Dark
Light

Het oneerlijke ‘Melkboerinnetje’

…en de beeldfontein van Marc de Vos (1645-1717)
Auteur:
3 minuten leestijd
De Melkboerin - La Laitière (Marcus de Vos) - cc
De Melkboerin - La Laitière (Marcus de Vos) - cc

In de Boterstraat, op slechts enkele passen van de Brusselse Grote Markt, staat een waarheidsgetrouwe kopie van een beeldfontein die er eind zeventiende eeuw door de beeldhouwer Marc de Vos werd ontworpen en die verwijst naar een opmerkelijke legende over een oneerlijk melkboerinnetje.

De legende van het ‘Melkboerinnetje’

De Melkboerin - La Laitière (Marcus de Vos) - cc
De Melkboerin – La Laitière (Marcus de Vos) – cc
Het verhaal wil dat er in de Middeleeuwen een melkverkoopstertje was dat zich ten koste van haar klanten snel wou verrijken door ze te bedriegen. Niet éénmaal maar zelfs tweemaal. Een eerste keer door haar melk aan te lengen met water, een tweede keer door een vervalste inhoudsmaat te gebruiken waardoor kopers nog minder waar voor hun geld kregen. Toen ze na haar overlijden aan de hemelpoort aanklopte bij Sint-Pieter weigerde deze haar de toegang tot het paradijs en veroordeelde haar om iedere nacht om middernacht door de straten van Brussel te dwalen terwijl ze moest roepen

“half melk-half water te koop”.

De spookachtige en krijsende verschijning van het melkboerinnetje joeg binnen de kortste keren de Brusselaars dermate schrik aan dat ze de Amman smeekten om het stoffelijk overschot van het melkverkoopstertje op te graven en haar een waardige begrafenis te geven. De Amman en de schepenbank gingen maar al te graag op het verzoek in en het nachtelijke verschijnsel stopte als bij wonder vrijwel onmiddellijk. Marc de Vos vereeuwigde deze legende in een standbeeld dat in 1678 naast het voorportaal van de Sint-Niklaaskerk werd onthuld.

Marc de Vos, een biografie

Voor de meesten onder ons is Marc de Vos eerder een onbekende, laat staan dat zijn realisaties als beeldhouwer bij het grote publiek een belletje laten rinkelen. Toch verdient hij ongetwijfeld meer erkenning. De jonge Marcus, zoals hij bij zijn geboorte werd genoemd, groeide in Brussel op binnen een relatief welstellend gezin. Verder is er over zijn jonge jaren weinig met absolute zekerheid bekend, behalve dat hij ongeveer halverwege de zeventiende eeuw als leerling toetrad bij de ‘Vier Gekroonden’, een Brusselse ambachtsgilde die schaliedekkers, steenhouwers, metselaars en beeldhouwers verenigde en waar hij enkele jaren later zijn meesterproef aflegde.

Vrij snel nadien kwam zijn talent ten volle tot uiting en werd hem zelfs door de Franse koning Lodewijk XIV het Franse staatsburgerschap aangeboden indien hij zou instemmen om in Frankrijk aan de slag te gaan, hetgeen hij echter weigerde. De Vos versierde in de daarop volgende jaren met verschillende beelden niet alleen een deel van het Brusselse stadhuis maar eveneens heel wat panden op de Grote Markt. Zo verfraaide hij met zijn sculpturen onder meer “De Wolvin” het gildehuis van de boogschutters, “In den Vos” het gildehuis van de marktkramers en “Den Gulden Boom” het gildehuis van de bierbrouwers.

In brand geschoten Grote Markt (links het Stadhuis, rechts het Belfort, uiterst rechts het Broodhuis)
In brand geschoten Grote Markt (links het Stadhuis, rechts het Belfort, uiterst rechts het Broodhuis)

Als beeldhouwer werkte De Vos nauw samen met Jan van Delen (ca. 1635-1703) en architecten zoals Willem De Bruyn (1649-1719) en Gilles van den Eynde (?-ca. 1723). Daarmee was hij samen met hen één van de belangrijkste sleutelfiguren die meehielp aan de wederopbouw van de Brusselse Grote Markt na het verwoestende bombardement in augustus 1695 door de Franse troepen onder bevel van maarschalk de Villeroy.

Preekstoel in de Brusselse Zavelkerk
Preekstoel in de Brusselse Zavelkerk
Naast een bijzonder imposant uitgevoerde preekstoel, die de vier evangelisten Marcus, Matteus, Lucas en Johannes symboliseren en die nu in de Brusselse Zavelkerk opgesteld staat, wordt in het algemeen het praalgraf dat hij in 1689 vervaardigde voor Alphonsus de Berghes, de aartsbisschop van Mechelen, als zijn ‘Magnum Opus’ of meesterwerk beschouwd.

Het verhaal rond het standbeeld

Het standbeeld van het melkboerinnetje werd oorspronkelijk ontworpen ter decoratie van een bestaande waterfontein naast de Sint-Niklaaskerk. In 1787 werd het beeld naar het Warandepark verplaatst waar het tijdens de gevechten met het Hollands leger gedurende de woelige septemberdagen in 1830 die de Belgische onafhankelijkheid voorafgingen zwaar beschadigd werd. Pas begin twintigste eeuw werd een kopie op arduinen sokkel gemaakt die in 1920 terug op de vroegere locatie in de Boterstraat werd onthuld. In 2006 onderging het standbeeld een grondige opknapbeurt en prijkt nu naast de kerk opnieuw in volle glorie, waar het als het ware een stilzwijgende waarschuwing vormt voor wat oneerlijke winkeliers of verkopers kan overkomen…

Bekijk ook: Bezienswaardigheden in Brussel
Boek: Brussel – Geschiedenis van een Brabantse stad

Gepassioneerd door vreemde culturen en de geschiedenis van het vroege neolithicum tot aan onze moderne tijden schrijft Rudi Schrever al verscheidene jaren op regelmatige basis artikelen voor Historiek.net en andere gespecialiseerde vakbladen. Verder is hij bestuurslid van de Geschied- en Heemkundige kring van de Brusselse deelgemeente Laken. [email protected]

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 50.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.015 actieve abonnees)


Donateurs ondersteunen ons project en dragen direct bij aan de uitbreiding van ons archief.

Meer informatie

×