Afgelopen zondag is Judith de Kom op 93-jarige leeftijd overleden. Als dochter van de Surinaamse schrijver, vrijheidsstrijder en verzetsman Anton de Kom streed zij jarenlang voor eerherstel voor haar vader. Het overlijden is bekendgemaakt door haar zoon.
Mede dankzij Judith de Kom’s inzet kreeg Anton de Kom in 2020 een plek in de canon van Nederland en werd er in 2022 een gedenksteen onthuld in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Ook ontving zij excuses van de Nederlandse regering voor de onrechtvaardige behandeling van haar vader.
‘De krans is gelegd’
Judith de Kom werd op 16 maart 1931 geboren in Den Haag en verloor haar vader op jonge leeftijd. Ze maakte het tot haar levensmissie om erkenning te krijgen voor zijn strijd en nalatenschap. Ze zette zich in voor zijn eerherstel en voor officiële excuses van de Nederlandse overheid voor zijn arrestatie en deportatie in 1933. In 2023 mocht ze, ter ere van haar vader, een krans leggen bij de Nationale Herdenking op de Dam.
Kort voor haar overlijden verscheen De Kom’s laatste boek met daarin een verzameling brieven aan haar vader. Ze schreef dit werk, getiteld Ik omhels je onafgebroken, in samenwerking met schrijfster Ida Does. Kort na de presentatie van dit werk zei ze tegen haar uitgever: “De krans is gelegd, het boek is er. Nu kan ik rusten.”
Anton de Kom
Anton de Kom was een Surinaamse schrijver, antikoloniaal activist en verzetsheld tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij werd bekend door zijn boek Wij slaven van Suriname, waarin hij de koloniale onderdrukking van Suriname aan de kaak stelde. Tijdens de oorlog werd hij gearresteerd door de nazi’s en stierf hij in een concentratiekamp.
Je voetsporen
Papa, je voetsporen hebben diepe afdrukken achtergelaten. In mijn lange leven heb ik veel mensen ontmoet die alles wilden weten over jou en over ons verleden.
Ik beleefde koortsachtige jaren waarin ik mensen, die jouw pad hadden gekruist, opsnorde, belde, schreef en opzocht. Ordners vol aantekeningen, krantenknipsels, adressen en telefoonnummers rusten als een schat, binnen handbereik, in mijn kleine werkkamer. Ze zijn getuigen van een mysterieuze drang om alles vast te leggen en jou daarmee dichtbij te brengen.
De laatste jaren is mijn verlangen naar jouw aanwezigheid alleen maar sterker geworden. In mijn waak-visioenen vind je soms een plek naast me, op de rand van mijn bed. Vreemd genoeg spreek je nooit. Soms schud je je hoofd, als een stille gids die mij wil behoeden. Onze blikken kruisen elkaar, jouw ogen lijken op de mijne, maar ze stralen een diepe ernst uit.
De vader die ik ken en liefheb.
Ik dagdroom dat je hier bij mij in de kamer zit. Je zwijgzame aanwezigheid moedigt mij aan.
Je dochter,
Judith
Ik omhels je onafgebroken (Alfabet Uitgevers)