Witte zijde, geborduurd met vele kleuren zijde en metaaldraad, grotendeels in reliëf, met parels, over houten platten, verguld zilveren hoekstukken en sloten.
Deze in de volkstaal geschreven wereldgeschiedenis op rijm beschrijft de geschiedenis vanaf de schepping tot het jaar 1250.
Een groep vrienden zingt over de maagd Maria, over de tere liefde, maar ook over dronkenschap en seks.
“Het is een bijzonder kind, en dat is-ie”. De eerste keer dat lezers deze rake typering van Dik Trom konden lezen, was in 1891. De illustraties van Johan Braakensiek werden vanaf de tweede druk aan Uit het leven van Dik Trom toegevoegd.
Aan het eind van de negentiende eeuw ontstaat in Engeland een nieuwe beweging in de kunst. Deze beweging streeft naar herwaardering van goed vakmanschap en de toepassing daarvan op gebruiksvoorwerpen. Dit als reactie op de industriële revolutie, die massaproductie, vervlakking en achteruitgang van kwaliteit veroorzaakt.
Jacob van Maerlant (ca. 1235-1300) voltooide zijn Scolastica in 1271. Het is de eerste Middelnederlandse vertaling van de bijbelse geschiedenis, gebaseerd op de 'Historia scholastica' van Petrus Comestor uit de twaalfde eeuw.
Het liedboekje is niet gedrukt maar geschilderd; het is een zogenaamde schijnbedrieger. Huneveldt heeft een gedrukt liedboekje minutieus nageschilderd en de bladzijden afgedekt met geschilderde papiertjes met ornamenten, bloemen of speelkaarten.
Deze prachtige boekband werd in 1757 in Middelburg gemaakt door de van oorsprong Zweedse boekbinder Suenonius Mandelgreen. Hij bevat geen boek maar een miniatuurboekenkastje en was een geschenk bij de geboorte van Willem Zelandus van Borssele, de zoon van de ‘eerste edele’ van Zeeland.
Waar het boek is gemaakt, kunnen we vaststellen dankzij de bloemrijke decoratie: die is kenmerkend voor Leidse getijdenboeken uit het vierde kwart van de vijftiende eeuw.
Net als veel andere steden beschikte Weesp sinds de zestiende eeuw over een min of meer openbare bibliotheek, waarin de boeken in kasten of op lectrijnen stonden, kerkbankachtige constructies met een zitbank ervoor.
Het maken van marmerpapier vereist een grote technische vaardigheid. In een lage bak gevuld met een aftreksel van bepaalde planten, zoals Iers mos, worden oplossingen van kleurstoffen gesprenkeld die op het oppervlak blijven drijven.
Het Haags liederenhandschrift bevat een groot aantal gedichten, liederen, raadsels en sproken (korte didactische verhaaltjes in versvorm). Het precieze aantal hangt af van de geleerde die zich er over buigt, want van sommige gedichten is het niet duidelijk waar ze ophouden.
'Die pelgrimage van der menscheliker creaturen' is een allegorische tekst geschreven door Guillaume de Deguilleville. De eerste miniatuur toont de slapende en dromende auteur. Volgens de tekst ziet hij een visioen van het hemelse Jeruzalem.
Het is een Bijbel in vijf grote foliodelen, die de bijbeltekst geeft in het Hebreeuws en Grieks, in oude Chaldeeuwse en Syrische versies, en in het officiële kerkelijke Latijn. Daarop volgen nog wetenschappelijke verhandelingen, grammatica's, lexica, tekstuitgaven en commentaren op de bijbeltekst in de genoemde talen.
Handschriften worden vaak speciaal persoonlijk gedecoreerd voor de opdrachtgever of ‘patroon’. Soms bestelt deze een bladvullende miniatuur met een afbeelding van zichzelf, devoot knielend voor zijn favoriete heilige.
Joost van den Vondel is zonder twijfel de grootste Nederlandse toneelschrijver van de zeventiende eeuw, maar handschriften van hem zijn schaars. Dit is de eerste druk van een toneelstuk van Vondel waarin de meester eigenhandig regie-aanwijzingen en de rolverdeling heeft genoteerd.
Dit is een centsprent: een goedkope houtsnede ingekleurd met behulp van een sjabloon. Deze centsprent telt acht rijen van zes afbeeldingen van kermis- of circusartiesten. De voorstelling wordt geopend op het eerste plaatje: ‘Zoo vrienden komt bij’.
Deze boekband van rood fluweel en geborduurd met zilverdraad is een fraai voorbeeld van de samenwerking tussen professionele borduurwerkers (mannen!) en boekbinders.
Het verhaalt over een bezoek van Amsterdammers, Arend Pieter Gijsen en Meeuwes, Jaap en Leen, aan de kermis te Vinkeveen. Het loopt uit op een vechtpartij.
Het verzamelen van rariteiten zoals kunstobjecten, wetenschappelijke instrumenten, opgezette dieren, fossielen, insecten en lichaamsdelen op sterk water was een geliefde bezigheid in de achttiende eeuw.
Eind zestiende eeuw reisde de Nederlandse geschiedkundige en dichter Pieter Corneliszoon Hooft naar Italië. Hield een dagboek bij.