Vanwege zijn 350ste overlijdensjaar is Rembrandt momenteel volop in het nieuws. Er zijn grote tentoonstellingen, er verschijnen nieuwe boeken en Rembrandts meesterwerk de Nachtwacht wordt ter gelegenheid van het herdenkingsjaar gerestaureerd. Maar sinds wanneer is Rembrandt eigenlijk zo populair? Met een kleine presentatie toont het RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis momenteel aan hoe de populariteit van Rembrandt zich in de loop der tijd ontwikkelde. Dit aan de hand van foto’s, publicaties en archiefstukken rond belangrijke momenten in de Rembrandtgeschiedenis.
De bekende satirisch tekenaar Albert Hahn maakte in 1906 bij de viering van het 300ste geboortejaar van Rembrandt het volgende rijmpje:
‘Met de laatste Rembrandtspeech
klim ik op m’n Rembrandtfiets;
Ontsteek aan m’n Rembrandtlantaren
één van m’n Rembrandtsigaren;
Rembrandtpet op Rembrandtlokken,
aan m’n kuiten Rembrandtsokken.’
– fragment uit loflied voor Rembrandt
Het rijmpje geeft een beeld van de Rembrandt-gekte in de tijd van Albert Hahn. De ongekende populariteit van Rembrandt ontstond volgens het RKD in de negentiende eeuw, toen hij naar voren werd geschoven als onze nationale trots.
“Nadat België zich had afgescheiden van Nederland, was de behoefte in beide landen om de afzonderlijke geschiedenis te profileren groot. Men zocht naar eigen helden. Zo werd in België een standbeeld voor hún grote kunstenaar Peter Paul Rubens opgericht. In Nederland werd geopperd om voor onze Rembrandt hetzelfde te doen. De onthulling van het beeld, op wat nu het Rembrandtplein heet, was een waar volksfeest en ging gepaard met muziekuitvoeringen, huldeblijken en een hoop merchandise. Rembrandt was voor iedereen!”
In de negentiende eeuw werd langzamerhand een meer wetenschappelijke basis gelegd voor de kennis over Rembrandt. Het onderzoek ontwikkelde van het optekenen van anekdoten over zijn leven naar een steeds meer feitelijke aanpak. In 1810 al verscheen de eerste beredeneerde catalogus van de etsen van Rembrandt. En mondjesmaat werden in de loop van de eeuw archiefstukken ontdekt, onder andere door de Amsterdamse archivaris Pieter Scheltema, die door al zijn gesnuffel in archieven de bijnaam ‘Piet Perkament’ kreeg.
Aan het einde van de negentiende eeuw vergrootten Abraham Bredius en Cornelis Hofstede de Groot de kennis over zijn kunst aanmerkelijk, wat in 1898 mede resulteerde in de eerste tentoonstelling in Nederland gewijd aan één enkele oude meester.
“Daarvoor werd alles uit de kast gehaald. Zelfs de Nachtwacht werd, begeleid door een comité van besnorde hoge heren, overgebracht naar de expositiezaal van het Stedelijk Museum.”
Foto’s van het transport van dit beroemde stuk door Amsterdam zijn te zien op de tentoonstelling bij het RKD. Ook toont het instituut diverse spotprenten en unieke stukken uit de collectie van het RKD.
Lees ook: ‘Rembrandt evenzeer als Vermeer meester van de fijne motoriek’
…en: Historisch besef ontdekking van de 19e eeuw
Overzicht van Boeken over Rembrandt van Rijn