Nederlands-Brazilië (en het begin van de Nederlandse slavenhandel)

De Nederlandse kolonie Nieuw Holland (1630-1654)
4 minuten leestijd
't Kasteel Keulen aan Rio Grande in Nederlands-Brazilië (Johannes Vingboons)
't Kasteel Keulen aan Rio Grande in Nederlands-Brazilië (Johannes Vingboons)

Nederlands-Brazilië was van 1630 tot 1654 een Nederlandse kolonie in Zuid-Amerika, het huidige Brazilië. Werd gesticht nadat Piet Hein de Spaanse zilvervloot had veroverd en de West-Indische Compagnie veel geld had. In 1654 werd de kolonie terugveroverd door de Portugezen.

Johan-Maurits, bijgenaamd 'de Braziliaan' (Jan de Baen)
Johan-Maurits, bijgenaamd ‘de Braziliaan’ (Jan de Baen)
De kolonie, ook wel bekend als Nieuw Holland, was in 1630 gevestigd nadat een expeditieleger van de WIC een groot deel van Brazilië had veroverd op de Portugezen. Die verovering was vooral mogelijk doordat Piet Hein kort daarvoor de Spaanse Zilvervloot had weten te veroveren. De WIC had hierdoor ineens zoveel geld dat het een grote aanval op de Portugezen in Brazilië kon voorbereiden én uitvoeren. Tussen 1630 en 1635 werd uiteindelijk een gebied van maar liefst 600 bij 70 vierkante kilometer op de Portugezen veroverd. Doordat Portugal het zuiden van de kolonie stevig in handen hield, bleef het conflict echter sudderen. Door de verovering van het gebied was de Republiek wel in een klap een koloniale macht van betekenis geworden. Tot die tijd hadden de Nederlanders zich hoofdzakelijk beziggehouden met kaapvaart.

Vooral tijdens de beginjaren ging het allemaal niet van een leien dakje in Nederlands-Brazilië. Door de gevechten met de Portugezen waren veel plantages verlaten en verwoest en het kostte grote moeite om deze weer op te bouwen, te bemannen en winstgevend te maken. Het bestuur van de kolonie was daarnaast niet erg daadkrachtig.

Johan Maurits van Nassau-Siegen

In 1637 besloot de WIC daarom om Johan Maurits van Nassau-Siegen naar de kolonie te sturen. Deze achterneef van Willem van Oranje regeerde als een soort koning over de kolonie. Hij stichtte Mauritsstad en liet verschillende paleizen bouwen. De inwoners van de kolonie waren aardig tevreden over de gouverneur. Johan Maurits liet namelijk niet alleen paleizen bouwen, hij zorgde ook voor de bouw van bruggen en afwateringskanalen en ter verdediging werden aan de kust zo’n veertig forten uit de grond gestampt. Daarnaast liet Johan Maurits onder meer een dierentuin bouwen en een museum waar honderden opgezette apen te bewonderen waren. Johan Maurits voerde in de kolonie de godsdienstvrijheid in. Ook liet hij kunstenaars als Frans Post en Albert Eckhout het Braziliaanse landschap en de flora en fauna vastleggen.

Vanwege de godsdienstvrijheid in Nederlands-Brazilië besloten relatief veel Joden uit Amsterdam de oceaan over te steken om zich in de kolonie te vestigen. Uiteindelijk ontstonden er twee groepen Joden in en om Mauritsstad: Zur Israel (Rots van Israel) in Recife en Maguen Abraham (Schild van Abraham) in Mauritsstad. De synagogen die deze kolonisten in deze periode bouwden, waren de eerste op het Amerikaans continent.

Kaart van Elmina, uit Atlas van der Hem
Kaart van Elmina, uit Atlas van der Hem

Slavernij

Johan Maurits probeerde ook de suikerproductie weer op gang te brengen. Dit was lastig omdat het ontbrak aan arbeiders. Er bleken ook maar weinig landgenoten bereid om het vaderland te verlaten om een nieuw bestaan op te bouwen in de kolonie. De gouverneur probeerde overwonnen Portugezen over te halen om voor de Nederlanders te werken, maar het gebrek aan arbeidskrachten bleef bestaan. Het gebruik van indianen was door de WIC daarnaast verboden. Ze werden wel gebruikt voor allerlei hand- en spandiensten, maar werkten niet op de plantages zelf. Bovendien waren veel indianen al omgekomen door ziekten die door de Europeanen waren geïmporteerd.

