Op 25 juni 1762, nu 252 jaar geleden, kreeg het slavenschip d’ Eenigheid uit Middelburg, sinds 9 mei van Afrika onderweg naar Amerika, land in zicht.
Joan Raye van Breukelerwaert (1737-1823) werd in Suriname geboren als zoon van de gouverneur-generaal van de kolonie. Op jonge leeftijd werd hij naar Nederland gestuurd.
In Amsterdam worden zondag met een fakkelwake en een bijeenkomst in de Mozes en Aäronkerk de Decembermoorden van 1982 herdacht. Op 8 december 1982 werden vijftien critici van het militaire regime in Suriname zonder vorm van proces doodgeschoten op Bastion Veere in Fort Zeelandia. De vijftien vermoorde personen waren eerder gearresteerd en werden volgens de legerleiding neergeschoten toen ze op
Sinds de negentiende eeuw werd Sinterklaas veel gezien in Nederlandse kolonies als Suriname en Indonesië. De kinderen uit Nederlandse gezinnen die daar woonden vierden het feest vaak op scholen. En als de hoofdonderwijzer een enthousiaste Sinterklaasvierder was, werd het groots aangepakt. De Nederlandse Marietje Bier-Bergman herinnert zich hoe de goedheiligman in 1930 op haar school in Indonesië werd onthaald. Boven
Unesco heeft Suriname twee maanden tijd gegeven om iets te doen aan de houten gebouwen in de historische binnenstad van Paramaribo. Veel van deze gebouwen, die nu nog op de werelderfgoedlijst staan, verkeren in vervallen staat.
Op 1 juli 1863 schafte Nederland de slavenhandel af in Suriname en op de Nederlandse Antillen. Naar aanleiding daarvan brengt Veen Media, de uitgever van het Historisch Nieuwsblad, een mooi vierdelige reeks hoorcolleges uit over het fenomeen slavernij. Vier experts vertellen het dramatische verhaal van tweeënhalve eeuw menselijke uitbuiting. De hoorcolleges doen recht aan het veelzijdige verschijnsel slavernij.
In 1799 nam een Engels eskader onder leiding van Hugh Seymour Suriname in. Voor de Engelse regering stelde M. Bourdois, na twee maanden in Paramaribo en drie weken in het achterland, een rapport op.
Woensdag gaat in Utrecht de film Hoe duur was de suiker in première. Het is de openingsfilm van het Nederlands Film Festival. De film is geregisseerd door Jean van de Velde en vertelt het verhaal van twee halfzusjes in het achttiende-eeuwse Suriname: de blanke Sarith en haar lijfslavin Mini-Mini. Het verhaal speelt zich af in een tijd waarin de suikercultuur
Vele slaven in Suriname ontvluchten de plantages waar zij werken. Zij worden ‘weglopers’ of marrons genoemd. Omstreeks 1771 stichten enkelen van hen het dorp Buku.
Op 25 november 1975, wordt Suriname onafhankelijk: de Surinaamse premier Arron, koningin Juliana en de Nederlandse ministers tekenen de Akte van erkenning van de Republiek Suriname.