Moet het hunebed in Borger, het grootste hunebed van Nederland, opgegraven worden of niet? De meningen hierover zijn verdeeld.
Wat betreft de directeur van het Hunebedcentrum Borger, Hein Klompmaker, is het hoog tijd dat er weer eens een Nederlands hunebed wordt onderzocht: “Archeologie is gebaat bij een opgraving van één hunebed per generatie, om te beginnen met die van Borger”. Wijnand van der Sanden, provinciaal archeoloog in Drenthe, is het daar echter niet mee eens.
Hij meent dat opgraven het vernietigen van het bodemarchief is en dat de onderzoeksmethoden van archeologen eerst moeten verbeteren.
Sinds 1968 is er in Nederland geen Hunebed meer groots onderzocht. Momenteel wordt er door betrokkenen druk gediscussieerd over de vraag of het niet weer eens tijd is voor een opgraving. Nederlandse archeologen hebben september 2008 op initiatief van het Hunebedcentrum deelgenomen aan een opgraving van een hunebed in Zweden, in de buurt van het plaatsje Falköping. Mede hierdoor is de discussie in de Nederlandse ‘hunebed-wereld’ over nut en noodzaak van het opgraven van hunebedden ook weer losgebarsten.
Daarnaast presenteert auteur Lukas Koops in het Hunebedcentrum op 17 februari zijn boek ‘Het geheim van het grootste hunebed – discussies over archeologie’. In dit boek vertelt Koops onder meer het verhaal over de veertienjarige jongen die in 1983 wat scherfjes en botjes peuterde uit het grootste hunebed van Nederland. Deze bleven ruim vijfentwintig jaar in een T-Forddoosje op zolder liggen en kwamen daarna als schenking in het bezit van het Hunebedcentrum. Bestudering van de scherfjes en botjes leidden daarna tot interessante informatie. Zo bleek in het grootste hunebed van Nederland in de Bronstijd een na-bijzetting te hebben plaatsgevonden, ruim 2000 jaar na de bouw van het hunebed.
Het Hunebedcentrum is van plan om over dit verhaal een documentaire te maken. Een trailer voor die documentaire is inmiddels ontwikkeld. Deze zal tijdens de presentatie van Lukas Koops’ boek op 17 februari aanstaande in het Hunebedcentrum worden vertoond.
In Nederland bevinden zich voor zover bekend in totaal 53 hunebedden. Hiervan zijn er in de loop der eeuwen zo’n dertien archeologisch onderzocht/opgegraven. De laatste opgraving van een compleet hunebed vond plaats in 1968. De ‘kamers’ van de hunebedden die nog niet zijn onderzocht zijn verzegeld met grasbetonblokken. Dit om schatgraverij tegen te gaan.