Historische essays over de Tweede Wereldoorlog

4 minuten leestijd
Embleem van het Thule Gesellschaft, 1919. Bron: http://black.greyfalcon.us/

Uitgever en historicus dr. Perry Pierik schrijft veelvuldig over onderwerpen die aan de Tweede Wereldoorlog gerelateerd zijn. In Van Rathenau tot Rechnitz (uitgeverij Aspekt, 2015) heeft hij vijftien oorlogsessays gebundeld, die hij eerder publiceerde in andere boeken of periodieken. Het is een mooie bundel geworden waarin uiteenlopende onderwerpen aan bod komen.

Van Rathenau tot Rechnitz – Perry Pierik
Van Rathenau tot Rechnitz – Perry Pierik
In het Woord vooraf van (ex-) NIOD-medewerker Gerard Aalders schrijft deze terecht dat Pieriks boek een ‘lezenswaardige en gevarieerde bundel essays’ bevat. Zo komen onder meer als thema’s aan bod: de moord op Walter Rathenau, de betrokkenheid van Albert Speer bij de massamoord op de Joden, het Duitse Thule-genootschap als voedingsbodem van de nazibeweging, grappen uit de nazitijd en de bijzondere relatie tussen voormalig minister-president J.D. de Geer en de SD.

Thulegenootschap

Leerzaam is Pieriks bijdrage over de mystieke wortels van het nazidom. Belangrijk hierbij was het geheimzinnige Thule Gesellschaft (Thulegenootschap), een nationalistische en racistische organisatie uit München onder leiding van Rudolf van Sebottendorff, die het Deutschtum en de ariosofie – de leer die de ariër beschouwt als de scheppende kracht in de geschiedenis – predikte. Pierik hierover:

“Leden van het Thulegenootschap richtten de DAP (‘Deutsche Arbeiter Partei’) op om te voorkomen dat de Duitse arbeider met het communisme ging sympathiseren. Uit deze partij kwam de NSDAP voort. Het hakenkruis, het symbool van het Thulegenootschap, werd door de nazi’s overgenomen. Prominente Thule-leden en gasten werden vooraanstaande leden van de nazibeweging, zoals Hitlers plaatsvervanger Rudolf Hess, partij-ideoloog Alfred Rosenberg, en Dietrich Eckhart, de man aan wie Hitler Mein Kampf zou opdragen.” (37)

Embleem van het Thule Gesellschaft, 1919. Bron: http://black.greyfalcon.us/
Embleem van het Thule Gesellschaft, 1919. Bron: http://black.greyfalcon.us/

Geestelijke brandstof voor de Holocaust

Odal: Monatschrift für Blut und Boden. Het blad van de jeugdbeweging Artamanen. Bron: http://hyperb0rean.tumblr.com/
Odal: Monatschrift für Blut und Boden. Het blad van de jeugdbeweging Artamanen. Bron: http://hyperb0rean.tumblr.com/
Het Thulegenootschap was in Duitsland zeker niet uniek, zo onderstreept Pierik, maar maakte deel uit van een netwerk van antisemitische organisaties en occulte verenigingen, zoals de Germanenbund onder leiding van Theodor Fritsch (1852-1933) en de Hammergenootschappen, die meenden dat het Joodse ras – zoals dat in de beruchte Protocollen van Sion was beschreven – bezig was met een wereldwijd complot om de macht over te nemen. Met hun runenoccultisme, ariosofie en leverden dit soort verenigingen ‘de geestelijke brandstof voor de latere Holocaust’. Naast deze expliciet-racistische clubs, bestonden er in Duitsland tal van antimodernistische en geperverteerd-romantische jeugdorganisaties, zoals de Artamanen, Freischar Schill, Bund der Lichtfreunde en Kyfthäuserbund, waarbinnen zich veel onvrede katalyseerde over de verloren Eerste Wereldoorlog en de moderne samenleving, gecombineerd met nationalistische en racistische gevoelens.

