De aflevering over Polen in de nieuwe serie van Geert Mak bracht bij mij herinneringen terug aan een totaal verwaarloosde Joodse begraafplaats die ik er in 1991 bezocht, kort nadat het land zijn onafhankelijkheid had teruggekregen. Google leerde dat de deplorabele laatste rustplaats voor 30.000 à 35.000 mensen intussen, bijna dertig jaar later, een hoopgevende renovatie heeft ondergaan. ‘De ontdekkingen bieden inzichten en hoop voor de toekomst van deze begraafplaats’, concludeert Heidi Szpek, een Amerikaanse professor Godsdienststudies, die zich aan de begraafplaats verbonden voelt. ‘Ze doen de wereld van Joods Bialystok herleven en laten zien wat voor een ongelooflijk veelzijdige plaats dat was’.
In augustus 1991, een jaar nadat Polen, na een vernietigende Tweede Wereldoorlog en 45 jaar Sovjet-overheersing, onder leiding van de politieke beweging Solidarnosc zijn zelfstandigheid had teruggekregen, reisde ik met een in de Koude Oorlog naar Nederland gevluchte Pool door het land, dat volop bezig was zichzelf opnieuw uit te vinden. Er heerste een gezellige, anarchistische chaos. Zonder veel regels, want de oude waren vervallen. Alle muziekbandjes, overal, speelden Wind of Change van The Scorpions, dat daarmee voor mij symbolisch werd voor de val van de Muur.
Joodse begraafplaats
We kwamen in Bialystok, een stad in het noordoosten, ook langs een totaal verwaarloosde Joodse begraafplaats. We ontwaarden, naast een uitstekend onderhouden katholiek kerkhof, een puinhoop van chaotisch verbrokkelde stenen, deels aan het oog onttrokken door metershoog gras, onkruid en struiken. Het resultaat van zes jaar oorlog en 45 jaar communistische verwaarlozing. Niemand leek te zijn teruggekeerd voor de overledenen die het noodlot van de genocide bespaard was gebleven. Al lag er een verlept bosje bloemen op een grafsteen; van iemand die niet vergeten kon.
Ik schreef er, voor de Apeldoornse Courant waar ik toen voor werkte, en daarmee voor de aangesloten regionale Persunie-kranten, een reportage over: Polen verwaarloost deel geschiedenis. Over de geschiedenis van de Joden in Polen, de pogroms in Bialystok in 1905 en 1906, de zes miljoen Poolse oorlogsdoden, waarvan de drie miljoen Poolse Joden feitelijk genegeerd werden, over anti-semitisme na de oorlog en over een cartoon in het nationalistische blad ‘Ojczyzna’ (Vaderland) dat in 1991, ‘vers van de pers’, in een vrijwel ‘Judenfrei’ land, nog een cartoon afbeeldde waarop een straatarme boer, achter een broodmager paard, ook nog een stinkend rijke Jood – met sigaar, op zijn nek moest dragen.
Geert Mak
In zijn nieuwe televisieserie In Europa – De geschiedenis op heterdaad betrapt, over de eerste twintig jaar van deze eeuw, besteedde Geert Mak op 2 februari 2020 aandacht aan Polen/a>, dat zich – onbedoeld – beledigd voelde toen president Obama het had over ‘Poolse vernietigingskampen’, terwijl hij de Duitse nazi-kampen in toen bezet Polen bedoelde. Het latent levende anti-semitisme kwam aan de orde en de dubieuze nationalistische ‘helden’ die de ‘Poolse identiteit’ moesten benadrukken. Ik concludeerde: Dit is mijn verhaal uit 1991!.
Het maakte me nieuwsgierig naar de vraag hoe de begraafplaats er intussen bij lag. Die bleek een metamorfose te hebben ondergaan. Vrijwilligers waren er in geslaagd de woestenij vergaand te restaureren. Een email bracht me in contact met Heidi Szpek, emeritus-professor Godsdienststudies aan de Central Washington University in de Amerikaanse staat Washington. Sinds 2004, toen ze de begraafplaats voor het eerst bezocht, is zij betrokken bij het restauratieproject dat toen aarzelend op gang kwam.
