Aan de vooravond van de links-revolutionaire opstand in 1934 die in Asturiรซ (Spanje) eindigde in een bloedbad, trachtte de socialistische leider Indalecio Prieto de Asturianen van wapens te voorzien. Nederlandse kranten berichtten hierover. Was die berichtgeving correct?
Berichten in de Nederlandse pers
De Tijd schrijft op 17 september:
De onrust in Spanje. Oud-minister Prieto gecompromitteerd?
MADRID, 17 Sept. (Reuter) โ Ten gevolge van de ontdekking van 100.000 patronen te San Esteban de Pravia is aldaar een Asturiรซr, een zekere Echevarietta, gearresteerd, die bekend staat als een vriend van Prieto, den Socialistischen oud-minister. De minister-president heeft verklaard, dat deze zaak sensationeel belooft te worden, en hij heeft daarom een specialen rechter van instructie aangewezen. Prieto heeft verklaard dat hij reeds sedert drie jaar geen vriendschapsbetrekkingen meer onderhoudt met Echevarietta.
Aan dit bericht voegt de krant dit commentaar toe:
In verband met de vondst te San Estรฉban zag de politie zich genoodzaakt de hand te leggen op den algemeen geachten zeer bekenden Asturischen reeder, Horacio Echevarrieta, die een zeer intiem vriend is van Indalecio Prieto, ex-minister en een der kopstukken van de socialistische partij. Uit het onmiddellijk ingestelde, nog niet geรซindigde, onderzoek is reeds gebleken, dat de patronen van San Esteban indertijd toebehoorden aan Portugeesche uitgewekenen, die eenmaal een hooge positie in hun vaderland bekleedden. Deze uitgewekenen waren van plan geweest hun Portugeesche aanhangers te wapenen, maar hadden van dit voornemen afgezien, omdat een gewapende opstand in Portugal geen enkele kans van slagen heeft. Onder Salazar’s bestuur is het Portugeesche volk tevreden en elke poging tot het verwekken van revolutie is van te voren tot mislukking gedoemd, omdat de groote massa van het volk wel inziet dat de huidige rust en voorspoed vรจr te verkiezen zijn boven een burgeroorlog, die het land geen voordeel brengen kan.
Het oud-Kamerlid Echevarrieta werd gearresteerd, die als directeur eener wapenfabriek groote hoeveelheden oorlogsmateriaal ln het schip โLa Turquesa” had doen inladen. Aangezien de scheepspapieren geheel in orde waren, lag het voor de hand dat hooge ambtenaren bij het complot betrokken waren. De A.B.C. (een Spaanse krant, WP) verklaarde, dat de zending oorspronkelijk, toen Azaรฑa nog minister-president was, bestemd was om een revolutie in Portugal te ontketenen. Men zou er na zijn val van hebben afgezien en de socialisten zouden de zending hebben gekocht, waardoor oud-minister Prieto in de kwestie betrokken zou zijn geworden.
Nadat de opstand mislukt was bericht de Telegraaf op 31 oktober:
De socialistische leider Prieto, die uit Spanje is gevlucht, is te Parijs aangekomen. In een interview verklaarde hij. dat hij voor zijn partij de verantwoordelijkheid opeischte voor de jongste gebeuitenissen. Hij voegde er aan toe, dat het mislukken van de opstandige beweging de strijdkrachten der socialisten niet had verzwakt en gaf de verzekering dat zij het blijven, die in Spanje het best zijn georganiseerd. Prieto ontkende, dat buitenlandsche elementen, zooals Russen, aan de organisatie der beweging zouden hebben deelgenomen. (Reuter).
De feiten
De verkiezingsnederlaag van de Spaanse socialistische partij de PSOE (Partido Socialista Obrero Espaรฑol) in 1933 leidde tot een heftig intern debat tussen de revolutionair gezinde volgelingen van Francisco Largo Caballero en die van de gematigde Indalecio Prieto over de te volgen partijkoers. De caballeristas kregen de overhand. Nadat Largo Caballero tot voorzitter van de PSOE en tot secretaris-generaal van de vakorganisatie UGT (Uniรณn General de Trabajadores) was benoemd, lag de weg open naar een algemene revolutionaire opstand. Prieto had zich hier steeds tegen verzet. Hij kon zich niet voorstellen dat het mogelijk zou zijn om een arbeidersleger als drager van het revolutionair proces te mobiliseren. Maar toen de PSOE eenmaal besloten had de weg op te gaan van de revolutie, toonde hij zich loyaal aan de partij en zette hij zich in om de opstand tot een succes te maken.
De relatie Prieto – Echevarrieta
Indalecio Prieto (1883-1962) en Horacio Echevarrieta (1870-1963) waren strijdmakkers in de woelige politieke jaren ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. Zij hadden een totaal verschillende achtergrond. Prieto was een arme autodidact die opgroeide in de sloppen van Bilbao, terwijl Echevarrieta uit een rijke mijnbouwersfamilie kwam. In 1903 veroverde Echevarrieta als representant van de democratische krachten in de provincie Bilbao een zetel in de Cortes (het Spaanse parlement) die hij in 1917 opgaf. Prieto wist in dat jaar een zetel te bemachtigen namens de provincie Vizcaya. Hoewel hun wegen zich scheidden – Prieto klom op tot de leider van de gematigde vleugel van de PSOE (de prietistas) en Echevarrieta ontwikkelde zich tot een industriรซle tycoon van formaat (hij was de grondlegger van de vliegmaatschappij Iberia) – bleven zij bevriend. Prieto schreef talloze artikelen in het blad ‘El Liberal’ opgericht in 1903 en vanaf 1917 eigendom van Echevarrieta.
Conclusie
De berichten die destijds verschenen in de Nederlandse kranten waren grotendeels correct. De suggestie dat Prieto een rol speelde in de Turquesa-affaire was juist, evenals de betrokkenheid van Echevarrieta. Maar dat Prieto en Echevarrieta op dat moment ‘intiem bevriend’ waren is onwaar. Het bericht dat Prieto na het mislukken van de opstand in Parijs de verantwoordlijkheid opeiste voor de opstand kan niet worden bevestigd. Wel heeft hij in 1942, toen hij in ballingschap in Mexico verbleef, verklaard tegen zijn geweten in te hebben gehandeld en het te betreuren mee te hebben gewerkt aan de opstand van 1934 die voor zijn geboortestreek Asturiรซ zo gruwelijk afliep.
Lees ook: Indalecio Prieto, leider van het Spaanse politieke midden
Meer artikelen over de geschiedenis van Spanje
Boek: De strijd om Spanje
Delpher (www.delpher.nl)
Cabezas, O., Indalecio Prieto, Algaba Ediciones, Madrid, 2005