Honderdduizend jaar cultuurgeschiedenis laat zich niet samenvatten in slechts enkele museumzalen. Dat is ook niet de pretentie van de tentoonstelling Een korte geschiedenis van de mensheid – 100.000 jaar cultuurgeschiedenis die tot 26 maart 2017 plaatsvindt in de Bundeskunsthalle in Bonn.
Toch wordt in vogelvlucht een intrigerend overzicht gegeven van de fascinerende bestaansontwikkeling van de mensheid in de laatste duizend eeuwen en tegelijk indringend duidelijk gemaakt dat ons voortbestaan allerminst vanzelfsprekend is. Aan de hand van historisch documentatiemateriaal vindt een reis door de geschiedenis plaats, terwijl de bezoeker door moderne kunstobjecten keer op keer op het verkeerde been wordt gezet.
De expositie bestaat uit een mengeling van soms minieme historische en moderne objecten die allemaal een tijdsbeeld vertegenwoordigen uit de afgelopen 100.000 jaar of van nog maar kort geleden. Ze hebben soms een dubbele bodem. Vaak is het een confrontatie met een diepere betekenis die de .artiest er in probeerde te leggen.
Supermarkt van de natuur
De tentoonstelling is geïnspireerd door het boek Sapiens – Een kleine geschiedenis van de mensheid van de Israëlische historicus Yuval Harari en was vorig jaar te zien in het Israel Museum in Jeruzalem, dat toen zijn vijftigjarig bestaan vierde. De Bundeskunsthalle heeft de tentoonstelling voor het eerst naar Europa gehaald.
De ‘100.000 jaar cultuurgeschiedenis’ moet trouwens ruim worden opgevat. De expositie begint met de oerknal van 13,5 miljard jaar geleden en de materie waaruit primitieve voorlopers van de Homo sapiens later werktuigen zouden maken. Getoond worden 1,4 miljoen jaar oude vuistbijlen die werden gevonden in Ubeidiya, nu een Palestijnse stad dichtbij Bethlehem.
Toen de mensheid controle kreeg over het vuur werden, zoals plastisch wordt uitgedrukt, ‘talloze nieuwe schappen geopend in de supermarkt van de natuur’. Als cryptische illustratie wordt op een ouderwets tv-scherm de ‘open haard’ getoond waarmee de West-Duitse televisie in de laatste acht dagen van 1969 de uitzending afsloot.
Allereerste cultuurvormen
De archeologische voorwerpen vertellen de geschiedenis van de mensheid vanaf het ontstaan van de beschaving tot vandaag. De objecten omvatten onder andere de oudst bekende overblijfselen van een haard, de eerste werktuigen, zeldzaam bewijsmateriaal van de co-existentie van de Homo sapiens en de Neanderthaler, het vroegste bewijs van het gebruik van tekst en cijfers, de eerste munten, een facsimile van de Tien Geboden, een bladzijde uit de eerste Gutenberg-bijbel, een replica van de eerste Edison-gloeilamp, het originele manuscript van Albert Einsteins relativiteitstheorie en de bezoeker is (op film) getuige van een kernproef.
De tentoonstelling valt in drie delen uiteen: de menselijke ontwikkeling, de overlevingseconomie en de industriële revolutie. Eerst komt de ontwikkeling van de primitieve mens aan de orde. Nadat 13,5 miljard jaar geleden door de oerknal materie, energie, ruimte en tijd ontstonden, verbonden de atomen zich tot moleculen, waaruit zich organismen vormden tot mensen, dieren, planten, schimmels en bacteriën: de biologie. De ontwikkeling schreed voort, het ‘overleven’ werd een levensbehoefte en om dat te bevorderen werden werktuigen ontwikkeld, van primitieve vuistbijlen tot (intussen) elektronica.
Meer mensensoorten
De getoonde schedels van een Homo sapiens, zoals die 100.000 jaar geleden in Israël woonde, en de Neanderthaler, zijn niet echt. De originelen, in bezit van het Israel Museum, zijn te fragiel om te reizen; ook in Jeruzalem moesten bezoekers het doen met de replica’s. Fascinerend is dat beide mensensoorten ‘naast elkaar’ hebben bestaan, totdat de Neanderthaler 40.000 jaar geleden uitstierf.