Intussen brengen vrijwilligers uit de hele wereld elk jaar in een zomerkamp nieuwe verbeteringen aan. Mede door het bestuderen van de teksten op de grafstenen heeft Szpek grote delen van de geschiedenis van de begraafplaats achterhaald en in een laatste studie kon zij, aan de hand van luchtfoto’s van de Duitse Luftwaffe, achterhalen wat zich tijdens de oorlogsjaren rond de heilige plaats heeft afgespeeld.
Restauratiewerk
Heidi Szpek kwam in 2004, tijdens een Europese reis, op zoek naar herinneringen aan de holocaust in Duitsland, Tsjechië en Polen, voor het eerst op Bagnowka, de begraafplaats bij Bialystok. ‘Ik raakte onmiddellijk gefascineerd door de prachtige inscripties die in de grafstenen waren gegraveerd’. Die eerste confrontatie staat haar nog helder voor de geest:
“De begraafplaats was groot en onverzorgd, met grote gaten in de muren, bezaaid met afval van de naburige katholieke begraafplaats; met paden om honden uit te laten en verborgen vuurkorven binnen de beboste vlaktes. Deze religieuze instelling was verwoest, tijdens en na de Holocaust.
Maar te midden van deze wanorde vielen op de grafstenen door zon en schaduw de inscripties op. Hoewel bedekt met mos en korstmossen nodigden ze me uit om het leven dat ze vertegenwoordigden te ontdekken en te vertalen voor de overlevenden.”
Er was toen al geen sprake meer van de puinhoop in mijn verhaal uit 1991. Het restauratiewerk was al in de jaren negentig begonnen door onder meer Nederlandse vrijwilligers. In 1993 was de werkgroep Boete en Verzoening op de begraafplaats actief. Dat is een christelijke organisatie die ‘pijn en schaamte’ voelt over de ‘vijandschap van christenen die vaak ontaardde in vernedering en verbanning van de Joden, waaraan ook christelijke kerken hebben bijgedragen’. Nog steeds verricht de werkgroep onderhoudsactiviteiten op Joodse gedenkplaatsen, in Nederland en in de hele wereld.
Heidi Szpek-Idzikowski, een Amerikaanse professor, historicus, vertaler en kenner van Joodse inscripties, raakte in 2010 betrokken bij de restauratiewerkzaamheden. Ze dankt haar naam aan Poolse en Duitse wortels.
Elke zomer trekken vrijwilligers uit de hele wereld, vooral uit Duitsland, Israël en Polen, naar de begraafplaats, waar toen ze begon nog moeizaam vorderingen werden gemaakt. Het was ‘heilige grond’, die volgens de wetten van het jodendom niet geruimd mag worden. ‘De stenen moesten met de hand of met een katrolsysteem worden verplaatst’, stelt Szpek. ‘Sommige stenen wegen meer dan 2000 kilo! Per jaar konden slechts 40 tot 50 stenen worden gerestaureerd en herplaatst.’
Machines toegestaan
In 2015 ontdekte het Amerikaanse echtpaar Josh en Amy Degen de begraafplaats, waar vrijwilligers moeizaam hun sisyfusarbeid verrichtten. Josh is eigenaar van Earthscape in Massachusetts, gespecialiseerd in landschapsarchitectuur. Het verplaatsen van stenen met zwaar materieel is er routine.
Video bij de nieuwe aanpak van het restauratieproject van Bagnowka in 2016, met Joodse geschiedenis van Bialystok (BJCP).
Het Bialystok Cemetery Restoration Project (BJCP) kreeg van de Rabbijnse Commissie voor Joodse Begraafplaatsen toestemming om zijn machines bij de restauratie te gebruiken en sindsdien zijn enorme vorderingen gemaakt. Sinds 2016 zijn meer dan 1400 stenen herplaatst, schoongemaakt en indien mogelijk gedocumenteerd. Vorig jaar werden meer dan 400 stenen teruggeplaatst.
