fronton waarop allegorische afbeeldingen prijken. Aan de rechterkant wordt de snel voorbijvliegende tijd voorgesteld door een bejaarde man die bladert in een boek. Links een jongeling die met een passer in zijn handen leunt op een wereldbol en daarmee het universum symboliseert. Daartussen twee leeuwen met een pelikaan die zich met zijn snavel in de borst pikt als teken van zelfopoffering en wederopstanding.
Ter hoogte van de raamopeningen zijn tussen de pilasters door vier medaillons te zien met de afbeelding van de Romeinse keizers Hadrianus, Trajanus, Antoninus en Marcus Aurelius waardoor het geheel een martiaal allure krijgt.
De verdere geschiedenis
In 1913 werd de woning door de stad Brussel aangekocht en tijdens het interbellum en de daaropvolgende jaren voor diverse doeleinden gebruikt. Eind 1980 werd het pand onder impuls van de Brusselse schilder en decorontwerper Serge Creuz (1924-1996) omgevormd tot een centrum voor toneel- en podiumkunsten. Speciaal is eveneens dat om de barokke voorgevel te beschermen tegen zure regen en de sculpturen te vrijwaren van vervuiling in de jaren negentig het binnenplein waarop het Bellonahuis uitgeeft volledig overwelft werd met een glazen dakconstructie die aan het gebouw een extra cachet verleent.
Boek: Brussel, geschiedenis van een Brabantse stad
2 – De invloedrijke gilde of ambacht der āVier Gekroondenā verenigde steenkappers, beeldhouwers, metselaars en schaliedekkers.