Aan het plan ligt een burgerinitiatief van een inwoner van Hoorn ten grondslag. Deze indiener stelde het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen vanwege diens “wrede daden” enige tijd geleden ter discussie. De Horinees deed het voorstel een nieuw tekstbord bij het beeld te plaatsen of om het standbeeld te vervangen door een beeld van een historische stadgenoot op wie Hoorn wel trots kan zijn. Bijvoorbeeld door een beeld van Pieter Jansz Liorne, de uitvinder van het fluitschip, of door een beeld van de in Hoorn geboren humanist en geschiedschrijver Hadrianus Junius.
Slachter van Banda
Jan Pieterszoon Coen was de vierde gouverneur-generaal van Oost-Indië en wordt vaak gezien als de grondlegger van de Nederlandse heerschappij in de Indische archipel. De bekende VOC-medewerker is echter niet onomstreden. Zo kreeg hij in de zeventiende eeuw bijvoorbeeld de bijnaam Slachter van Banda. Dit nadat hij duizenden Bandanezen had gedood omdat die, onder druk van de Engelsen, hun specerijen-contract niet nagekomen waren. Bekend is dat de VOC tijdens deze volkerenmoord Japanse samoerai-beulen die in dienst waren van de VOC, opdracht gaven tientallen dorpshoofden te onthoofden.
Naar aanleiding van het burgerinitiatief heeft het college van Hoorn nu besloten dat er een nieuw tekstbord op het standbeeld op de Roode Steen, een plein in de binnenstad van Hoorn, geplaatst moet worden. Dit nieuwe bord moet “recht doen aan de donkere kant van de geschiedenis van Jan Pieterszoon Coen”. De gemeenteraad van de oude VOC-stad discussieert volgende week dinsdag over het plan.
Boek: Jan Pieterszoon Coen 1587-1629 – Koopman-koning in Azië