Vervroegd met emeritaat
Het project was voor Heidi Szpek aanleiding om vervroegd met emeritaat te gaan. Ze wilde veel meer tijd besteden om de geschiedenis van de begraafplaats te ontrafelen en de teksten op de stenen te vertalen. Ze schreef er een boek over, Bagnowka: a modern Jewish Cemetery on the Russian Pale (2017); Bagnowka: een moderne Joodse begraafplaats na Russische onverschilligheid..
In dit essay maakt ze haar drijfveer duidelijk:
“De eerste inscriptie die mijn aandacht trok was van de koopman Neymark, die stierf in 1893. Toe hij in 1879 voor zijn handel in Sint Petersburg was werd hij aangereden door een auto. Sindsdien had hij een stok nodig om zich, met pijn, voort te bewegen. In 1901 werd een studiezaal naar hem vernoemd.
De ontdekking van de Hebreeuwse term voor ‘opsluiting’ op de grafsteen van een vrouw maakte duidelijk dat ze ‘in opsluiting’ was gestorven, ofwel tijdens de bevalling of de traditionele periode daarna, wat aangeeft hoe kwetsbaar het leven was voor een potentiële moeder.
Ik vond ook een drievoudig grafschrift, gewijd aan drie broers die bij een brand om het leven kwamen, wat duidelijk maakt hoe kwetsbaar de veelal houten huizen in Oost-Europa waren in die tijd.”
Pogroms
Polen was sinds de vervolgingen van de zeventiende eeuw toevluchtsoord voor Europese Joden. Ook het begin van de vorige eeuw was een tijd van maatschappelijke onrust. De Joden van Bialystok werden in 1905 en 1906 slachtoffers van rellen en pogroms door Russische kozakken en soldaten. In de Tweede Wereldoorlog werden ze door Duitsers uit Bialystok weggevoerd en vermoord in concentratiekampen; 950 van hen overleefden, waarvan het merendeel door nieuw antisemitisme naar Israël emigreerde.
Op de begraafplaats is nog voor de oorlog een monument opgericht om de pogroms van Bialystok te herdenken, de ‘Pilaar van Verdriet’. Het overleefde de oorlog en is inmiddels hersteld. Tijdens en na de Holocaust vonden op de begraafplaats verwoestingen plaats. Er zijn foto’s dat een groot deel van de muur rond de begraafplaats was gesloopt; waarschijnlijk werden met de stenen de ovens gebouwd voor de naburige huizen. Ook de grafstenen werden niet gespaard.
Kaddish zeggen
Heidi Szpek vertelt over haar werk op haar website Jewish Epitaphs (Joodse grafschriften). Daar meldt ze ook bijzondere ontdekkingen, zoals tijdens het zomerkamp van 2019. Soms werden overledenen alsnog geïdentificeerd, zoals Simha Cimerman, soldaat in het Poolse leger, die op 23 november 1933 in Vilnius werd gedood, een hoofdrolspeler van het Jiddisch theater waarvan de inscriptie suggereerde dat hij op het podium stierf, of van Roza Garber, een tandarts die in 1934 overleed.
Ook werd een inscriptie ontdekt die over een andere, enigszins versleten, vermelding heen was gegraveerd. Hergebruik van grafstenen (palimpsest) is volgens Szpek niet ongebruikelijk in Oost-Europa. ‘Het kunnen gestolen stenen zijn, oude, of het ging om een steen waarvan de oorspronkelijke bewerking was mislukt’. Veel doden hebben hun namen teruggekregen. Heidi Szpek heeft intussen honderden grafstenen geregistreerd.
Ze vertelt over een bijzondere gebeurtenis in 2018 toen Devorah Pearlson uit New Jersey op de begraafplaats op zoek ging naar de graven van familieleden uit Bialystok. Ze ontdekte twee stenen, van haar grootmoeder Pearl Perej en vlakbij van overgrootmoeder Chana Lea Perej, die net waren gerestaureerd en alleen nog opnieuw moesten worden geschilderd. Ze had behoefte om Kaddish te laten zeggen voor deze voorouders. Maar volgens de Joodse traditie zijn daar tien Joodse mannen voor nodig en er konden maar zes worden gevonden. Juist op dat moment verschenen er vier jonge orthodoxe mannen uit New Jersey, die ook op zoek waren naar de Pearson-familie. ‘Kaddish werd gereciteerd; er was vreugde over deze religieuze plicht’, vertelt Szpek.
