Sinds 1975 is Juan Carlos I koning van Spanje. Tijdens het Franco-regime werd hij door de dictator op de troon gezet als kleinzoon van de laatste Spaanse koning. Na Franco’s dood herstelde hij de democratie.
Juan Carlos wordt in ballingschap in Rome geboren tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Hij is de kleinzoon van de laatste Spaanse koning, Alfons XIII. Die werd in 1931 door de Republikeinen afgezet. Juan Carlos’ jongere broer Alfonso komt op 15-jarige leeftijd om het leven als het jachtgeweer van Juan Carlos per ongeluk afgaat en zijn broertje dodelijk raakt.
Na de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) wordt Francisco Franco de nieuwe leider van de Spaanse republiek. In 1947 besluit hij van Spanje weer een koninkrijk te maken, zonder een koning aan te wijzen. In 1948 haalt hij de tienjarige Juan Carlos naar Spanje, zodat hij een militaire opleiding kan volgen in Madrid.
Familie
In 1962 trouwt Juan Carlos met de Griekse prinses Sophia. Franco en de katholieke kerk zijn beiden tegen het huwelijk. Franco, omdat hij denkt dat Sophia’s vader lid is van de vrijmetselarij en de kerk vanwege Sophia’s Grieks orthodoxe achtergrond. Uiteindelijk geeft paus Johannes XXIII tegen alle regels in het paar toestemming om te trouwen. Ze krijgen drie kinderen, waarvan één zoon: Felipe, de troonopvolger.
In 1972 neemt Juan Carlos deel aan de Olympische Zomerspelen bij het zeilen. Zijn vrouw nam twaalf jaar eerder eveneens deel aan de Zomerspelen op dat onderdeel. Juan Carlos volgt verder karatelessen bij de Nederlander Jon Bluming.
In 1969 besluit Franco dat Juan Carlos de nieuwe koning moet worden, dit tot verontwaardiging van diens vader Juan die zelf dacht koning te worden. Vader en zoon praten daarom een tijdlang niet met elkaar. In 1977 maken de heren het weer goed en benoemt koning Juan Carlos zijn vader tot graaf van Barcelona.
Juan Carlos legt in 1969 een eed af. Hij neemt vanaf dan Franco’s taken als staatshoofd waar als deze ziek is. Hij heeft goede contacten met de dictator. Tijdens zijn periode als ‘kroonprins’ ontmoet hij echter ook veel oppositieleiders en krijgt hij twijfels over Franco’s beleid. Als Franco in 1975 overlijdt wordt Juan Carlos officieel koning van Spanje. Verwacht wordt dat hij de franquistische lijn zal doorzetten.
Ommekeer
Vrij kort na zijn aantreden probeert Juan Carlos de banden met de – door Franco verboden – socialistische en communistische partijen aan te halen. Ook wil hij de democratie invoeren, tot verbazing van velen. In 1977 worden er voor het eerste sinds Franco democratische verkiezingen gehouden en in 1978 wordt een nieuwe democratische Grondwet aangenomen, waarin de macht van de koning beperkt wordt.
In 1981 vindt er onder leiding van de rechtse kolonel Antonio Tejero Molina een couppoging plaats. Koning Juan Carlos veroordeelt deze poging op televisie. Hij heeft zoveel steun bij het leger dat de staatsgreep mislukt.
Spanje wordt in 1986 samen met buurland Portugal lid van de Europese Unie. In 2000 probeert de ultraconvervatieve Spaanse priester Juan María Fernández y Krohn een aanslag op de koning te plegen. Dat mislukt. Krohn probeerde eerder al een aanslag te plegen op paus Johannes Paulus II.
Populariteit
Ondanks Juan Carlos’ fascistische verleden en het feit dat hij nooit openlijk afstand nam van het regime van Franco, is de koning mateloos populair. Hij wordt gezien als iemand die veel heeft gedaan aan de eenwording van Spanje. In 2005 wordt de koning door 75 procent van de bevolking beoordeeld als ‘goed tot zeer goed’.
Met name na zijn optreden tijdens de couppoging schudt hij het imago van onhandige koning die alleen maar aan sport denkt, van zich af. Ook door het buitenland wordt Juan Carlos gezien als brenger van de democratie in Spanje en wordt zijn inzet die leidde tot het lidmaatschap van EU en NAVO gewaardeerd.
In 2007 haalt Juan Carlos het nieuws als hij de Venezolaanse president Hugo Chávez boos vraagt om zijn mond te houden, als deze de voormalig Spaanse premier José María Aznar een fascist noemt. Daarna loopt hij kwaad weg.
Meer Spaanse geschiedenis
Boek: Intriges en schandalen aan het Spaanse hof