Opmerkelijk zijn de verschillen: de Homo sapiens heeft een vlakke kin, een hoog voorhoofd en smalle wenkbrauwen terwijl de Neanderthalerschedel groter is met vooruitstekend voorhoofd en een knobbel onder het achterhoofd. Maar allebei maakten ze een ontwikkeling door die verder ging dan het bevredigen van de eerste levensbehoeften; er zijn aanwijzingen voor een geestelijke ontwikkeling en voor sociale activiteiten als rituelen en bijzondere grafvormen.
Ze waren niet ‘alleen’, stelt Yuval Harari in het begeleidende boek.
‘In Europa en Azië woonden nog andere mensensoorten. Waar ze gebleven zijn is onbekend’.
Daar bestaan twee theorieën over: de ‘vermenging’ van de soorten, waarbij ze letterlijk in elkaar opgingen, of de ‘verdringingshypothese’ van onverdraagzaamheid, afwijzing en misschien zelfs volkerenmoord. Maar wat er ook gebeurd is…
‘…nog altijd bestaat vier procent van het DNA van de moderne mens in Europa en het Nabije Oosten uit DNA dat door de Neanderthaler is aangeleverd’.
Neanderthalers uitgeroeid door Homo sapiens?
Waardoor de Neanderthaler 40.000 jaar geleden uitstierf is niet bekend. Misschien wel door toedoen van de Homo sapiens. ‘Die staat niet bepaald bekend vanwege zijn tolerantie’, aldus Harari.
‘Het is goed mogelijk dat de ontmoeting tussen Sapiens en Neanderthalers leidde tot de eerste en grondigste etnische zuivering in de geschiedenis’.
We weten het niet. En daarom is er ruimte voor fantasie, zoals op veel meer plaatsen tijdens de tentoonstelling. Het leidt tot de hypothetische vraag wat er gebeurd zou zijn als Homo sapiens en Neanderthalers het wél naast elkaar hadden uitgehouden. Een vraag die tot weinig optimisme stemt, omdat het tussen de mensenrassen die allemaal ongeveer hetzelfde genetische materiaal bezitten, vaak al zo moeilijk gaat.
“Welke culturen, wat voor samenleving en welke politieke structuren waren ontstaan in een wereld waar verschillende mensensoorten vreedzaam naast elkaar hadden bestaan? Zouden we vandaag in de Bijbel lezen dat de Neanderthalers afstamden van Adam en Eva? Zou de Koran alle orthodoxen een plaats in het paradijs beloven, ongeacht de soort? Zouden er Neanderthalers in de legioenen van het Romeinse Rijk hebben gevochten en hadden ze in de uitdijende bureaucratie van de Chinese keizer gediend? Zou Karl Marx de ‘proletariërs van alle soorten’ hebben opgeroepen zich te verenigen? Zou de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens voor alle mensachtige aardbewoners gelden?”
Beschaving schrijdt voort
Door middel van soms minieme objecten wordt de ontwikkeling van de mensheid in beeld gebracht. Inkepingen in een minuscule ruim 5.000 jaar oude Sumerische kleitafel uit Zuid-Mesopotanië, het tegenwoordige Irak, werden door wetenschappers herkend als symbolen voor rantsoen, distributie en eten.
De tentoongestelde oudste munten ter wereld, uit de eerste helft van de eeuw voor Christus’ geboorte, gevonden in Klein-Azië (tegenwoordig Turkije), bestonden uit een legering van goud en zilver (elektrum) en hadden een decoratief motief aan één kant.
Het schrift werd ontdekt. Tekstfragmenten van de Tien Geboden; Deuteronomium 5:1-21 (Online Bijbel), het vijfde boek van Mozes, ontdekt in 1952, worden voor het eerst buiten Israël tentoongesteld, met een uittreksel van de perkamentrol (facsimile) waarop ze ooit werden beschreven.
De wereld werd bereisd. Andere continenten werden ontdekt, gesymboliseerd door de wereldkaart Sacrae Geographiae Tabulam ex Antiquissimorum Cultor die door Benedictus Arias Montanus in 1571 werd gepubliceerd in een omvangrijke wereldgeschiedenis. Opmerkelijk is dat op de kaart de contouren van Noord-Australië zijn te ontwaren. Maar Australië werd pas 35 jaar later, in 1606, ‘ontdekt’ door het Hollandse schip Duyfken, waar kapitein Willem Jansz niet onder de indruk was van het drassige gebied en zichzelf daarmee een plaats in de wereldgeschiedenis ontzegde, terwijl James Cook pas ruim anderhalve eeuw later begon met de exploratie van het continent.