‘Toen leidde ik hen verder over de begraafplaats rond en ontdekten ze het graf van een rabbijnse geleerde wiens boeken ze nog steeds bestudeerden’.
Luchtfoto’s Luftwaffe
Vorige maand presenteerde Heidi Szpek haar nieuwste project: How WW2 Luftwaffe Aerial Photos Reveal Lost Jewish Heritage in Białystok, Poland, hoe luchtfoto’s van de Luftwaffe in de Tweede Wereldoorlog verloren Joods erfgoed in Bialystok onthulden. Het ging om zeven Duitse luchtfoto’s (van 1,25 miljoen) uit 1939, 1941 en 1944, die aan het einde van de oorlog in beslag waren genomen door het Amerikaanse nationaal archief. Samen met haar man, militair historicus Frank Idzikowski, had ze de foto’s bestudeerd van de begraafplaats onder Poolse, Duitse en vervolgens Russische controle.
Een foto van 27 juli 1939 toont Joods erfgoed in Bialystok, inclusief de grote synagoge, nog onder Pools gezag, kort voordat Polen tussen Duitsland en de Sovjet-Unie zou worden verdeeld en de stad onder Russisch gezag viel. Foto’s van 22-23 juni 1941 dateren vier tot vijf dagen voor de Duitse inname van Bialystok en de verbranding van de Grote Synagoge op 27 juni 1941. Een foto van 19 juni 1944 toont Bialystok onder Duits bestuur, ongeveer vijf weken voordat de Russen de stad heroverden. En tijdens foto’s van 17 september, 14 oktober en 14 december 1944 stond Bialystok onder Russische controle.
‘Over het algemeen bevestigen de luchtfoto’s de bekende locatie van de muren en de secties, afgebakend met duidelijke steegjes’, constateert Szpek.
“De foto’s maken ook een eind aan speculaties dat nieuwe huizen na de oorlog bovenop graven werden gebouwd; het blijkt dat reservegebied werd gebruikt. Uit de foto’s blijkt bovendien dat de grootste verwoestingen niet door de nazi’s werden veroorzaakt, die wel huishielden op een oude rabbijnse begraafplaats in de stad zelf.”
Opmars van Rode Leger
Ook werd duidelijk dat de begraafplaats onder vuur heeft gelegen tijdens de opmars van het Rode Leger naar Warschau in zomer en herfst 1944. Op de foto van 17 september 1944 zijn inslagen te zien, terwijl de Duitsers zich rond de begraafplaats hadden ingegraven. De foto toont talrijke granaatkraters, waarschijnlijk van artillerie. De foto’s gaven ook een beter beeld van het Joodse leven, dat in de loop van de oorlog vernietigd werd.. ‘De Grote Synagoge is op het beeld van 22 juni 1941 gemakkelijk waarneembaar, net als de oude rabbijnse begraafplaats. Op het beeld van juni 1944 is de synagoge verdwenen, net als de blokken eromheen’.
Volgens Heidi Szpek maakten de foto’s duidelijk dat de begraafplaats Bagnowka de oorlog redelijk ongeschonden is doorgekomen. ‘Maar de luchtfoto’s van de stad zelf waren meer dan schokkend’.
Of en hoe het restauratiewerk dit jaar wordt voortgezet, nu het Corona-virus woedt, is nog volstrekt onduidelijk.
Op deze video uit 2018 leidt Heidi Szpek belangstellenden rond op de begraafplaats Bagnowka:
Meer weten: Polen verwaarloost deel geschiedenis (Reportage uit 1991 over totaal verwaarloosde Joodse begraafplaats Bialystok)
Boek Heidi Szpek: Bagnowka: a modern Jewish Cemetery on the Russian Pale (2017)