Op 6 september 1620 vertrok vanuit de Engelse havenstad Plymouth het schip de Mayflower. Het schip bracht de eerste Europese kolonisten naar New England, het huidige Amerika. Een jaar eerder was er al een schip met zwarte tot slaaf gemaakten gearriveerd voor het werk op de tabaksplantages.
Aan boord van de Mayflower bevonden zich Engelse en Nederlandse kolonisten, deels afkomstig van een puriteinse gemeenschap die een aantal jaren in de Nederlandse stad Leiden had gewoond. Na een reis van vijfenzestig dagen arriveerde het schip in de Nieuwe Wereld. De zogenoemde Pilgrim Fathers landden op het uiterste puntje van het schiereiland Cape Cod waar zich nu Provincetown bevindt. De kolonisten reisden echter al snel verder en stichtten in het huidige Plymouth (Massachusetts) de Plymouth Kolonie.
Ongeveer de helft van de 102 kolonisten overleefde de eerste winter in Plymouth niet. Doordat Wampanoah-indianen hen leerden maïs te verbouwen en leerden jagen en vissen, werden de levensomstandigheden verbeterd. In Amerika herinnert het jaarlijkse Thanksgiving Day hier nog aan. Dit feest wordt al sinds 1621 gevierd toen de kolonisten en de indianen gemeenschappelijk een oogstfeest vierden.
De eerste Europese kolonisten in de Nieuwe Wereld sloten het zogenaamde Mayflowerverdrag waarin ze afspraken gezamenlijk wetten te maken die hen zouden behoeden voor barbarij. Veel van de eerste kolonisten waren zogenaamde disserters, mensen die zich niet meer verbonden voelden met de Kerk van Engeland.