Dark
Light

Nederlandse vrijwilligers in de Griekse Onafhankelijkheidsoorlog 1821-1829

Een Philhelleense Odyssee – Rende van de Kamp
2 minuten leestijd
De baai van Navarino (Foto Rende van de Kamp)
De baai van Navarino (Foto Rende van de Kamp)
In zijn recent verschenen boek Een Philhelleense Odyssee staat Rende van de Kamp stil bij de lotgevallen van de Nederlandse vrijwilligers in de Griekse Onafhankelijkheidsoorlog tegen het Ottomaanse Rijk (1821-1829). De auteur omschrijft zijn boek zelf als “een historisch reisverslag waarin een zoektocht wordt beschreven langs monumenten uit de Oudheid, vergeten slagvelden, musea en archieven”. In onderstaand artikel staat hij kort stil bij de achtergrond van zijn onderzoek.


Een Philhelleense Odyssee

In 1821 brak in Griekenland de langverwachte opstand tegen de Turken uit, die sinds eeuwen het Balkan-schiereiland en Griekenland bezet hielden. Dit grote rijk waarin de Turken de baas waren werd ook wel Ottomaans Rijk genoemd. In heel Europa, en zelfs daarbuiten, kwam een golf van steunbetuigingen voor de Grieken op gang. De Grieken werden gezien als de nazaten van de Grieken uit de Oudheid en hen werden bijzondere eigenschappen toegedicht. In werkelijkheid waren de echte Grieken veelal verdwenen en waren in hun plaats Turkse, Slavische, Albanese en Byzantijnse stammen verschenen. Overal werden steuncomités opgericht door zogenaamde Philhellenen oftewel vrienden van Griekenland. Het ingezamelde geld dat deze comités verzamelden werd besteed aan de aankoop van wapens en uitrusting, maar ook werd steun gegeven aan vrijwilligers die daadwerkelijk zelf wilden meevechten.

Monument voor buitenlandse vrijwilligers in Nafplion. Foto auteur
Monument voor buitenlandse vrijwilligers in Nafplion. Foto auteur
Verschillende landen zagen het vertrek van vrijwilligers met lede ogen aan. Diplomatiek gezien wilde men niet bij het conflict met de Turken betrokken raken, maar ook had het afbrokkelende Ottomaanse Rijk andere gegadigden voor een stukje grond aangetrokken. Fransen, Britten, Russen betwistten elkaar bijvoorbeeld om Turkse grondgebied. Individuele vrijwilligers liepen soms dwars door de internationale belangen heen.

In Nederland was veel sympathie voor de opstandige Grieken. Ook vertrokken er soldaten als vrijwilliger naar de strijd. De Nederlandse consuls in Turkije waarschuwden voor de nationale handelsbelangen met Turkije. Zelfs de Nederlandse koning Willem I bemoeide zich ermee. Hij vreesde dat zijn onderdanen massaal naar Griekenland zouden gaan in plaats van het eigen Nederlandse leger. In de Zuidelijke Nederlanden, die toen nog bij het koninkrijk hoorden was men ook bang. Steun voor de Griekse zaak kon gemakkelijk omslaan in sympathie voor een Zuidnederlandse afscheiding van het noorden.

Uiteindelijk werd besloten dat Nederlanders hun nationaliteit zouden verliezen wanneer ze individueel besloten de Grieken militair te steunen. Ook mochten deze vrijwilligers nooit meer naar Nederland terugkeren. Het weerhield landgenoten uit het zuiden, maar ook avonturiers en oud-soldaten uit de legers van Napoleon er niet van om toch te gaan. Uiteindelijk zou een klein aantal Nederlanders uit zowel het noorden als het zuiden daadwerkelijk meevechten in Griekenland. Dat zou niet voor iedereen even goed aflopen. Enkelen werden in Griekenland beroofd door Griekse bandieten, anderen raakten teleurgesteld door de Griekse houding, weer anderen zagen nooit meer het vaderland terug. Van de vrijwilligers uit Zuid-Nederland zouden verschillenden later meevechten tegen het noorden tijdens de Belgische Opstand. Eén van hen bracht het zelfs tot generaal.

Lodewijk van Heiden

Een Philhelleense Odyssee - Rende van de Kamp
Een Philhelleense Odyssee – Rende van de Kamp
Een onbekend aantal Nederlanders vocht mee op de Russische vloot waar zij dienden als matroos. De commandant van de Russische vloot was de Drent Lodewijk van Heiden, van wie wel eens wordt beweerd dat hij de man is achter ‘Berend Botje’. Toen de Frans-Brits-Russische vloot de haven van Navarino binnenvoer was het admiraal Van Heiden die de vloot commandeerde en de Turken voorgoed versloeg.

Na de Turkse nederlaag besloten de Europese geallieerden dat er een koning moest komen. Eén van de voorstellen was een Nederlandse prins te vragen, maar er bleek geen belangstelling. In plaats daarvan werd de zeventienjarige Otto van Beieren gekozen.

~ Rende van de Kamp

Boek: Een Philhelleense Odyssee – Rende van de Kamp

Bekijk dit boek bij:

×