Dit jaar bestaat Stichting De Roos 70 jaar. In juni 1945 werd ´De Roos´ opgericht door Chris Leeflang, G.M. (Bep) van Wees en Charles Nypels. In de oprichtingsbrief stellen zij dat ondanks de moeilijke omstandigheden tijdens de Tweede Wereldoorlog de boekkunst een grote bloei kende.
Om aan de grote belangstelling ook na de oorlog tegemoet te komen, wil ´De Roos´ een kring van bibliofielen stichten, met als doel jaarlijks een aantal literaire teksten uit te geven, al dan niet geïllustreerd, waarbij vormgevers en illustratoren de gelegenheid geboden wordt in volledige vrijheid te werken. Na zeventig jaar staat de teller inmiddels op ruim 180 uitgaven. Sinds 2003 is het archief van de stichting ondergebracht in Museum Meermanno. Dit archief is een staalkaart van de naoorlogse boekvormgeving: 74 verschillende Nederlandse typografen en 84 illustratoren hebben een of meerdere bijdragen geleverd aan een uitgave van ‘De Roos’.
In 1956 wordt Maurits Escher gevraagd Het grote gebeuren van Belcampo (pseudoniem voor H.P. Schönfeld Wichers) te illustreren. Op 17 mei 1956 schrijft hij dan aan bestuurslid Karel Asselbergs:
“Ik zou het nooit aandurven om daar zelf prenten bij te maken. Niet alleen acht ik mij daartoe, wat tekenvaardigheid betreft, volkomen onmachtig; er komt bij, dat ik volstrekt geen illustrator-van-nature ben. Mijn werk heeft niets illustratiefs. Illustreren wil zeggen: de ideeën van een ander adopteren, terwijl ik hoe langer hoe meer, mijn eigen, persoonlijke, gedachten in beeld tracht te brengen. Ook geloof ik, dat ik volstrekt niet “literair” ben.”
Het verhaal van Belcampo wordt vergeefs aan nog enkele kunstenaars voorgelegd, waaronder Bertram Weihs, Jan Bons en Ru van Rossem. Ook zij zien ervan af, wellicht door de lastig in beeld te vangen apocalyptische beelden die Belcampo oproept. Volgens Escher zou je het boek het beste met reproducties van Hieronymus Bosch kunnen illustreren. In eerste instantie stemt Peter Doebele ermee in het werk van illustraties te voorzien én de typografie te verzorgen. Maar in februari 1957 besluit hij er ´genoopt door de zeer bescheiden resultaten van zeer intensieve voorstudies´ vanaf te zien. Uiteindelijk weet Doebele het in 1958 toch tot een goed resultaat te brengen. Belcampo reageert enthousiast:
´Wat is het een kostelijk boekje geworden! Zalig zij zij die de typografische kunst nog in ere houden (…) Ook de heer Doebele zal ik een briefje schrijven, ik vind zijn illustraties prachtig.´
In hetzelfde jaar brengt ´De Roos´ een boek met Escher uit: De Regelmatige vlakverdeling, waarvoor de illustrator zélf de tekst schreef.
~ Rickey Tax – Museum Meermanno
Boek: Het grote gebeuren – De getekende versie