De allegorische voorstelling De liefdestuin, die omstreeks 1633 tot stand kwam, bekleedt een bijzondere plaats in het oeuvre van Rubens. Het schilderij is, net als de late landschappen overigens, een volledig eigenhandige en heel persoonlijke schepping van de kunstenaar, niettegenstaande het feit dat in de werken uit zijn laatste levensdecennium de inbreng van het atelier meestal aanzienlijk is. Samen met de genoemde landschappen bleef ook De liefdestuin in Rubens’ bezit tot aan zijn dood. Het werk staat in zijn Antwerpse boedelbeschrijving vermeld als ‘Conversatie à la mode’.
Rubens bereidde De liefdestuin zorgvuldig voor in een aantal tekeningen. De compositie, die aan de latere burleske galanterieën van Antoine Watteau doet denken, presenteert een groep modieus geklede jongelui die zich ontspannen op een terras, met in de achtergrond een landschap. Vanaf het terras vertrekt een indrukwekkende trap opwaarts naar een portiek die aan de tuinzaal van een paleis doet denken, waar meerdere liefdesparen zich vermaken bij een nisfontein met een sculptuur van de drie Gratiën. Centraal in de voorgrond, aan de voet van de trap, zitten drie jonge vrouwen naar de melodie van een luitspeler te luisteren, terwijl een vierde dame aanstalten maakt om zich bij hen te voegen. De drie dames zijn vergezeld van amoretten, die vermoedelijk hun liefdesverlangen symboliseren. De vervulling van dit verlangen wordt verbeeld door de gelukkige paartjes die hen omringen.
Mogelijk stelt de in zachtoranje geklede vrouwenfiguur, die net onder de meest opvallende zuil zit en de toeschouwer peinzend aankijkt, Constantia, de Standvastigheid, voor. De in het groen geklede dame zou een allusie op de eeuwige liefde kunnen zijn: zij richt haar blik als in extase naar boven, naar een gevleugelde amor die een bloemenkrans en een fakkel ophoudt. De derde dame, tot slot, met de japon van gele zijde en met een putto die zijn hoofdje in haar schoot laat rusten, belichaamt misschien de zusterliefde, zoals zij de in het blauw geklede vrouw naar zich toe haalt. Het lijkt wel alsof Rubens de toeschouwer tot een parisoordeel wilde uitdagen.
Links van deze groep heeft een jong paartje zich op het terras neergevlijd. De man probeert met de hand op het hart zijn geliefde te overtuigen, terwijl zij voorovergeleund en met haar hand op zijn knie dromerig wegkijkt in de richting van de toeschouwer. Helemaal links in de voorgrond lijkt een jong paar op de klanken van de luitspeler te dansen, waarbij de man zijn arm om de aarzelende vrouw heen heeft geslagen en haar met woorden en blikken tracht mee te tronen – een in Amsterdam bewaarde schets toont dit nog duidelijker. Amor helpt mee door de jonge vrouw een duwtje in de rug te geven. Boven het paar zweven drie putti, waarvan de voorste een koppel duiven en het huwelijksjuk presenteert, symbolen dus die onmiskenbaar naar de liefde en het huwelijk verwijzen.
Historiek is een onafhankelijk online geschiedenismagazine voor een breed publiek. We willen geschiedenis en actualiteit met elkaar verbinden en geschiedenisverhalen gratis toegankelijk maken.