Sinds jaren werkt men aan de restauratie van de grotendeels veertiende-eeuwse Sint-Martinuskerk in het Vlaams-Brabantse Halle, een vijftiental kilometer ten zuiden van Brussel en grenzend aan de taalgrens. Die werken zullen nog jaren verdergaan. De kerk is wereldwijd bij kunstcritici en -historici bekend. De kerk, waar een zwarte madonna verheerlijkt wordt, is plaatselijk bekend als bedevaartsoord.
De aandacht is terecht. Bouwkundig valt de kerk vooral op door de fijne bouw van het hoogkoor met een dubbel triforium en lancetvormige glasramen waarvan sommige uit het begin van de vijftiende eeuw stammen. Beeldhouwkundig is ze belangrijk omdat het originele werk in situ bewaard gebleven is: dit is vooral te danken aan het feit dat ze tijdens de religieuze troebelen in de tweede helft van de zestiende eeuw niet geplunderd is en in de zeventiende eeuw, in tegenstelling tot tal van kerken in Vlaanderen, niet met barok volgestouwd is.
Veralgemenend valt het ‘kunstaanbod’ tot twee keer toe in twee groepen uiteen.
Vooreerst de ‘tegenstelling’ interieur-exterieur. Wat zich binnenin bevindt, vertoont een grote verscheidenheid aan materiaal: hout, soorten steen en muurschilderingen. Buiten vallen vooral de vier toegangsportalen met monumentaal stenen beeldhouwwerk op. Vervolgens de keuze van het afgebeelde. Overal vindt men religieuze en wereldse voorstellingen. Binnen zijn er beelden van apostelen, afbeeldingen van de kerkvaders, scènes uit het leven van Christus en de gewone mens, een triomfkruis en resten van muurschilderingen met afbeeldingen van heiligen.
In de kerk die Martinus als patroonheilige heeft, is het zoeken naar zeldzame afbeeldingen van de patroonheilige. Men kan daarentegen niet naast aan Maria kijken. Ze is binnen in de zwikken of de uitgespaarde ruimtes tussen de blinde Gotische bogen van vooral de Mariakapel en de kooromgang en buiten in de Mariabeelden aan de portalen te zien.
Zeer recent werd het Mariabeeld van de zuidoostelijke toegangspoort gerestaureerd. Het is geen toeval dat het kroningsportaal genoemd wordt: in het timpaan wordt immers de kroning van Maria door Christus afgebeeld.
Maria en Christus zitten op een bank zonder rugleuning. Maria die zich naar haar zoon gedraaid heeft, zit rechts van hem: dit is een constante in de kroningstaferelen. Christus van wie de linkerhand op een bol op zijn linkerbovenbeen ligt, heeft zijn moeder die haar handpalmen als in een gebed tegen elkaar geplaatst heeft en blijk van religieuze onderdanigheid geeft, net gekroond. Christus straalt sereniteit uit. Beide figuren zijn gestileerd weergegeven. Vooral de kronen en het haar en Christus’ baard zijn verfijnd uitgewerkt. De plooien van de klederen en de mantels zijn erg realistisch weergegeven.
Het kroningsbeeld is in tegenstelling tot de Mariabeelden in de drie andere portalen klein. Het is aan de basis niet breder dan 59 centimeter. Het is niet hoger dan 68 centimeter. De restauratie heeft tal van tot nu toe ongekende zaken aan het licht gebracht. Sporen van de oorspronkelijke polychromie zijn nog vaag zichtbaar. Maria’s kledij was in het wit geschilderd en bekleed met bladgoud terwijl die van Christus blauw was. De achtergrond was lichtblauw. Delen van het beeld werden in het verleden reeds gerestaureerd: de handen en het neuspuntje van Maria, de tenen van de linkervoet van Christus en de cabochon of edelsteen op zijn borst en de bladeren op beide kronen.
Voor de laat-negentiende-eeuwse restauratie werd een foto gemaakt. Hij toont een fragment van muziekspelende en zingende engelen die zich tussen het kroningstafereel en de console bevond. Wat er met dat fragment gebeurd is, is niet geweten.
Er bestaan verschillende manieren om de kroning uit te beelden. De onbekende kunstenaar van de Halse kroning heeft er zoals reeds geschreven voor gekozen om Christus zijn moeder eigenhandig te laten kronen. Dit type van kroning is onder meer terug te vinden in de Franse kathedralen van Sens, Auxerre, Reims en Rouen.
Maria daagt in de religieuze kunst pas op in de Gotiek. Oorspronkelijk wordt ze met koninklijke allures afgebeeld. Ze zit op een troon die de Sedes Sapientiae of zetel der wijsheid genoemd wordt, draagt een kroon en draagt Jezus op haar arm of schoot. Dit is ongeveer de omschrijving van het beeld van de zwarte madonna die Jezus op haar arm heeft, die sinds 1267 te Halle aanbeden wordt en waarvan een kopie boven het hoogkoor prijkt.
Al snel wordt de kroning van Maria tot Hemelkoningin een geliefd en veel-voorkomend thema. De oudste of oudst-bewaarde voorstelling is die in het westportaal van de kathedraal van Senlis en dateert van vóór 1186. Al snel volgden Laon, Parijs en Amiens.
Men heeft het Halse beeld kunnen dateren. Vergelijkende studies hebben toegelaten om het beeld rond het midden van de veertiende eeuw te dateren. Dit is opmerkelijk. Het zuidoostportaal waarin het beeld verwerkt is, is immers pas rond 1400 tot stand gekomen. Het beeld is dan ook niet voor dat portaal gemaakt. Dit blijkt ook uit het maaswerk van het gevel-veld, dat niet bij het beeld past.
Er bestaat geen zekerheid over de periode van plaatsing van het kroningstafereel in het timpaan van het zuidoostportaal. Werd het reeds aangebracht tijdens de bouw van het portaal op het einde van de veertiende eeuw? Werd het pas in de loop van de vijftiende eeuw aangebracht? Er is ook niet geweten waar het beeld oorspronkelijk aangebracht was. Naast het kroningsbeeld dateren slechts vijf kraagstenen die deel uitmaken van het gewelf dat de eerste verdieping van de toren draagt, van rond 1350. Bevond het beeld zich ooit daar? Is het beeld wel voor de Sint-Martinuskerk gemaakt?
Het beeld is gerestaureerd door Camille De Clercq van het KIK of het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium te Brussel. Ze heeft geopteerd voor een minimale en zachte restauratie. Gipskorsten werden weggehaald. Het beeld werd grondig gereinigd. Binnen- en buitenlandse deskundigen hebben het beeld tijdens de restauratie in het KIK van nabij kunnen bewonderen. Steeds weer hebben ze hun bewondering verwoord. Groot was hun verwondering dat het prachtige werkje weinig bekend is en er nauwelijks literatuur over bestaat.
Na Camille De Clercq en de specialisten kunnen de inwoners van Halle, bedevaarders en andere bezoekers van dichtbij van het werk genieten. Het kroningstafereel wordt gedurende mei tentoongesteld onder de torn van de Sint-Martinuskerk. In de loop van juni 2011 zal het opnieuw geplaatst worden in het kroningsportaal waar het bijna 600 jaren gestaan heeft.