Ach, de canon. Tja. We zijn weer aan het kwartetten. “Mag ik van jou van de zestiende eeuw Karel de Vijfde? Dan krijg jij van mij de Grachtengordel.” Over het idee om in het onderwijs een canon te gebruiken valt een boom op te zetten. Ik breng in herinnering dat het tegelijk is voorgesteld met plannen voor een Nationaal Historisch Museum dat de Nederlandse nationale identiteit behoorde te versterken. Als dit het doel was, is het inderdaad zinvol kinderen dezelfde vijftig dingen te leren, zodat in elk geval dat vijftigtal verbindend is. Helaas is dat doel onzinnig, aangezien geschiedenis een wetenschap is, “de nationale identiteit versterken” politiek is en wetenschap los behoort te staan van de politiek.
De Canon die de Commissie Van Oostrom opstelde was, gegeven de idiotie van de opdracht, niet de slechtste. Er was bijvoorbeeld voor gekozen om de onvermijdelijke subjectiviteit te verkleinen door eerst enkele leidende thema’s vast te stellen, zoals verstedelijking. En daar was de oudhistoricus die ik ben nogal verbaasd, want waarom werd voor de Romeinse tijd dan in vredesnaam de limes een Canon-venster en niet – ik noem eens wat – de stad Nijmegen? Welke oudhistoricus was eigenlijk geraadpleegd? Er zaten immers geen oudheidkundigen in de Commissie Van Oostrom. Kortom, ik schreef Van Oostrom, die nodigde me bij hem thuis uit en we hadden een prettig gesprek.
Wat Van Oostrom me vertelde, was minder prettig. Kort en goed hadden de leden van zijn commissie zich helemaal niet verdiept in de Romeinse tijd. Ze hadden echter allemaal weleens gehoord van de limes, en dus waren ze het er al snel over eens dat dit het venster moest zijn voor de genoemde periode. Dit is een prachtig voorbeeld van het beruchte psychologische mechanisme dat bij een vergadering zelden wordt gesproken over de belangrijkste thema’s en wel over onderwerpen waar iedereen van heeft gehoord. Ellen de Bruin beschrijft het prachtig in haar boek Vergaderen? Niet doen!
We zijn dus tegen de limes aangelopen door een partijtje kwartetten. Hooggeleerd kwartetten, zeker, maar ook hooggeleerden kunnen redenatiefouten maken. Ik constateer dat de Commissie Kennedy niet heeft gekozen voor een zinvoller venster op de Romeinse tijd: Nijmegen, Heerlen, het meisje van Yde, Julius Civilis – er waren wel wat betere opties dan een venster dat is ingegeven door wat de Raad voor Cultuur onlangs typeerde als het “hobby en lobby” van de erfgoedsector.
Ik rakel dit op omdat het illustreert dat iedere discussie over de Canon neerkomt op kwartetten. Steeds weer is het een discussie over “is dit venster wel zo verstandig?” en “moet dat venster er niet ook bij?” Daarbij worden voortdurend ongelijksoortige zaken naast elkaar gezet, daarover praat iedereen mee en daardoor ontstaat vooral de indruk dat het verleden een kwestie is van losse feiten waarvan belangenorganisaties willen dat iedere Nederlander die kent. De prehistoricus wil dus meer aandacht voor de Prehistorie, de mediëvist wil Floris V behouden en voor recentere voorbeelden kunt u terecht bij de talkshows en op de opiniepagina’s van de landelijke dagbladen.
Op de achtergrond
Ik ben oprecht blij dat iedereen mee wil praten want het toont dat mensen meer belangstelling hebben voor het verleden dan je denken zou. Ik ben echter minder blij met een discussie over dit venster versus dat venster. Die zet geschiedenisliefhebbers tegen elkaar op, doet de discussie verworden tot kwartetten, laat geschiedenis lijken op een arena van naijverige belangenclubjes terwijl op de achtergrond raakt waar de discussie over behoort te gaan: het geschiedenisonderwijs.
U weet wel, dat is die activiteit waarvan de coalitiepartijen vonden dat alle scholieren een keer naar het Rijksmuseum moesten en dat alle schoolverlaters een boekje cadeau zouden krijgen. Het is die activiteit waarover, bij de herziening van de onderwijscurricula, de allergrootste onzin is gedebiteerd. De echte vraag is waarom er zó weinig lesuren zijn dat we een lijstje van vijftig vensters hebben bedacht om althans het allerbelangrijkste te benoemen. Dit is lapwerk en er zijn zinvollere en urgentere discussies mogelijk. Wat het onderwijs feitelijk nodig heeft is meer aandacht voor geschiedenis als wetenschap, minder erfgoed-gehobby en erfgoed-gelobby en vooral meer lesuren.
Ook interessant: De vernieuwde Canon – ‘Floris V eruit, Marga Klompé erin’