Het vervolg van hert hoofdstuk over het Thulegenootschap handelt over het gedachtegoed van drie belangrijke kartrekkers van die beweging. De eerste is Guido von List (1848-1919), een wodanist en een belangrijke voorman van het Duitse antimodernisme. Het tweede kopstuk, Jörg Lanz von Liebenfels (1874-1954), was een doorgewinterde racist die de ariosofie gebruikte als politiek wapen en etniciteit (in plaats van thema’s als volk of religie) tot basis van het nationaal denken maakte. Ten slotte krijgt Rudolf van Sebottendorff ruime aandacht als zijnde de leider van het Thulegenootschap.

Partizanen saboteerden Duitse treinen

Verderop in het boek komt de partizanenstrijd in Rusland aan de orde, en dan met name de sabotageacties die zij uitvoerden op de Duitse spoorwegen die na Operatie Barbarossa (juni 1941) door de nazi’s en Russische dwangarbeiders en vrijwilligers in Rusland aangelegd werden. Met name De Krim was voor de nazi’s, maar ook voor de Russen zelf, een belangrijk strategisch gebied:

“Het Duitse 11de leger onder bevel van de bekende generaal Erich von Manstein, stond die zomer voor de zware opgave de sterk uitgebouwde historische Russische vestingstad Sebastopol in te nemen. De Krim was voor beide partijen van groot strategisch belang. Niet alleen was het de poort tot de Balkan in westelijke richting, het was ook de springplank naar Koeban en de Kaukasus en daarmee naar de olievelden van Maikop en Bakoe zuidoostwaarts. Daarbij konden de Sovjets vanaf De Krim met bommenwerpers de olievelden bij Ploesti bombarderen, en deze velden waren voor nazi-Duitsland van groot strategisch belang.” (139)

Schaalmodel van het Dora-kanon. Bron = onnodig (wordt verkocht op Amazon)
Schaalmodel van het Dora-kanon. Bron = onnodig (wordt verkocht op Amazon)

Om Sebastopol zo snel mogelijk in te nemen, koos Hitler voor de inzet van zijn zwaarste stuk artillerie: de Dora. Dit enorme kanon was in 1936 vervaardigd door Krupp, had een 80 cm kanon met een loop van liefst 32 meter, waarmee granaten over een afstand van 38 kilometer afgeschoten konden worden. Het gevaarte moest in liefst zeven treinen van 105 wagons naar De Krim vervoerd worden, onder begeleiding van 500 man personeel. Dit was natuurlijk een gigantische opgave voor de Duitse spoorwegen, helemaal omdat er extra spoorwegen aangelegd moesten worden en de Russische rails versmald moesten worden – het Russische spoor was namelijk bijna 9 centimeter breder dan het Duitse spoor. Voorts had het Rode Leger veel bruggen opgeblazen en zorgden de partizanen voor sabotage-acties door overal spoorrails te molesteren:

“Begin 1942 was het aantal aanslagen nog relatief klein, al ging het desalniettemin om tussen de 100 en 200 aanslagen per maand in de winter van 1942. Dit aantal liep op in de zomer, zoals de partizanenactiviteiten dat sowieso in de zomer deden. Augustus september en oktober 1942 gaven een voor de Duitsers verontrustende piek te zien, met als hoogtepunt de maand september 1942 toen de partizanen meer dan 700 aanslagen op het Duitse spoor pleegden. (…) Een absolute piek volgde in de zomer van 1943, toen in de maanden juli, augustus en september tussen de 1800 en 1900 aanslagen per maand plaatsvonden. In 1944 nam het aantal aanslagen zelfs nog toe.” (143,144)

Nazi's hangen bij Minsk (Wit-Rusland) een aantal Russische partizanen op, 26 oktober 1941. Bron: http://albumwar2.com/
Nazi’s hangen bij Minsk (Wit-Rusland) een aantal Russische partizanen op, 26 oktober 1941. Bron: http://albumwar2.com/

Ondanks de toename van het aantal sabotage-acties slaagden de partizanen er niet in om het Duitse spoorwegnetwerk in Rusland plat te leggen. Wel brachten ze veel schade toe, vertraagden ze de Duitse opmars en stelden zij de nazi’s voor de nodige logistieke problemen.

Boek: Van Rathenau tot Rechnitz – Perry Pierik

Bekijk dit boek bij:

Bestel dit boek bij de Historiek Geschiedeniswinkel

0
Reageren?x
×