Ook het besef van tijd droeg bij aan de beschaving. Op de tentoonstelling gesymboliseerd met een synchroon aan de werkelijke tijd lopende voorstelling van het object Standard Time (YouTube), dat in 2000 door Mark Formanek werd gerealiseerd in Berlijn (zie Fernsehturm op achtergrond).
Dat waren allemaal voorwaarden voordat de humanist en pacifist Albert Einstein in 1912 kon komen tot zijn algemene relativiteitstheorie. Het originele manuscript maakt deel uit van de tentoonstelling.
Met afschuw constateerde Einstein in 1945 dat hij indirect had bijgedragen aan de ontwikkeling van de atoombom. Die wordt in de tentoonstelling visueel gemaakt met beelden uit de film Crossroads van Bruce Conner, waarop talloze militairen getuige zijn van het onvoorstelbare geweld.
Kwetsbaarheid
En dan ligt er opeens een ijsbeer midden in een zaal. Op de kist waarin hij kennelijk werd getransporteerd. Het dier is een object van de Amerikaanse kunstenaar Mark Dion, die er een verband mee wil leggen tussen de verdrijving van die beren uit hun natuurlijke omgeving. Hij brengt daarmee simpel de verhouding in beeld tussen natuur en beschaving, de goddelijke schepping en de invloed van de mens op de schade en verstoringen van de natuur.
‘Het komt zover dat we de ijsbeer alleen nog in het museum kunnen bewonderen’.
Ook vervreemdend is een confrontatie met ‘de ideale familie’, die door Charles Ray (Los Angeles) wordt voorgesteld in de vorm van een man, een vrouw, een jongen en een meisje. Ze staan er hand-in-hand en zijn naakt. Het bevreemdende element ligt erin dat ze allemaal even groot zijn. Het roept een ongemakkelijk gevoel op: dit hóórt niet. De kunstenaar wil er de kwetsbaarheid van de relatie tussen mensen mee tot uitdrukking brengen. Hij toont aan hoe fragiel de verbindingen zijn als de verhoudingen niet kloppen.
Galerij van goden
Naast geld en staatsmacht was religie de derde kracht die bijdroeg aan de vereniging van mensen. Tegenwoordig is geloof echter ook vaak de oorzaak van uitsluiting, conflicten en haat. Nergens heeft de tentoonstelling een religieus karakter of is het duidelijk dat hij een Israëlische oorsprong heeft. Opmerkelijk is daarom de religieuze wand, waarin het Jodendom ontbreekt.
Religie, stelt het boek, is een bovenmenselijke macht die niet afhankelijk is van menselijke willekeur en die bindende normen en waarden stelt Harari:
“De grote wereldgodsdiensten, zoals de islam en het boeddhisme (waarom wordt hier het christendom hier niet vermeld?), proberen ongelovigen te bekeren en daarom geloven veel mensen dat alle religies die zendingsdrang hebben. (…) In werkelijkheid waren de meeste religies plaatsgebonden en werden lokale goden en geesten vereerd. Gelovigen hadden niet de behoefte de hele mensheid te bekeren. De missionerende godsdiensten ontstonden pas na het begin van de jaartelling.”
Religie weet zich vertegenwoordigd in twee fraaie indrukwekkende ovalen wanden met de beelden van 36 goden uit alle windstreken achter glas. De Joodse god ontbreekt, want het jodendom verbiedt afbeeldingen die JHWH zouden moeten voorstellen. Het Jodendom heeft ook geen bekeringsdrang. Het is juist moeilijk Jood te worden.
Temidden van de aanbeden goden staat een ongewoon ‘marmeren’ beeld: ‘Ecce Homo’ van de Brit Mark Wallinger. Het is Jezus, te herkennen aan de doornenkroon (in 1999 tentoongesteld op Trafalger Square). Ecce homo – ‘zie de mens’ – waren de woorden die Pontius Pilatus sprak toen de gegeselde Jezus met doornenkroon, spotmantel en koninklijke attributen werd getoond aan het Joodse volk. Hier wordt Jezus voorgesteld als sterfelijk mens, de armen op de rug gebonden, in afwachting van de dingen die komen gaan.
Boek: Sapiens – Een kleine geschiedenis van de mensheid (Yuval Noah Harari)
De tentoonstelling Eine kurze Geschichte der Menschheit – 100.000 Jahre Kulturgeschichte is te bezoeken tot 26 maart 2017 in de Bundeskunsthalle in Bonn.