De gouverneur besloot daarop om eind 1637 met een troepenmacht naar de Afrikaanse Goudkust af te varen. Daar wist hij het onneembaar geachte fort Elmina op de Portugezen te veroveren. Belangrijk, want hierdoor was hij in staat een deel van slavenhandel over te nemen.

Mauritsstad en Recife (Johannes Vingboons)
Mauritsstad en Recife (Johannes Vingboons)

Dat de Nederlanders hun toevlucht namen tot de slavenhandel was bijzonder. Tot die tijd was men namelijk uitgesproken tégen slavernij geweest. Ook binnen de WIC had men er nooit aan gewild. Christenen, zo was de algemene overtuiging, bedreven geen mensenhandel.

Nu de nood aan de man was, besloten de bestuurders van de Republiek en de WIC om slavernij toch maar toe te staan. Er werden echter wel enkele voorwaarden gesteld. Afrikaanse slaven mochten niet verhandeld worden aan katholieken. En daarnaast kregen slavenhouders de verplichting om slaven onderricht te geven over het christendom. De slaven moesten verder na zeven jaar vrijgelaten worden. Hoewel het nu haast leek alsof slavernij werd toegestaan zodat men zieltjes van Afrikanen kon winnen, was men natuurlijk vooral geïnteresseerd in de werkkracht van de slavenarbeiders. De slaven moesten ervoor zorgen dat de productie van de suikerplantages weer op gang kwam.

Na de verovering van Elmina brachten de Nederlanders inderdaad slaven naar Nieuw-Holland om te werken op de plantages. Men ontdekte echter ook dat de handel in slaven, die tot voor kort dus nog als verwerpelijk werd beschouwd, lucratief kon zijn. In de zeven jaar dat Johan Maurits in Brazilië was, werden er ieder jaar tussen de 1500 en 3000 slaven op de markt van de kolonie gebracht. Het was het begin van de Nederlandse slavenhandel. Deze zou uiteindelijk ruim twee eeuwen duren. Daarbij werden zo’n half miljoen mensen uit Afrika weggevoerd.

Gezicht op Olinda in Brazilië, 1662 - Frans Post (Rijksmuseum Amsterdam)
Gezicht op Olinda in Brazilië, 1662 – Frans Post (Rijksmuseum Amsterdam)

Einde van Nederlands-Brazilië

Johan Maurits keerde in 1643 terug naar Nederland. Al voor die tijd was het onrustig in de kolonie. De Nederlanders waren in de minderheid en er waren veel spanningen met Portugese inwoners. Na het vertrek van de gouverneur was het wankele evenwicht tussen de verschillende groepen in de kolonie definitief verstoord. In 1645 brak een grote opstand uit. Helemaal rustig zou het nooit meer worden. De Nederlanders hadden niet alleen te kampen met katholieke Portugezen die steeds luider klaagden dat ze hun geloof niet vrij konden uitoefen, maar ook met verschillende slavenopstanden.

In 1654 werden de Nederlanders definitief verdreven door de Portugezen. De Republiek was op dat moment verwikkeld in de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog waardoor men niet tijdig te hulp kon schieten. De situatie was letterlijk en figuurlijk onhoudbaar geworden. De heerschappij in Brazilië had slechts 24 jaar geduurd.

Op 6 augustus 1661 werd de Vrede van Den Haag getekend. Hiermee stond de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden de kolonie Nederlands-Brazilië officieel af aan Portugal. Portugal stond Ceylon af, waar de Nederlanders sinds 1658 heer en meester waren.

Bronnen

– De slavernij. Mensenhandel van de koloniale tijd tot nu (Carla Boos, red.)
– De Nederlandse slavenhandel, 1500-1850 (P.C. Emmer)
– http://www.npogeschiedenis.nl/nieuws/2011/augustus/In-Brazilie-begon-de-slavernij.html
– https://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlands-Brazili%C3%AB

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×